i Een volle bal Als het net wordt leeggehaald, wordt de vaagst ge sorteerd. Nadat eerst de talrijke krabben uit de bak jes zijn verwijderd, zeeft men het kleine grut er uit. vijftig jaren de trok hij voor het «imer men mgst. .8 verhangen knieëi reikt. iinen van 4 ii buit ind di ;ij liet U korf mkant reeds geval - allooz( scha- weten te vinden om in leven te blijven. Maar achter liet jonge land ligt het land-in-wording. het terrein, dat de zee ongaarne wil afstaan, doch dat zij toch verliest op den duur, omdat telkenkeer bij eb een nieuw laagje slik achterblijft. Ook dit gebied moet de visscherman pas- seeren, totdat hij bij de prielen gekomen is. De priel is. volgens het. woordenboek, een nauwe doorgang tusschen zandbankenin Groningen bedoelt men er meestal water- I vlakten mee, die slechts door een nauwe opening met de open zee in BB JB. verbinding staan. Een soort haf in het klein dus. Daar in die prielen blijven vele garnalen achter als het vloedwater terugtrekt. Het vischt.uig van den visscher ziet men duidelijk op de foto's. Het net is tusschen een V-vormigen stok bevestigd, aan de uiteinden waarvan een ketting zit. De pootjes van de V hebben sleetjes. Als men die nu over den bodem schuift, woelt de ketting in het zand- en kleibezinksel, waarin de zeekreeftjes zich gegraven hebben. Zij schrikken uit hun rust op. springen omhoog en belanden in het net. In een of twee trekken heeft men in den regel reeds een korf vol, maar zooals alles wat blinkt geen goud is, zoo is ook alle garnaal geen consumptiegarnaal. Dat kleine grut is wel geschikt voor de drogerij, waar men er kippenvoer van maakt, doch als men ze gepeld heeft, blijft er maar zoo'n klein „wormpje" over, dat het de moeite van het doorslikken niet meer waard is. Daarom wordt er na iederen trek flink gesorteerd. Dat gebeurt met handige zeefjes, bestaande uit bak jes met latten. Alles wat te klein is. valt er na het schudden uit. De groote garnalen blijven over en worden in de mand geworpen. De rauwe garnalen.zien er allesbehalve appetijte lijk uit. Als de vischboer die grauw-groene kreeftjes op zijn kar had, kon hij nog zoo hard roepen van „Garnalen" of „Gernoat", als hij in Groningerland is, of „Gorrinet" indien het venten in de Zeeuwsche contreien gebeurt, maar kwijtraken deed hij ze zeker niet. Die prachtige rose-roode kleur komt pas op het garnalenlijfje na het koken. Dat proces vindt direct na de thuiskomst van den visscher plaats. Dan heeft zijn vrouw een grooten pot met kokend water gereed staan, een paar handen zout daarin en floep, daar gaat de vangst er bij schoppenvol in. Na een onder deel van een seconde zijn de garnalen uit hun lijden verlost. En dan vormen zij een delicatesse, waarvan iedereen smult. Een garnalen brood je, een schelpje met garnalen, een slaatje bedekt met de roode zee kreeftjes of eenvoudigweg een boterhammetje bet legd met garnaaltjes uit den azijn, zijn ware tractaties. Voor rijk en arm! (Foto's Folkors) De rijke trek. 0)i hoop va n zegen Groen er in. rose er uit. of de laatste oogenblikken van een gar- naai. Op de tafel ziet men een voorraad dampende garnaaltjes. Mf to

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 17