gaten en gangen, die bovendien
nog sterk smaken. De wortelvlieg
legt eitjes in den wortel, de larve
eet zich door de peen heen. Tegen
dezen sinjeur is weinig te doen,
het telen van uien langs den rand
van het wortelenrabat schijnt te
helpen. Het beste is een paar jaar
lang geen wortelen, selderij of
peterselie te verhouwen, dan moet
de vlieg, wegens gebrek aan een
geschikte plek om haar eieren te
leggen, wel verdwijnen. Op een
volkstuinencomplex zal dit mid
del niet gemakkelijk uit te voeren
zijn. Beslist moet men hij wortelen
geen verschen mest gebruiken, daar
dit de wortelvlieg aanlokt. Hieruit
volgt, dat wortelen nooit op een broei moeten worden
gezaaid. Als soort voor dei. hak zou ik willen aanra
den Amsterdamsche bak, en voor den open grond:
Amsterdamsche, volle grond. In een bakje, ook
zonder broei, kan men alle soorten erwten aan den
gang brengen. Dus peulen, doppers, kapucijners
kunnen daarvan profiteeren. Men laat de erwten
eerst weeken. Na verloop van 48 uur giet men het
water er af, en laat ze zoo in de kamer staan. Spoedig
kunt u de pluimpjes zien.
Nu verhuizen" ze naar den hak. Voorzichtig uit
strooien, er om denken dat ze maar even blijven
staan, dus kort op elkaar. Afdekken met een laagje
fijne aarde, zoo dik als de erwt. Niet aandrukken en
dan het raam er over. U houdt natuurlijk de soorten
goed uit elkaar. Dus klimmers goed scheiden van
stamerwten. Zoo noodig gebruikt u een steeketiket
en schrijft naam en datum er op met etiketten -
potlood. Dit levert schrift, dat na verloop van een
jaar nog goed leesbaar is.
Zijn het plantjes geworden met hoogstens vier
blaadjes, dan uitplanten. Twee bij elkaar, de afstand
tot het volgende tweetal is 15 cm. Zijn het stam
erwten, dus peulen, doppers enz., die niet langs een
steun worden geleid, dan drie rijen naast elkaar, die
steeds 35 cm uit elkaar komen te liggen. Tussehen
elk drietal rijen een pad. Zijn het halfhooge of liooge
erwten, die dus steun moeten hebben van gaas of
rijshout (gebruik nooit wilge- of populieretakken),
dan plant men twee rijen naast elkaar en hun richting
is noord-zuid. Op den rand van het pad kan men sla
poten en zelfs spinazie zaaien of radijs. Als er maar
een kantje overblijft om te loopen. Radijs bezit een
knolletje, heeft dus ruimte noodig om dik te worden,
daarom ruim zaaien. De korrels zijn groot genoeg,
zoodat u gemakkelijk kunt zien, hoe dicht het ligt.
Er bestaat een soort, ijskegel, die lange, peen-
vormige knollen maaktdeze zaden moeten worden
afgedekt met een laag aarde van 3 cm dikte. Voor
de andere geldt de zaairegel„Met evenveel aarde
afdekken als de korrel dik is."
Een half ons zaad is ongeveer twaalfhonderd kor
rels, dus ruim voldoende om vele malen radijs te
zaaien.
Ook meiraap, of in tegenstelling met koolraap
eenvoudig raap gekeeten, vormt een knol. De meiraap
is op zandgronden en zandige kleigronden geen
onbekende. Ze groeit daar het best en levert een
werkelijk lekker smakenden knol. De groei moet snel
zijn, dus niet te vroeg zaaien, begin of half April.
Groeit ze langzaam, dar. worden de knollen voosien
de zoete smaak raakt verloren. Het beste is ze ruim
op regels te zaaien, dus langs de lijn met den hak of
schraper een ondiepe voor trekken en daarin de kor
rels op afstanden van 5 cm laten
vallen. Komen ze op en is de
stand nog te dicht, dan zal men er
enkele uit moeten trekken. Een
voordeelige eigenschap van de raap
is, dat ze liever niet op versch
gemesten grond groeit: men zaaie
haar dus op plaatsen, waar dit
jaar geen mest is ondergespit.
Reeds lang brengt de groenteman
raapstelen of kelen mee. Er be
staan gele en groene raapstelen.
De gele worden niet zoo spoedig
taai. Het is feitelijk het loof van
de witte meiraap, maar in plaats
van op knolsmaak, is hier geselec
teerd op den smaak van het blad.
Om de knolvorming dus tegen te
houden is het noodig zoo dicht
mogelijk te zaaien, dus net als
spinazie.
De mussehen vernielen meer dan ze
opeten. Hier uitgetrokken doperwten.
nensoorten, augurken, postelein en
tomaten, en over andere nood
zakelijke werkzaamheden in den
tuin. Wie buiten tomaten wil
kweeken, koopt reeds nu een
pakje tomatenzaad „Cooper's first"
en zaait dit zaad in huis in een
kistje fijne aard, en dekt het af
met een ruitje. Voor de koude
kas gebruikt men andere soorten.
M. T. STEGEMAN
Rijen stanipeulen. (Eigen opnamen)
Rijen doperwten lange gaan. Zoo worden de ramen van een dubbelen bak bevestigd.
Daar ze den grond niet lang in beslag nemen, kan
men het zaad uitstrooien op de paden tussehen de
erwtenrijen. Een andere bladgroente is snijbiet.
Deze gelijkt op spinazie, maar levert, als de laatste
geen bruikbaar gewas geeft, nog een behoorlijk blad.
Ook kan men haar afsnijden en komt er weer nieuw
blad te voorschijn. Het gewas is veel grover, dus
moet er ruim worden gezaaid. De regels komen 25 cm
uit elkaar te liggen en tussehen elk zaadkluwen
dezelfde afstand. Voor de variëteit Lucullus moeten
de afstanden nog grooter zijn. Blad vroeg snijden.
Ratten en muizen zijn dol op de zeer groote zaden,
dus in huis laten weeken en voorkiemen, waardoor
het snel opkomt en het gevaar dus kleiner wordt.
Prei moet ook in April
worden gezaaid. Men on
derscheidt zomer- en win-
terprei. De bekende winter -
prei wordt in 'n bakje
dicht opeengezaaid. Zijn ze
zoo dik als een dun potlood
geworden, dan verplanten
op regels, die 15 cm uit el
kaar liggen; op den regel
houdt men denzelfden af
stand. Zomerpret, deze
wordt bij salade gebruikt,
wordt ruim gezaaid meteen
op de plaats, en dus niet
verplant. Sla is een zeer
geliefde groente en wel zoo
sterk, dat ze uit Zuid-
Frankrijk en Italië werd.
ingevoerd en men ze kweekt
in warenhuizen en bakken.
Het zaad wordt, onder glas,
zóó dicht uitgestrooid, dat de korrels elkaar niet
raken. Hebben de planten blaadjes gevormd van
5 cm, dan worden ze verplant.
Sla schiet snel door, vooral als ze langzaam groeit
flink mesten en niet te vroeg uitplanten zijn daar
tegen de middelen. Om die laatste reden kan ik vol
staan met u de volgende maal de verdere cultuur
mee te deelen. Nu vragen aardappelen meer onze
aandacht. Zoo hier en daar heeft een amateur reeds
aardappelen uitgepoot. Dezen vergaten, dat de ijshei-
ligen tot 12 Mei regeeren en dat daarom de aardappe
len niet voor 15 Mei hoven den grond mogen komen.
Het gaat weleens goed, maar veel vaker loopt het
verkeerd.
De foto's uit de krant laten weliswaar het aardap
pel poten zien, maar hier worden bijzondere voor
zorgsmaatregelen getroffen, zooals afdekken enz
Normaal is 't beter, aardappelen niet voor de tweede
helft van April te poten. Te meer daar het aan te
raden is, voor eigen gebruik geen vroege aardappelen
te poten, daar winterprovisie de bedoeling is. Als u
gele eigenheimers poot, kunt u reeds in de derde week
van Juli aardappelen rooien, bij groen loof. Naar
behoefte neemt men steeds een paar planten op, en de
rest sterft af. Eigenheimers gaan mee tot Februari,
dan komende bevelanders en nog later red star. Juist
nu er zooveel voor u van afhangt, immers u werkt der.
geheelen zomer voor die winterprovisie, raden wij
u aan enkel goedgekeurde poters te koopen. Deze
worden verzonden in zakken, voorzien van 'n plomb.
In den zak vindt u een certificaat, aangevend in
welke provincie, op welken grond en door welken
kweeker de aardappelen
zijn geteeld. Niet goedge
keurde poters kunnen be
smet zijn met verschillende
viri, dus kiemen van be
smettelijke ziekten, en uw
geheele winterprovisie, op
het land of in de bewaar
plaats geheel of gedeelte
lijk vernielen. Juist waar
vele amateurs bij elkaar
een stuk land bebouwen,
kan één besmet perceel
de besmettingshaard zijn,
waardoor alle perceelen,
ook die van goedgekeurde
poters, besmet worden en
gevaar loopen verloren te
gaan. Juist de amateur, die
de symptomen niet kent
en dus zijn maatregelen
te laat neemt, loopt gevaar
er ernstige schade te lijden. Bovendien voldoet u aan
alle voorschriften.
In de provincie Zuid-Holland is het bijvoorbeeld
verboden ongekeurde poters van red star uit te
planten. Misschien geldt in een andere provincie
voor een andere variëteit een dergelijk voorschrift.
Een andere maal iets over de verschillende boo-
CEBTIFICAAT No. 83000 ïff
KEURINGSDIENST NOORD-HOLLAND
t airt dei
nachgeprurt werden kann
Het keuringscertificaat ran den N. A. K.
(Ned. Alg. Keuringsdienst).