k DE SCHUCHTERE ISABEL VfcM& igv .asf- t# p JEM >e L: I'-'V fe>y%W" &-?v.# vvV<. VERVOLGVERHAAL DOOR M. CORAY t.^jV *H:,.te/. /"V, r y Jir rii,.*; KOUTK INHOUD VAN HE.T VOORAKOA ANDE Architect BrandmiJ, een jonge, begaafde bouwmeester- is deel genoot in de oude aannemersfirma Seiler en Brandrup, welke juist opdracht tot het bouwen van een landhuis heeft ontvangen van de rijke, protserige mevrouw tmata Otzenn. Beate Seller, de schoondochter van zijn compagnon, die jong weduwe is gewor den, bemint hem, doch behandelt hem met. koele beleefdheid uit angst dat zij haar liefde zal verraden. HU ontmoet Isabel Weidt, redactrice van het weeklad De Moderne Woning; de kennismaking maakt diepen indruk op hem. Brandrup wordt bekroond in een prijsvraag voor een nieuwen stadsschouwburg, en wordt belast, met de restauratie van een oud renaissanoe- gebouw. het Maidlingenhuis. dat als stedelijk oudheidkundig museum zal worden ingericht. Hij ontwerpt hiervoor plannen, die in sommige kringen heftigen tegenstand uitlokken. In de kelders van het huis vindt hij echter in een kistje oude teeke- ntngcn van den oorspronkelijken architect, meester Rievbrandt, die hem in het gelijk stellen. Op den avond, dat hij ze aan Isabel laat zien, brengt een misverstand verwüdering tussehcu hen. Den volgenden dag, wanneer Brandrup do gevonden documenten aan de pers zal tonnen, blijkt het kistje 'gestolen te zijn. Een der kranten, de Koerier, plaatst daarna een insinueerend artikel, dat Brandrup het verhaal van 't kistje verzon om de juistheid van zijn zienswUze le bewüze.n. Door een verkeerde telefoon verbinding leert Isabel .lurgen Andersen en Ra Milver kennen, wier zeilscheepje z.U helpt opkalefateren. Brandrup ziet haar eens in hun gezelschap. Seiler. bij wien hij den avond zou doorbrengen, was alleen, toen Brandrup kwamBeate had getelefoneerd, (lat zij later zou komen. Mij werd ontvangen met wijn en sigaren en de laatste nieuwtjes uit de aannemerswereld, maar Brandrup gaf ternauwernood antwoord en zijn compagnon, die reeds eerder had opgemerkt, dat zijn medewerker over iets scheen te tobben, vond gelegenheid,' liet gesprek op zijn gezondheid te brengen. Werkte hij te hard of had hij zich de kwestie van de gestolen documenten te sterk aangetrokken? „Je ziet er heelemaal niet florissant uit, kerel. Je piekert over iets, of je komt te weinig in de buiten lucht. Je moest meer uitgaan, dat kun je je warempel wel veroorloven. En ik dacht nog wel je weet, dat het geen onbescheidenheid van me is, als ik zooicts zeg dat je op den goeien weg was; ik heb je bier en daar gezien met die juffrouw Weidt..., een knap ding. zou ik zeggen, en niet dom, naar ik zoo boor. Ik meende beslist, dat wij een verlovingsfuif in zicht hadden." „O nee," probeerde Brandrup onverschillig te antwoorden, terwijl hij een sigaar uitzocht; „een toevallige kennis, meer niet; zij kwam wel eens liet een of ander vragen voor ])e Moderne Woning. De laatste weken heb ik haar niet gezien." „Dat is jammer," vond Seiler. „Jammer? Waarom?" „Omdat er een goeie echtgenoot aan je verloren gaat. Massa's vrouwen, die een slechteren man kiezen, en voor jou is er keuze genoeg, zou ik denken. De wereld loopt over van aardige vrouwen, knap en lief en ont wikkeld. ook in je eigen omgeving." De zinspeling op Beate was er uit, voor hij liet wist. Hij wenschte vurig een verbintenis tussehen zijn schoondochter, voor wie hij een warme genegenheid koesterde, en zijn jongen compagnon, dien hij hoog achtte en als een trouwen vriend beschouwde, en soms gaf dat verlangen, evenals nu, hem woorden in, die hem bijna verrieden. Brandrup begreep hem echter niet en gaf geen reclitstreeksch antwoord; hij bromde: „Komt tijd, komt vrouw; ik ben nog geen grijsaard," en het kamermeisje, dat de avondbladen bracht, maak te een-einde aan het gesprek. Brandrup kreeg 't eerst De Koerier in handen; hij had liet blad nauwelijks opgenomen, of een kreet van nijdige ergernis deed Seiler, die een krniswoordpuzzle bad ontdekt, opspringen. „Kom bier," zei Brandrup kort, terwijl bij <le krant op een tafeltje uitspreidde; „dat, stelletje gift mengers van De Koerier heeft weer iets fijns!" Met een driftig gebaar wees hij op een vetten kop: Nieuwe feilen brengen nieuw licht. -— Architect Itrantlrwp met eigen wapenen verslagen en daaronder volgde een uitvoerig verhaal over een op zienbarende ontdekking in bet Stedelijk Archief, een gebouw uit de zestiende eeuw, waar enkele kelders werden uitgediept en versterkt om als brandvrije kluis voor kostbare archiefstukken te worden ingericht. Bij liet verwijderen van de gemetselde kolommen, die door betonnen zuilen vervangen moesten worden, had men een tamelijk groote ijzeren kist gevonden, welke bij opening een ware schatkamer bleek te zijn. „Dat is de vorige week gebeurd," schreef De Koerier, „maar wij hebben tot nu gezwegen op verzoek van de autoriteiten, die zich eerst een oordeel over de waarde van de vondst wilden vormen. Het onderzoek, dat sterke voldoening heeft gewekt, is geëindigd, en thans kunnen wij berich ten, dat de kist verschillende doozen en kleine kistjes bevat met een schat aan gouden munten, penningen, welke ter gelegenheid van belangrijke gebeurtenissen en herdenkingen zijn geslagen, een uitbreidingsplan van de stad, uit (le zestiende eeuw, verschillende kaar ten. teekeningen van vele gebouwen, enz., enz. In het kort: een kleine, kostbare architectonische bibliotheek. Wat voor het oogenblik vooral van groot belang is, hij de genoemde teekeningen is ook een volkomen gaaf gebleven, minutieus bewerkte prent van het Maidlingen huis, een prent (lie ons reeds bij den eersten blik overtuigde, dat wij in den strijd tegen architect Bran- flnip, (le goede zijde hebben gekozen. Want deze teeke- ning geeft van den zijgevel een voorstelling, die lang niet overeenkomt inet de plannen, die onze beroemde stadgenoot voor de restauratie heeft gemaakt en deze zeide te kunnen verdedigen, met teekeningen, welke niemand gezien heeft behalve hij zelf! Edoch, er schijnen hier duistere machten aan den arbeid te zijn, machten, die vijanden der historie zijn, die ons het ongeschonden bezit der oude archi tectonische monumenten betwisten. De droeve ge schiedenis beeft zich herhaald: (le kist met documen ten is verdwenenGestolen! Onvindbaar! Wij verkeeren nu (lus in hetzelfde geval als onze beroemde architect, want wij hebben (1e bewijzen gezien dat het gelijk aan onzen kant was, doch wij kunnen deze bewijzen niet toonen. Onze lezers zullen echter nu wel onze meening onderschrijven, dat. hiermede duidelijk is geworden, dat de heer Brandrup niet de goede houding aan nam, toen hij, tegen vele geleerden en deskundigen in, volhield, dat hij alleen over den oorspronkelijken staat van het Maidlingenhuis kan oordeelen. De feiten hebben aangetoond, dat hij ongelijk heeft dat is geen ramp voor hem, want zijn reputatie is hecht genoeg om den stoot, van een kapitale vergissing te doorstaan, maar het respect van zijn medeburgers zal er slechts dieper door worden, indien hij nu ruiterlijk zijn fout toegeeft. En zijn fout herstelt! Want daar gaat het om!" Seiler trappelde van Woede. „Wat 'n gemeenheid! Het drupt aan alle kanten van insinuaties en giftige prikken, en het is vuiler dan <lc scherpste openlijke aanval! Gemeen en stom! Ze kletsen er maar oplos, en dan beweren ze botweg, dat zij gelijk hebben en (lat jij in je schulp moet kruipen. Kunnen we daar nu niets tegen doen?" Brandrup trommelde nijdig met zijn vingers op tafel. „Ik vrees van niet. Die kerels zijn sluw genoeg om binnen de perken van de wet te blijven, en ze zijn aan alle kanten gedekt. Massa's lezers gelooven natuurlijk liet fabeltje zonder meer, en voor de anderen, die hun hersens gebruiken, kan De Koerier altijd het smoesje ophalen, dat het heele geval een Cirrus Mikkenie-Strassburgerdat te Amsterdam in Carré met groot succes optreedtis uitgebreid: er is een pony- baby geborendochter van de pony ChaplinDe baby is een echt circus paardwant zij kwam ter wereld gedurende de avondvoorstellingterwijl de opwindende circusmuziek uit de zaal flauw tot de stallen doordrongzij werd boven dien op een gunstig uur geboren ys avonds om negen uur zoodat zij nog ander de pauze het belangstellend publiek kon ontvangen, dal dan ook in groote getale bij moeder en dochter op visite kwam. liet zwarte kleintje was bij de geboorte ongeveer -50 om hoog. eren groot dus als de intelligente hond, die zulk een goed geslaagd nummer van het programma voor zijn rekening neemt. Daaronder ziet u moeder en dochter met hun jongen ver zorger en een foto van Jtegina Strassburger, die, onmiddellijk vóór haar hoogeschool-nummer, een oogenblik vindt om met de nieuwste aanwinst van het circus voor onzen fotograaf te poseeren. (Eigen opnamen)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 18