OPERETTE Willy Forst en de hoofdvertolkster Maria llolstZij is niet alleen prima-donna, doch tevens directrice van het operette-theaterwaaraan zij Jauner als regisseur verhonden heeft. - - A u doet hij haar voor, hoe zij een bepaalde scène moet spelen en de realistische wijze, waarop hij zijn taak opval, is indirect oorzaak van een spoedige verwijdering tusschén hen. De gevierde operette-diva Maria Holst tijdens een souper te harer eere aangericht, waarbij ook Jauner (Willy Forst) aanzit. (Foto's Tobis) Een nieuwe film van Willy Forst bevat altijd wel zooveel verrassende elementen, dat zij met graagte door het publiek wordt verbeid. Evenals zijn vorige films loont ook deze weer de moeite. Zij wordt door Tobis-Film met Pasehen in ons land uitgebracht. Laat mij eens een film regisseeren; ik weet hoe het moet!" heeft Willy Forst, toen hij nog acteur was, eens uitgeroepen. De filmmagnaten weigerden aanvankelijk dat risico te aanvaar den. Ze vonden hem nog te jong en te onervaren, waarbij zij vergaten dat misschien wel de ervaring, maar zeker niet de geest van ondervinding afhangt. Ten slotte zwichtten zij voor zijn herhaald verzoek en sindsdien is hij een der meest gewaardeerde regis seurs van de Europeesche filmindustrie. Forst werkt met overleg en inzicht en al mag dan zijn eene film meer gewaardeerd worden en misschien zelfs wel be ter geslaagd zijn dan de andere, 'n absoluut slecht of slordig gemaakt product hebben we nog nooit van hem gezien. Zijn films zijn doordacht en welover wogen en steeds weet hij er een bepaalde kleur aan te geven, welke bijzonder in den smaak van het publiek valt. Hij weet te geven en te nemen, waarbij hi j de balans van „eisch" en,,smaak" op filmgebied zooveel mogelijk in evenwicht houdt. In deze film, welke hij kortweg Operette genoemd heeft, zou men met een beetje goeden wil een soort biografie van zijn eigen filmloopbaan kunnen zien. Hij is de man, die de ideeën heeft en die ze in daden wil omzetten, doeli in zijn pogingen gedwarsboomd wordt door een ideeënlooze beroemdheid, die echter invloedrijke machten ach ter zich heeft. En door dien De oude operette-stijl, waar aan de directrice-zangeres Marie Qeisinger zoo hard nekkig vasthield en waar door de operette in discrediet bij de Weensche bevolking raakte. Alles was, gelijk de fotograaf aangeeft, houterig en zonder originaliteit, met veel valsch pathos en dito uitbundigheid. grooten strijd heen weerklinken en daveren de schlager-operettes van een Franz von Snppé, van een ■lolian Strauss en '11 Karl Millöcker en wordt het verschil tusschén een goede, juist opgevatte ensceneering en een dilettantische, futlooze samenstelling, waarbij alles aan de ster ondergeschikt gemaakt is, hoorbaar en zichtbaar geaccentu eerd. De rivaal va.11 den operette koning, welke rol Willy Forst zelf vervult, is een beeldsclioone zange res (Maria Holst) en het ligt min of meer in de lijn van de romantische film, dat die twee ook genegenheid voor elkaar gaan koesteren. Zij bestrijden elkaar en voelen zich des ondanks tot elkander aangetrokken, doch het was, gelijk een trouwe vriend zeiTwee mensehen van hun formaat kunnen samen nooit ge lukkig worden. Graag had de toeschouwer die twee aan elkaar gegund, doch de film dwingt hem het slot, zooals het thans is, te billijken. Behoudens dat Willy Forst voor zijn voornaamste vrouwelijke rol bezetting nimmer een reeds elders beroemd geworden ster chartert, doch meestal een vrijwel onbekende laat debuteeren, weet hij ook spelers met reputatie in de rolbe zetting op te nemen, doch hen dan van een andere zijde te belichten dan we over het algemeen van hen gewend zijn. Zoo zien we o.a. Paul Hörbiger en Leo Slezak niet als de geijkte komieken, wier grapjes als 't, ware de heelefilm moeten dragen, maar als voortreffelijke acteurs, die juist door hun bescheiden optreden en fijne spelkwaliteiten opvallen. Zoo is het geheel geworden tot een charmante, prettige film, met een sterk gemoedelijk Weensch accent, en vol sappige operette- melodieën. Paul Ilörbiger als de miskende acteur, ilie groote bewondering heeft voor het talent van Jauner.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 23