HET KASTEEL „STAPELEN" TE BOXTEL r' - De broeder -bak-k nu p Vredig en stil ligt de romantische binnenplaats lie brood en Een stukje geschiedenis WJMet kloeke kasteel „Stapelen", te Boxtel, sinds eeuwen als „liet huis Stapelen" bekend, is eigenlijk gelegen op een eilandje in den Dommel en te midden van eerbiedwaardige beuken. Het is slechts voor een deel van oude dagt.eekening. De uitgestrekte hijgebouwen, muren, torens en poor ten, in nieuw gothisclien stijl, zijn nog niet vele jaren oud. Van het oude slot, reeds in de dertiende eeuw het verblijf der heeren van Boxtel, was niet veel meer over, toen het huis zich, in de zeventiende eeuw, in al zijn luister ver toonde. Langs de stille slotgracht, waarin het bowwwrrk zacht weerspiegelt. De Gelderschen, die in 1388 het dorp verbrandden, de troepen van Maarten van Rossum, die het in 1543 plunderden, de Staatsolie soldaten, die er in 1583 den baas speelden, zullen het kasteel niet onbeschadigd hebben gelaten. Ook leed het erg, toen in 1603 muitende Spanjaar den het veroverden en zoo verdwenen geleidelijk torens en muren van den sterken burcht, om voor nieuwe deelen plaats te maken. In 1819 kwam het huis in handen van baron de Senarclens de Grancy. Later werd het door particulieren, als een aanzienlijk landhuis, be woond, thans resideeren er de broeders van Box tel. Tot zoover de geschie denis, in zakformaat, van het Huis. Onze foto's tooneu ons Keu prachtig décor vormen de breede talken ran den ouden boom. de kloeke schoonheid, die het kasteel nog altijd bezit. AD men over de gracht- brug het oude slot nadert, dan voelt men zich ver plaatst in vroegere tijden en men ondergaat onge twijfeld de romantische sfeer. Dit gevoel komt ook over ons, als men de binnenplaats betreedt. Do omgeving van het kasteel is voorts zeer aan trekkelijk. De natuur is daar ongerept; stilte en stemming spreken er tot ons en schenken ons rust eji vrede. (Eigen opnamen) De toegangsbrug met den indrukweideenden poorttoren van het Huis „Sta,pelen".

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 20