ZONDER Een oude viscb- methode, die nog steeds aan de Groninger kust in gebruik is Een van de oudgedienden, Koen Smit, die al m garnalenvangst heeft beoefend. Ah jongen ran (it eerst mee naar den priel •.onder-boot gaan aan den slag. Achter den dijk te Oudeschip in Groningen priel ontdekt, waarin telkenkeere bij eb rtle en dikke garnalen zijn te verschalken,. Vier visschcrs hebben zij een 'angei Zoo ziet een garnalen net er ting, waarmede de garnalen Veel visschers zonder boot zullen er in ons land niet meer zijn we bedoelen dan de beroepsvisschers en schakelen het legioen der hengelaars uit maar zij zijn er en deze garde is noch van plan te sterven, noch zich over te geven. Het zijn voornamelijk de garnalenvisschers, zooals men er nog verschillende in Groningen vindt, die de eeuwenoude traditie van visschen zonder boot voortzetten. Stoere Groningers zijn het met. een ijzersterke body, waarop zelfs een doorgefourneerde sportsman jaloerseh kan zijn. Want de man nen staan vaak meer dan oen uur tot de heupen in het water. Eu als zij er in geslaagd zijn zooveel zeekreeftjes te verschalken, dat de teenen mand vol is, wacht hun nog een wandelingetje van een kilometer of vier over het slik en over den kwelder, vóór zij in de be woonde wereld zich van droog goed kunnen voorzien. Zoo'n wandelingetje is geen peul schilletje, want de garnalenvisschers zijn geen mooi-weer-visschers. Van Mei, tot dat in November, eind Octobex', de nachtvorsten beginnen als het te koud wordt kruipen de garnalen veilig weg en kunnen dan niet worden „opge graven" zijn zij bijna iederen dag achter den dijk in de weer. Des mor gens voor dag en dauw of midden op den dag, dat hangt van het getij af. Want voor de garnalenvisschervj moet men met de vangst wachten totdat het eb geworden is. Daar zijn dan da gen bij, dat het zonnetje kleur en leven toovert op deze onafzienbare water massa en het grauwe modderkleed van het land-in-wording, maar eveneens dagen, dat de noordwesterstorm giert over 't wad en het kan daar spoken, als de zee liet. goed op haar heupen heeft of dat een koude, ondoordringbare mist door merg en been trekt en alle uitzicht belemmert. Zelfs den ervaren wadloopers, die daar in het rijk van geulen en prielen beter den weg kennen dan in de stad Groningen, wordt het soms te bar. Zij zouden verdwalen, als zij niet op regelmatige afstanden groote takken in den bodem hadden gewrikt, welke als wegwijzers dienst doen; want de A.N.W.B. heeft, zijn bekende paddenstoelen nog niet geplaatst in deze eenzaamheid! De boerderijen aan den voet van den buitendijk of eenzame arbeidershuisjes worden door de garna- wit. Duidelijk ziet men ook den bet- uit hun rust worden opgeschrikt. lenvisschers graag gebruikt als kleedkamer kleeden zij zich - men zou beter kunnen daar kleeden zij zich uit voor de vangst, vest blijven aan, doch de pantalon is ver door een kort. dun broekje, dat tot de knieëi reikt Ook de sokken zijn verdwenen, evenals in gevallen de schoenen. Zoo gekleed nemen vischtuig, steken dat door het hengsel van i en dan. op hoop van zegen. Aan den buit van den dijk ligt eerst de kwelder, het. land da zoo hoog is, dat het. ook bij vloed in de meestf geval len droog blijft. Dit is het domein der tallooi scha pen, die op dit jonge land voldoende voedse wetei Wadloopers op het land-in-WorAit

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 16