VOOGDIJ """""AKKERTJE cLusteloosheid «IS® Nare dagen VERVOLGVERHAAL DOOR AAGE BORKLAND De Nederiandsche Pijnstiller PAAR COWBOY'S KRIJGEN, IK KON NOG NET EEN over de zonderlinge verdwijning van Elsa, en even zeker geloofde zij stellig, dat de pupil van haar broer zich op Banerberg volmaakt gelukkig had ge voeld. Maar juffrouw Lund wist niet alles. Het eerste half jaar had Elsa het volkomen naar haar zin gehad, ondanks haar verdriet. De Lunds gaven haar alles, wat ze noodig had en wenschen kon. Ze kreeg royaal zakgeld, en mocht in de tennisclub gaan, en iedereen, die zij leerde kennen, was vriendelijk tegen haar. De tuin en het bosch van Baner berg en het mooie meer daarachter waren een onuitputtelijke bron van genot. Zij voelde zich in een paradijsje zonder slang. Maar toen kwam er geleidelijk, ongemerkt bijna, een gevaar oprijzen, en wel van een kant, waar zij het minst verwachtte. Erik Lund had van 't begin af de rol van den hartelijken en t.oegewijden voogd gespeeld. Langen tijd had zij geen ander gebrek in hem kunnen waarnemen, dan dat hij een ietsje té hartelijk was. Wat zij in den omgang met haar vader een vreugde en een heerlijkheid had gevonden, werd haar een kruis en een hinder, toen het van Erik Lund kwam. Maar zij dacht maar steeds: hij is mijn voogd, de man, dien vader in zijn laatste levensdagen heeft uitgekozen, om zijn plaats in te nemen, voorzoover dat menschelijkerwijze mogelijk is. Ze was hem dankbaar voor zijn zorgen en ze was blij, dat hij van haar Meld. Hij had ook niét van haar kunnen houden, en dan had ze zich zeker erg onge makkelijk gevoeld. Maar toen zijn ge negenheid te uitbundig werd, maakte 't haaf kregel. En toen begon zij hem te betrappen op een blik in zijn oogen, die haar een koude rilling over den rug joeg. Ze vond hem onaangename oogen hebben, had ze van 't begin af al gevonden ze waren te klein en ze stonden te ver van elkaar. Eigenlijk viel de heele Erik Lund niet bijzonder in haar smaak. Ze had geen hekel aan hem, maar als ze zelf haar voogd had mogen kiezen, was haar keuze zeker niet op hém gevallen. Om haar vaders wil trachtte zij al zijn goede eigenschappen te waardeeren, en haar oogen te sluiten voor de trekken in zijn karakter, die haar minder bewonderens waardig leken. Ze probeerde zelfs zijn genegenheid te beantwoorden, maar dat bleek een zeer moeilijke taak. Over zijn sympathie of antipathie is een mensch geen baas. Het kwam zoo ver, dat zij hem onver draaglijk ging vinden. Zij begreep niet, waarom hij haar nu en dan op zoo'n eigenaardige manier zat te bekijken. Ze begreep niet, wat hij met zijn blikken bedoelde, maar onaangename blikken waren het zeker. Er was iets in haar, dat er tegen in opstand kwam. Soms pro beerde hij haar hand te vatten, en tus- sclicn zijn beide handen te houdendan trok zij terug: maar als hij trachtte met zijn dikke vingers haar kin op te lichten, kon ze het wel uitschreeuwen. Op een avond zat ze alleen met hem in de bibliotheek. Juffrouw Lund was met zware hoofdpijn vroeg naar bed gegaan. Eenigen tijd heerschte er stilte. Zij had een boek, en hij scheen in ge dachten verdiept. Opeens verbrak hij de stilte met een vraag. „Je voelt je hier toch heelemaal gelukkig, is 't niet, Elsa?" „Eh. ja zeker, meneer Lund," antwoordde zij, eenigszins in de war. „Banerberg is geen slecht huis, wat?" „Ik vind 't Mer erg mooi," zei ze, „vooral den tuin." „Ja, 't is er niet slechter op geworden, sind ik 't gekocht heb," ging hij voort. „Een mooi huis, een prachtig park, en een mooie omtrek. Hoe zou je 't vinden* als je dat allemaal je eigendom kon noemen?" Zij had in 't eerst geen flauw vermoe den gehad van zijn bedoeling. „Ik zon de verantwoordelijkheid niet aandurven,"zei ze, even lachend, en toen wou ze doorgaan met lezen. „Laat dat boek nu liggen, Elsa," vroeg hij op zijn zoetsappigsten toon. „Ik wou even met je praten." Zij legde het boek op haar schoot en keek hem aan, maar snel wendde ze haar oogen af. Ze voelde, dat zij een hekel aan hem kreeg, als hij haar zoo aanzag. „Je hebt natuurlijk allang gemerkt, hoeveel ik van je houd," ging hij voort. „Van je houden is eigenlijk nog veel te weinig gezegd ik heb je lief, ik heb je innig lief, en ik zou zielsgelukkig zijn, als je mijn vrouw werd. Wil je met' me trouwen, Elsa?" Zij schrok er zoo van, zij voelde zich zoo verbluft en ontsteld, dat zij niet tot spreken in staat was. „Ik meen het," hernam hij. „Ik heb nog nooit iets zóé ernstig gemeend. Ik ben natuurlijk ouder dan jij, maar niet té oud, en ik wil alles doen, om je gelukkig te maken. Ik zou je alles willen geven „O, stil toch, meneer Lund!" riep zij uit, met gloeiende wangen. „LT hebt al veel te veel gezegdals u nog meer. „Toe, niet zoo verschrikt kijken, kleintje," trachtte hij haar tekalmeeren. „Ik ben misschien een beetje haastig geweest maar mijn eenige bedoeling is, je gelukkig te maken." „Gelukkig, gelukkig?" zei ze, bijna vinnig. „U hebt me diep ongelukkig gemaakt. U hebt alles bedorven. O. Ze stond op, haar boek Mei op den vloer en haar oogen fonkelden. „Ga zitten, Elsa," zei hij vriendelijk maar beslist. „Er is niets, om je over op te winden. Een vrouw hoeft zich nooit beleedigd te achten door de liefde van een man, en ik heb je oprecht lief. Ik dacht, dat je dat wel al wist." „Waarom praat u nu nog door?" riep zij driftig. „Wou u me het huis uit ja gen?" „Integendeel, ik wil je voor goed hier houden," zei hij glimlachend. „Ik wil je meesteres van dit huis maken. Ik wil je een plaats geven onder de deftigste dames van liet land. Ik wil je volhangen met diamantenenpaarlen...." „Zet u dat maar allemaal gauw uit uw hoofd, meneer Lund," antwoordde het meisje minachtend. „Denkt u, dat ik voor geld te koop ben? Ik begrijp niets meer van u. Ik heb nooit kunnen denken, dat een vriend van mijn vader „Je bent verbaasd, dat zie ik wel, Elsa," viel hij haar in de rede. ,.ik geel toe, dat ik een beetje overijld te werk ben gegaan. Maar de meeste vrouwen zien al heel gauw, dat een man verliefd op ze is. Ik dacht, dat jij 't, ook al gezien had. In ieder geval weet je 't nu. Vervolg op blz. 19 Neem af en toe 'n "AKKERTJE" gedurende die nare dagen. De pijnen zullen verdwijnen en U zult zich in korten tijd dan weer echt prettig voelen, frisch en opgewekt. "AKKERTJES" zijn onschadelijk voor Uw gezondheid en ongeëvenaard bij hoofdpijn, kiespijn, aangezichtspijnen, rheumatische pijnen, spierpijn, lendenpijn, spit enz Maar ook dadelijk helpend bij kou, koorts en griep! Lusteloos? Mat? Pijnen? Iedere vrouw kent de klachten, die zich op gezette tijden telkens opnieuw herhalen. van die heerlijke, sterke schoenen, waar onze jongens zoo lang mee doen. Ze loopen er mee door plassen, ze voet ballen er mee en vaak ver wonder je je, dat ze nog niet stuk zijn. Maar dan bedenk je, dat het Cowboy's zijn, de schoenen die overal teger kunnen. ySCHOENEN^ DE BESTE VOOR UW SCHOENENBON

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 15