ZEEIJWSCHE JEUGD SCHAKELT OVER De jeugd van Hulst houdt bij de knikkers, en biedt de stille nuirkt tusscheu de beschuttende huizen en de overhuivende hoornen geen onvergelijkelijk speelterrein t Jong Biggekerke wordt even afgeleid. Elk seizoen heeft zijn spelen. Maar niet ieder spel heeft zijn seizoen, want de jeugd is in haar voorkeur 7iogal grillig en decreteert knikkertijd in de maand, die 't vorig jaar tollentijd heette. Maar in ieder geval volgt op den winter en de kou met hun hardloopspelen, waar je je mee ver warmen kon, zoodra wat luwte intreedt, een reactie, een omkeer, die naar rustiger spelletjes vraagt niet minder vroolijk en luidruchtig, maar minder wild en inspannend. Nog is de Mei niet daar. maar zonnige en lauwe dagen lokken nu toch ook den grootsten koukleum naar buiten, in de straat, waar de uitgelaten heid dor kameraden aanstekelijk werkt. Maar eens komt toch de lijd, dat we ons voor simpel kinderspel te. groot en te, voornaam gaan i» voelen en de lentezon voor een wandeling gaan benutten Vlissingen). (Eigen opnamen) Een nieuw seizoen en een nieuwe tol: die kan in een stille Goesche straat rustig worden ingewijd. Dat is wel geen kinderspel, maar nieuwsgierig is de jeugd in Goes zoo goed als ergens anders!

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 13