DE VERRASSING
VAN ELKE LENTE
Terugkomst
üer vogels
slimmerik loopt
eerst een eindje,
maar waar het dan
wel is, daar kom je
niet zoo gemakke
lijk achter. Ge
woonlijk worden de
akkers verdeeld
ieder krijgt een stuk
tussehon twee grep
pels toegewezen en
dan zoekt men het
terrein, dat de
nieuweling gehad
heeft, nog eens af
en laat hem bijna
op de eieren trap
pen, die hij, nauw
lettend speurend,
steeds over het
hoofd heeft gezien.
Volgens sommige
experts is het smij
ten met strootjes
of het draaien van
De kievit is één van
de eerste, die trns
tand weer opzoekt.
Eind Februari
komt hij al en mid
den Maart kunnen
we het eerste ei ver
wachten
De stettkluut. een ooievaar in het klein, kwam
pas in 1935 als broedvogel in ons land voor.
Hij hoort eigenlijk in de streken rondom de
M iddellandsche Zee thuis en wanneer hij komt
en óf hij wel komt is niet heelemaal zeker.
een kuiltje 'n zeker teeken, dat het beestje
gaat leggen, doch de stedeling, die gewapend
met deze kennis de wei ingaat, komt waar
schijnlijk nat en bemodderd, doch zonder
eieren thuis. Maar hij heeft in elk geval de.
eerste lentegeluiden opgevangen, de grutto's
Nauwelijks zijn de ooievaars in Maart aan
gekomen of ze maken hun nest in orde
ruimen wat op en voeren nieuw materiaal aan.
Hier een paartje aan de groote schoonmaak.
Plotseling zijn ze er weer: de ooievaar
en de kievit, de grutto en de leeuwe
rik, de nachtegaal en de koekoek.
De één komt vroeg, de ander laat,
maar alle verschijnen onverwachts.
Het teere lentegroen komt geleidelijk als het lengen der dagen,
maar de vogels staan eensklaps voor je neus, ze zijn uit de
lucht gevallen en beginnen meteen heel bedrijvig hun nesten
te bouwen. Ze slepen met takjes en strootjes en de oude,
hardnekkige winter- en zomergasten, onze musschen, volgen
hun voorbeeld. Onder het ijverig getjilp der blijvers en der
nieuwaangekomenen vergeet je, dat er ook een stuk of wat
met de noorderzon vertrekken, de bonte kraaien, bijvoor
beeld. Niet bij troepen tegelijk gaan ze, doch stuksgewijze,
als afgezanten van den overwonnen winter, die stilletjes den
aftocht blazen bij den intrek van het lenteleger.
Wke kievit is één van de eerste, zooals we
weten, vlak na den spreeuw en den leeuwerik
zien we hem in zijn groen-zwarte jasje en zijn zwart
witte kuif rondstappen, in liet begin van Maart
gaat hij al boven
de wei buitelen en
met Sinte Geertrüd,
dus op 17 Maart,
moet volgens het
oude Friesche
rijmpje't eerste kie
vitsei gelegd zijn.
Het komt meestal
iets later, het wordt
althans later ge
vonden maar veel
scheelt het toch
niet. Voor de Frie
zen is dan de lente
begonnen, iedereen
gaat er op uit, ge
wapend met pet en
polsstok, de eerste
om de eieren er in
te bergen, de twee
de om over de
slootjes te. springen.
Als amateur word je niet erg wijs uit de
methodes van den ervaren eierenzoeker: waai
de vogel opvliegt, daar is het nest niet, dat
is het eerste wat men je leert, want de
In de lente zijn de kraaiennesten duidelijk z'uhibaar tussrhen de kale lakken.