25 #r etprrts. Be beroemde tuin- scène. Mephisto tri omfeert als Mar guerite en Faust uiting geven aan hun liefde. omdat haar gedach ten afdwalen naar Faust. Plots be merkt zij de bloe men en liet juwee lenkistje. Even twij felt zij of zij het zal openen, maar dan begint haar vrou welijke ijdellieid te spreken en zij kan de verleiding niet langer weerstaan. Marguerite om hangt zich met de sieraden en de vreugde daarover uit zij in de „Air des bijoux één van de meest brillante aria's voor een coloratuur sopraan. Deze aria staat in groot contrast met de in eenvoudigen volkstoon gezongen ballade; de ge- heele scène zal echter haar effect op den toehoorder niet missen, indien de soliste den eenvoud der ballade en de van innerlijke opwinding getuigende sfeer der in speelsche overgave ge zongen „juweelen-aria" op de juiste wijze weet uit te beelden. Als Faust een oogenblik later Marguerite zijn liefde verklaart, volgt de bekoorlijke melodie van het duet „Laisse moi contempler ton visage", welks hoogtepunt ligt in het, door beiden, teeder gefluisterde „Eter- nelle"; meer nog wordt de toehoorder geboeid door de betooverende muziek der hierop onmiddellijk aansluitende maten. Na dezen teederen liefdeszang nemen zij afscheid van elkaar en als Marguerite zich alleen waant, geeft zij, voor het open venster staande, uiting aan haar liefde, doch plotseling komt Faust te voorschijn en volgt haar in huis. Gounod heeft deze acte zeer goed muzikaal zij het hier en daar wat sentimenteel weerge geven. Vooral de groote melodische rijkdom van deze acte is de gedeeltelijke oorzaak van het succes van dit werk, en het valt dan ook niet te verwonderen, dat ook nu nog de hierboven beschreven num mers in zulk een wijden kring hun bekendheid hebben be houden. Na u op het, voor de Fransche Opéra traditioneele, ballet ge wezen te hebben, zult ge wel het meest getroffen worden door de gevangenisscène van de vijfde en laatste acte. Marguerite is in de gevangenis geworpen, omdat zij haar kindje het leven benomen heeft. Nu zal zij zelf ter dood gebracht worden. Mephisto spoort Faust aan liaar te redden, deze ijlt naar den kerker en smeekt Marguerite met hem te vluchten. Even komt de arme Marguerite tot bezinning en herkent de stem van haar vroegeren geliefde; herinneringen doemen voor haar op, de kermis. de nacht in den tuin. Treffend is dit door den componist tot uitdrukking ge bracht; terwijl het walsthema uit het orkest opklinkt, liooren we Marguerite op doffen, steeds denzelfden toon uitbeelding van haar verwarde brein -de herinneringen opsommen. Als Mephisto en Faust haar niet tot vluchten kunnen aan zetten, roept zij in vervoering de engelen aan. Een laatste poging van Faust wordt met afkeer door Marguerite beantwoord ook dit afgrijzen is muzikaal zeer suggestief weergegeven. Het zegevierende „Jugée" (veroor deeld) van Mephisto wordt te niet gedaan door 't „Sauvée" (gered) van het koor der „hemel- sclie stemmen". Nu volgt '11 grandiooze apothe ose: Het is de morgen van het Paasclifeest, klokken luiden, de muren openen zich en Marguerite wordt door engelen ten hemel ge dragen. Faust knielt in gebed neer en Mephisto valt onder liet zwaard van den aartsengel; op hetzelfde moment klinkt het koraal „Christus is opgestaan". Na deze opera volgden nog enkele werken op muziekdramatisch gebied, o.a.„La Reine de Saba" (1S62); „Mireille" (1864); „Romeo et Juliette" (1867); „Oinq Mars" (1877 en „Le tribut de Zamora" (1881). Alleen met „Rom)o et Juliette" heeft de toondichter zijn reputatie weten te handhaven, al is dit werk niet op één lijn te stellen met den „Faust". Gounod heeft op alle gebieden der toonkunst composities geschreven: Missen; Oratoria; Liederen; Pianostukken en Symphonieön. Een zeer twijfel achtige en verderfelijke populariteit geniet zijn Méditation over Bach's C-dur Preludium uit het Wohltemperiertes Klavier. Velen, die meestal de verdienste van een werk beoordeelen naar het succes, dat het geniet, hebben den componist van „Faust" onder de grootsten ge rangschikt. Dit is echter niet juist; misschien had Gounod dit kunnen worden, als hij zich meer aan zijn oorspronkelijken aanleg had overgegeven. Niettemin blijft zijn Faust in alle deelen der wereld een zeei gaarne geziene en gehoorde opera.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 25