5ANKA TROPID reeds 2 ^Aeldts meermdp«d°9 flic de verkoudheidchronisch wordt,helpen Het branden van de grondstoffen N.V. HANDELMAATSCHAPPIJ SOLANO Verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten f -30en-.5Q woorden in zijn gezicht. „TI bent een doodgewone, gemeene afperser. U hebt Rause gedwongen om in De Koerier een schandaal tegen Brandrup op te zetten. U hebt op een schandalige manier uw halfbroer Waldech gebruikt om hem het kistje te laten stelen. U hebt Brandrup z'n bewijzen ontnomen om hem belachelijk te maken. U bent niet half zoo knap als hij en daarom hebt u geprobeerd hem op deze manier te breken. Maar nu zult u ook helpen om hem in eere te herstellen!" Het verwrongen, ontstelde gezicht tegenover haar sprak de duidelijke taal, dat zij doel had getroffende zoo sterke aanwijzingen hadden Ra op het goede spoor gebracht. Nu zij haar doel had bereikt, steeg plotseling afkeer in haar op; zij wilde er een eind aan maken, zoo gauw mogelijk uit deze kamer weg. De instructies van Ra kwamen in haar her innering terug en ze zei mat: „U moet meneer Milver op het bureau van Rause opbellen en hem zeggen waar het kistje verborgen is. U bent getrouwd en u hebt kinderen, en daarom hebben we de politie er nog buiten gehoudenuw gezin zou onder de schande meer lijden dan u zelf. Maar u begrijpt wel, dat u deze functie niet kunt houden en Bah! Zij wilde niet langer rechter spelen over dezen man, ze wilde weg! Brandrup zou zijn teekeningen krijgen, de rest liet haar onverschillig. Juffrouw Spitz keek erg geheim zinnig, toen zij Brandrup aankondigde, dat er bezoek was. Een dame. „Toch niet mevrouw Otzenn met opdrachten voor een nieuwe villa*" vroeg hij. „Natuurlijk niet, meneer, die zou ik wel afpoeieren. Ik geloof, dat de dame wel meer bij u geweest is, en ze zei, dat 't erg dringend is. Kunt u haar ontvangen?" „Ja, ik heb wel even tijd." Hij was nieuwsgierig geworden en schoof de werktcekening van den schouwburg- bouw, waaraan hij bezig was. ter zijde een klopje op de deur. Isabel kwam binnen. Zij keek hem aan, bloosde hevig, sloeg haar oogen neer, stamelde iets, bloosde nog dieper en schoof hem een koffertje toe: „Ik wou eerst niet, ik bedoel, eerst dacht ik. Ra zei dat hij je niet kende en dus. hier heb je 't kistje met de documenten van het Maidlingen-huis. 't was gestolen. ik bedoel.we hebben 't gevonden. Ra wist waar 't was, hij heeft het allemaal uitgepluisd.... en toen Ahner...." Het stotteren werd nog erger; zij keek hulpeloos van den koffer naar Brandrup, gleed op een stoel en liet haar hoofd op de teekentafel vallen, snikkend van overspanning, vreugde, verlegenheid. Met enkele stappen was Brandrup bij haar; hij struikelde over den koffer, dacht: O ja, het kistje, schoof het weg en boog zich over haar hoofd, en terwijl zijn hand met teedere zachtheid over heur haar streek, drupten tranen op de teekening en klonk onder de krullen een gesmoorde stern, onderbroken door allengs kalmer en schaarscher wor dende snikken „Hij is ook architect en ze wilden eerst den nieuwen schouwburg laten bouwen door Publieke Werken, en dan zou hij natuurlijk het ontwerp leveren; hij was al zoo nijdig, dat jij den eersten prijs kreeg in de prijsvraag, en toen je ook nog het Maidlingen-huis mocht restau- reeren, liep ie over van giftigheid en toen heeft ie een middel gezocht om je het onmogelijk te maken en heeft het kistje laten stelen, juist toen je het aan de pers en de autorieiten zou laten zien. Ranse, dat is een vriend van hem die bang voor hem is, moest telkens in De Koerier schrijven, dat je 't mis had en dat je een prul was. Je had hem zelf verteld, dat je 't kistje gevonden had en dat het in je kamer stond, en toen heeft hij het laten stelen door Waldech die is achterlijk en wist niet wat hij deed, en Aliner vertelde hem precies hoe hij 't doen moest, en toen heeft Waldech het verstopt in zijn werkplaats, hier in jullie eigen gebouw, en toen heeft Ra 't alles één voor één uitgezocht en nagespeurd, omdat ik in het bootje van Ahner een plankje had gevonden met houtsnijwerk, precies zooals op jouw documenten stond. En toen Ra alles wist, moest ik naar Ahner, want Ra wist ook, dat Ahner een hekel aan je had om die geschiedenis van den schouw burg, en we hadden alles in orde, maar we wisten niet, waar het kistje was, en toen hebben we Ahner gedwongen om het te zeggen, en gelukkig heeft hij de teekeningen niet verbrand, dat vond hij als architect zeker te erg.- Ik heb me altijd zoo geërgerd aan het gestook van De Koerier, en toen was ik zoo blij, dat ik dat plankje vond, en met zijn drieën hebben wij alles onderzocht. Ra kreeg natuurlijk het meeste gedaan, maar ik wou graag helpen, omdat 't leuk voor jou zou zijn, als je met de oude teeke ningen voor den dag kon komen, en ik was eerst nog wel zoo nijdig op je, omdat ik dacht, dat je met me flirten wou, en dat wou ik juist met jóii niet, want...." Hier gingen de krullen met een ruk omhoog; een behuild en erg lief gezichtje keek Brandrup verschrikt aan. Met een dankbaar gevoel van intens geluk nam hij het in zijn handen, kuste het en vulde haar woorden fluisterend aan .want ik houd van je. Daar liad me de schuchtere Isabel bijna een liefdes verklaring afgestoken, en 't is niet eens een schrikkeljaar. Van je verhaal heb ik geen woord begrepen - 't was nogal verward, hè maar 't andere heb ik heel goed gehoord. Ik heb me één keer laten overrompelen door mijn liefde, want ik wilde meer dan je vriendschap, en jij dacht, dat ik geen ernstige gevoelens voor je koesterde en je alleen maar aardig genoeg voor een flirtje vond. We hebben allebei geleden onder een simpel misverstand, maar nu zal nooit meer iets tusschen ons komen, nietwaar?" In de kamer ernaast hoorden zij de nuchtere stem van juffrouw Spitz: „Nee. meneer, meneer Brandrup is er niet, Ja zeker, meneer, u kunt nog eens opbellen. Nee, meneer, ik weet niet wanneer meneer Brandrup terugkomt...," Glimlachend maakten zij zich los uit hun omhelzing; Isabel bette met haar zakdoek de natte plekken op de teeke ning en Brandrup beurde met een ge lukkig gezicht den koffer van den vloer. Het artikel in De Koerier maakte sensatie in de stad, al was 't geen sen satie naar den zin van Rause; de kranten brachten reproducties der oude teeke ningen van meester Rieybrandt en foto's van den door Brandrup gerestau- reerden gevel, en juffrouw Spitz kwam op haar lessenaar ruimte te kort voor de stapels brieven, telegrammen en andere blijken van medeleven. Brand rup keek ze geen van alle inhij stelde geen prijs op gelukwenschen van lieden, die „altijd wel gedacht hadden", enzoo- voort, maar geen brieven schreven en blijkbaar geen vertrouwen in zijn be kwaamheid hadden, toen zijn meening over den beroemden zijgevel niet alge meen werd aanvaard. Wel zeide hij tegen Isabel en Seiler, dat hij zich ver- voor een goed koffiesurro- gaat is geen gemakkelijk werk. Breedveld, de baas van de branderij, heeft na tuurlijk liever koffieboonen in de trommels. Maar van daag weet hij, dank zij de oude ervaringen van zijn bedrijfsleider, ook de bin- nenlandsche grondstoffen zóó te bewerken, dat er voor de huisvrouw de volle 100 °/o geur- en aromastoffen uit gehaald worden. Mede als resultaat van zijn arbeid is Sanka-Tropid een surro- gaat-koffie geworden, zóó geurig en krachtig van smaak, zóó mooi en warm van kleur, dat ge zult den ken: - heerlijk en lekker, tiet als vroeger. Amsterdam - Prinsengracht 299-301 S/of op blz. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 19