w Jml'ÖCalüclöca. DE SCHUCHTERE ISABEL HET HUWELIJK VAN MARIA HILLEN 22 was uiterlijk erg gelukkig. De zaken van haar man bloei den, zij bewoonde een groot huis en het personeel ver eerde haar. Zij zou zich inderdaad ten volle gelukkig hebben mogen prijzen, als haar vrekkige schoonvader er niet geweest was! Deze verstoorde het jonge huwe lijk, maar tegen de veerkracht van de energieke, levenslus tige Maria was hij op den duur niet opgewassen. De nieuwste roman van de serie AVONDUUR-LECTUUR: „Het Huwelijk van Maria Hillen" van de schrijfster Josephine Schade-Hadicke is direct uit het leven gegrepen. Het boek verschijnt volgende week en is verkrijgbaar bij onze bijkantoren, bezorgers en agenten. DE PRIJS ERVAN IS 16 CT. Toezending p. post geschiedt alleen na overschrijving van het bedrag, verhoogd met 2K ct. per exemplaar voor portokosten, op postrekening no. 142700 of na ontvangst van postwissel aan het adres van dit blad. Keurig blijven ook Uw schoen tjes wanneer U ze verzorgt met schoenwinke lier heeft in de goede kleur het juiste Tana onderhouds middel voor èlk schoentje jutst nu ts het zoo belangrijk Uw schoentjes een geregelde Tana verzorging te UW SCHOENWINKELIER VERKOOPT HET. zuinig op Uw schoeisel! Ons grati gevingen" zij U tot leidraad. Aan t N.V. Tana Mg., a/d. Publiciteit, A De door artsen aanbevolen tandpasta bevat 00075 "/o organisch jodium, waarvan 0 000035 gr. jodium door het tandvleesch opgenomen en daardoor in de inwendige organen van het lichaam verspreid wordt. Jed'XaliJcloca is een aangenaam schuimende tandpasta van uitstekende kwaliteit (zonder chloorzure calium) met een lekkere frissche smaak. De uiterst kleine hoeveelheid organisch jodium is voldoende om de mondholte gedurende langen tijd te ontsmetten (wetenschappelijk bewezenen daardoor de tanden zoowel als het tandvleesch voor ontsteking en vooral ook tegen de in de geheele wereld verspreide tandwolf (Paradentose) te beschermen. Jad'JCaliklttca is voorts door artsen erkend als voorbehoedmiddel tegen verkoudheid, aderverkalking (Arteriosklerose) en als stimulans voor alle lichaams functies. Oueisser Co.. Hamburg 19 DepotPharmac'euti- sche Union, Hilversum P. de Hooghlaan 34 Vervolg van blz. 19 De aangenaam schui mende Gezond- heids-Tandpasta. stad den man moest, vinden, die alle ellende en verdriet op zijn geweten had, daaraan verspilde zij nu geen gedach ten. Gebétiren moest het, want het was noodig voor het geluk van Brandrup. Toen zij weer voor den spiegel trad, zag zij dat de schuchtere Isabel bloosde. Van verlegenheid? „Nee," praatte zij weer tegen haar eigen spiegelbeeld, „van opwinding en vreugde. Isabel is niet schuchter meer, Isabel is groot gewor den, want zij houdt van iemand. Het pantser is niet meer noodig; ik hoef me niet meer te beschermen tegen de namaak-liefde en vervelende flirtjes van nare mannen, want ik heb mijn kereltje gevonden. Die zal voortaan mijn hart wel verdedigen en beschermen. En doe nu niet langer kinderachtig tegen je eigen snuit, zie je haar in fatsoen te krijgen en ga bedenken wat voor ge zelligs je allemaal op dezen fijnen dag gaat doen." Ra Milver, die zich graag zekerheid verschafte, had opgebeld, of Isabel Zaterdags werkelijk zou komenzij had de afspraak bevestigd, op voorwaarde, dat- er niet gezeild en gefeest werd, maar alleen geschilderd en gepoetst. Er mocht wel eens een einde aan het werk komen. De vrienden hielden zich braaf aan deze voorwaardetoen Isabel op den steiger verscheen, waren zij reeds ijverig met verf en kwast bezig. „Uw werkpak ligt in de kajuit," riep Ra haar toe, „en op den vloer zwerft ergens ook 'n lief, klein kwastje voor u. Ik denk, dat we vandaag klaar komen." Binnen een minuut stond Isabel in haar wijden overall op dek, zonder kwast. „Geen penseeltje in de kajuit te vinden," vertelde zij. „Waar hebben jullie dat ding gelaten?" „Ik dacht beslist, dat ik het in de kajuit gezien had," antwoordde Jurgen, „maar het kan ook in de loods zijn. Daar heb ik vorige week alles opgebor gen. Ik zal even voor u kijken." „Blijf jij maar aan 't werk, ik ga zelf wel," zei Isabel. „Waar kan ik 't vinden?" „Direct naast de deur, links," riep Jurgen, terwijl zij op den steiger sprong, en direct naast de deur links vond zij inderdaad op een plank een kwast tus- schen allerlei rommel en gereedschap. Achter in de loods stond een zeil scheepje op sterke scliragen, half af getakeld; de ijle, slanke vormen van het bootje trokken haar aandacht en nieuwsgierig liep zij er heen en keek door een opening in den wand, waarin enkele deeltjes vernieuwd moesten worden, om de inwendige constructie te bekijken. Het dek liep bijna door tot aan het roer, waar een kleine ruimte was uit gespaard voor zitplaatsen en den toe gang tot de kajuit, die zeer practiscli en geriefelijk was ingericht met kastjes onder de banken en een gezellig keuken- hoekje. Er heerschte nu een vreeselijke wanorde; banken en vloer lagen vol met lichte kussens, die noodig een sopje moesten hebben, flesschen met lijnolie of zooiets, stukken glas, een benzinebus, hout, kwasten, hamers en beitels, een oud koffertje, een thermosflesch, twee vieze kopjes enZij staarde ge schrokken en verrast naar een plankje, bukte zich om scherper te kunnen kijken, rende naar de deur, gluurde naar links en rechts, zag niemand, holde terug, kroop in het kajuitje, stopte vlug het plankje in haar overall en ging terug naar de vrienden. „Nu hebt u nog geen kwast," zei Jurgen verbaasd. „Kon u niets vinden?" „Kwast. Nee. ja. ik be doel ik moet eerst iets anders doen. Gaan jullie maar door, ik kom straks." Zij dook in de kajuit; na een kwartier was zij er nog, en na twintig minuten werd het den vrienden te machtig; zij lieten het werk liggen en klopten be scheiden aan het kajuitdeurtje. „We dachten, dat u thee had ge zet. Isabel had geen thee gezet; zij stond over de tafel gebogen, in diepe aandacht een plankje bestudeerend, waarin krullen en slingers gesneden waren. Peinzend keek zij naar hen op. „Wat is er? Thee. Nog niet gezet. Ik zal. Haar blik verhelderde, toen haar oog op Ra viel. „Kom binnen, jongens, ik moet jullie iets vertellen, vooral aan Ra." Ra keek gewichtig en veegde zijn handen af aan het kleedingstuk, dat eens een witte jas was geweest. „Als ik u kan helpen „We hebben vorige week afgesproken, dat we niet meer zouden u-en," begon Isabel, „en ik geloof, dat je precies het ventje bent, dat ik noodig heb. Weet jij, of Jurgen, van wien het zeilscheepje is, dat in de loods wordt opgekale faterd?" Dat wisten zij niet; Isabel keek vreeselijk teleurgesteld, maar Jurgen antwoordde vlug: „We liggen hier nog niet lang, en wij hebben den eigenaar van dat mooie schuitje nog nooit gezien, maar ik zou zeggen, dat 't gemakkelijk te achterhalen is. We hebben 't maar te vragen aan den eigenaar van het haventje." „Nee, nee," antwoordde Isabel vlug; „niemand mag weten, dat wij er nieuws gierig naar zijn. Weten jullie dan, wie er aan het werk is?" „Dat wel," zei Ra, „ten minste, we hebben den man wel eens gezien. Een eigenaardig type, stil, eenzelvig, vijftig jaar, denk ikik heb eens een praatje met hem gemaakt, maar ik moest het gauw opgeven, want de man gaf ternauwernood antwoord. Hij maakte een achterlijken indruk, maar hij kan keurig werken. Hij moet een volleerde houtbewerker zijn." „Dus je weet niet, hoe hij heet, waar hij woont, of hij in betrekking bij den eigenaar van het soheepjels?" „Hij is in ieder geval niet in dienst van de jachthaven, en als je 't een en ander over hem wilt weten, zal ik je dat gauw genoeg kunnen vertellen," bood Ra ijverig aan. „Vraag je 't alleen uit nieuwsgierigheid, of heeft ie een moord op zijn geweten?" „Misschien heeft ie niets op z'n ge weten, maar hij moet iets weten, waar ik ook graag achter zou komen. Kennen jullie de kwestie van Brandrup, den architect, en den gevel van het Maid- lingen-huis?" „Zoo ongeveer," antwoordde Jurgen „de kranten zaniken er nog altijd over, ten minste De Koerier." „Dan zal ik 't. in het kort vertellen. Brandrup heeft een plan gemaakt voor den zijgevel van het gebouw; er waren Vervolg op blz. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 22