GEBREID JUMPERTJE Hoe maken we onze wolresten productief RUGPAND MOUW VOORPAND 28 VOOR DEN LEEFTIJD VAN ONGEVEER 10 JAAR De vrouw, die een fijn gevoel voor verhoudingen en kleuren en bovendien een zekere dosis handigheid bezit, zal ongetwijfeld haar restjes wol al wel productief gemaakt hebben. Uit de vele brieven, die wij hierover echter ontvangen, blijkt wel duidelijk, dat niet iedereen tijd en gelegenheid heeft oin zelf een aardig modelletje te ontwerpen en wij gelooven dan ook, dat het hierbij afgebeelde jumpertje, dat bestemd is voor onze ongeveer tienjarige meiskes, voor menig moedertje aanleiding zal zijn, eens in haar restendoos te gaan snuffelen. Waarschijnlijk zal zij er iets van haar gading vinden, zoodat zij, zonder geld en niet te vergeten punten uit te geven, voor haar dochtertje een vlot en gezellig kleedingstukje kan maken. Benoodigdhedenong. 125 gram groene, ong. 75 gram gele en een restje roode koordwol of ander materiaal van dezelfde dikte, 2 lange aluminium breinaalden met knop nr. 2 V(>3 en 3 Vj1 kleine knoopjes voor de sluiting. Maten. Lengte ong. 40 cmbovenwijdte ong. 72 cm mouwlengte ong. 18 cm. Het rugpand Met de groene wol en naalden no. 2 ij zetten we 80 st. op en breien hierboven voor den boord eerst 20 naalden steeds afwisselend l r., 1 av. (r. boven r. en av. boven av.); daarna breien we verder als volgt: 21e naald: recht en 2 st. breien uit den 7en, 13en, 19en, 25en, 31en, 37en, 43en. 49en, 55en, 6)en, 67en en 73en st. (92 st.). 22e naald: av. 23e naald: recht. 24e naald: av. Nu breken we den groenen draad af en breien met de roode wol: 25e naald: 1 r., den draad naar voren halen, 1 st. r. afhalen en den draad weer naar achteren brengen. Vanaf steeds herhalen. 26e naald: den afgeh. st. van de vorige naald av.. den draad naar achteren brengen, den volgenden st. av. afhalen (dit is dus de steek, die bij dé vorige naald gebreid is), den draad weer naar voren halen. Vanaf steeds herhalen. De volgende 8 naalden breien we in tricotsteek (dus de heengaande naalden r. en de teruggaande naalden av.), en wel de 27e tot en met 30e naald met de groene en de 31e tot en met 34e naald met de gele wol. 35e naaldals de 25e naald, doch met de groene wol. 36e naald: als de 26e naald, doch met de groene wol. 37e tot en met 40e naald: met de gele wol in tricot- steek. Nu breien we weer verder met de groene wol en wel: 41e naald: recht. De laatste 20 naalden, dus de 22e tot en met 41e naald, vormen hetpatroon en we herhalen ze voortdurend. Uit den eersten en laatsten st. van de 42e. 53e, 65e, 77e en 89e naald breien we 2 st. (102 st.). Het voorpand Met de groene wol en breinaalden no. 214 zette1! we 80 st. op en breien hierboven voor den boord 20 naalden steeds afwisselend 1 r., 1 av. 21e naald: recht en 2 st. breien uit den 7eu, 13en, 19en, 25en, 31en, 37en. 43en, 49en. 55en. 61en, 67en en 73en st. (92 st.). Nu breien we verder in patroon, ter wijl we 2 st. breien uit den eersten en laatsten st. van de 41e, 51e, 61e, 71e, 81e en 91e naald (104 st.). Voor de armsgaten kanten we aan het begin van de 107e en 108e naald 5 st. af, aan het begin van de 109e en 110e naald 3 st., aan het begin van de 11 le en 112e naald 2 st. en aan het be gin van de 113e en 114e naald 1 st. (82 st.). Van de 145e naald breien we slechts 41 st. en keeren dan om; boven deze 41 st. breien we dan eerst den linker schouder af. Voor den hals kanten we aan het begin van de 146e naald 5 st. af, aan het begin van de 148e naald 3 st., aan het begin van de 150e naald 2 st. en aan het begin van de 152e, 154e, 158e en 162e naald 1 st. (27 st.). Voor den schouder kanten we aan liet begin van de 163e, 165e en 167e naald 9 st. af. Boven de 41 st., die we nu nog op de naald hebben, breien we den rechter schouder op dezelfde, doch tegengestelde wijze als den linkerschouder. De mouw We beginnen aan den bovenkant, zetten met de groene wol en breinaalden no. 2% 14 st. op en breien hierboven in patroon, ter wijl we er aan het einde van de le en 2e naald 3 st. bij opzetten. Aan het einde van de 2 volgende naalden zetten we er 2 st. (Foto Panorama) bij op en aan het einde van de 2 daaropvolgende naalden 1 st. Vanaf herhalen, tot we 74 st. op de naald hebben; daarna zetten we er aan het einde van de 2 volgende naalden 2 st. bij op en aan het einde van de 2 daaropvolgende 3 st. (84 st.), waarna we verder breien zonder meerderen, tot we in totaal 70 naalden gebreid hebben. 71e naald: met groen, 10 r., 32 maal 2 st. r. te zanten breien, en nog 10 r. Nu breien we met de groene wol nog 7 naalden steeds afwisselend 1 r., I av. (r. boven r. en av. boven av.), waarna we afkanten. We persen de verschillende deelen luchtig onder een vochtigen doek op en naaien ze in elkaar. Langs den hals nemen we ong. 76 st. op en breien hierboven voor het kraagje met de groene wol steeds afwisselend 1 r., 1 av. (r. boven r. en av. boven av.) en wel 6 naalden met breinaalden nr. 2%, 6 naalden met breinaalden nr. 3 en ten slotte nog 8 naalden met breinaalden nr. 3%; daarna kanten we losjes af, waarna we het kraagje terugslaan en aan den achterkant tegen het splitje naaien. Langs het splitje haken we één toer vasten, terwijl we aan den rechterkant tevens vier lusjes maken en hier tegen over op den linkerkant de knoopjes naaien. Voor de armsgaten kanten we aan het begin van de 107e en 108e naald 5 st. af. aan het begin van de J09e en 110e naald 3 st. en aan het begin van de 111e en 112e naald 1 st. (84 st.). Van de 133e naald breien we slechts 42 st. en keeren dan om, waarna we boven deze 42 st. eerst de rechterhelft afbreien, en er dus een splitje ontstaat. Voor den schouder kanten we, aan het begin van de 161e en 163e naald 9 st. af en aan het begin van de 165e naald 10 st., terwijl we voor den hals aan liet, begin van de 162e naald 12 st. af kanten, en aan het begin van de 164e naald 2 st. Boven de 42 st., die we nu nog op de naald hebben, breien we de linkerhelft op dezelfde, doch tegengestelde wijze als de rechterhelft.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 28