„LANGEN JAN"?
Wtit gaat er gebeuren
met den
Weerts afgewaaide toren
Om den torentand wordt een muurtje gemetseld tegen den regen
Het is au al weer geruimen tijd geleden, dat de woedende
wind liet speeiaal gemunt had op den hoogen toren van
de Limburgsche stad Weert, welke toren in de wandeling
de „lange Jan" werd genoemd.
Wij weten allen nog wel, lioe de spits van den toren afknapte
als een rietstengel en gedeeltelijk terecht kwam op den bijbouw
van het hotel „De Vesper", die deerlijk werd gehavend. Gelukkig
vielen er geen persoonlijke ongelukken voor.
De windstoot onthoofdde den toren, die thans geen „lange Jan"
meer is.
Er zijn menschen, die hem nu mooier en stijlvoller vinden
dan voorheen.
Doch deze beoordeelaars zijn sterk in de minderheid. De meeste
inwoners van Weert willen hun hoogen, slanken toren terug, die
zulk een fier aspect gaf aan hun stad, al was de spits dan ook,
wat het materiaal betreft, niet volwaardig, daar zij in hoofdzaak
van hout bleek te zijn.
Het is vanzelfsprekend, dat velen zich thans belangstellend
afvragen: „Wat gaat er met den „langen Jan" gebeuren?"
Dat de toren spoedig zal worden hersteld mag wel uitgesloten
worden geacht.
Er worden reeds gelden bijeen-
gebracht, opdat men later niet
met leege handen staat. Dan zal
de trots van Weert in al zijn
j glorie worden hersteld en met een
I massiever en degelijker spits, die
tegen een stootje kan!
Aan den toren wordt thans wel
gewerkt. Men heeft op het afge
knotte gedeelte een stevigen vloer
Hk gelegd en alles water- en wind-
dicht gemaakt, zoodat de elemen-
.;J1K ten niet méér schade aan het mo-
numentale bouwwerk kunnen be-
wï? rokkenen.
Onze foto's toonen den stand
■BK van zaken aan en tevens laten zij
zien, hoe Weert er met zijn
Ipk „dikken", in plaats van „langen
In de Langstraat levert de onthoofde toren n typisch gezicht op.
Arbeid op den toren. Men ziet hier
Ie afmetingen van een .pinakel.
(Eigen opnamen)
De gaten in het kerkdak, waardoor een
pinakel viel, zijn waterdicht afgedekt.
Bet liüeeken, dat de torenspits
naliet in de omgeving.
