DE ROMAN DISTRIBUTIE- BONNETJE VAN EEN 1 Zoo wordt n distrwutie- bonnetje geboren in de waar- papier-drukkerij der fa. h. Enschedé en Zonen te Jo Haarlem. Boven ziet u, hoe het papier, om vervalsching te voorkomen, eerst met een ondergrond is bedrukt; in dezelfde pers wordt het daar na van de cijfers en letters voorzien (beneden 2 Het distributiebon netje wordt pas een individu door de perforatie-moeten, die het van zijns gelijken afscheiden die worden na het afdrukken, eveneens op snelpersen, in het papier aangebracht. U ziet hier tevens, hoe na elke bewer king. voor het transport naar een volgende af deeling, de vellen worden geteld, zoodat ontvreemding en fraude voorkomen worden. 3 l)ra schillen kaartje een bot van je wordt verwacht, dat je wat beteelenei in bet leven van menschen. En dien in -you, we slaan er ons door uiaar leuk was het niet voor ons, toen we hier in het land gekomen zijn. Och, het schijnt, dat I een andere tak van de familie vroeger al 'ns geprobeerd heeft, hier burgerrecht te krijgen, zoo'n vijfentwintig jaar geleden. Natuurlijk, zelf geloof ik nooit zoo alles maar, wat de menschen over iemand te zeggen hebben, maar onder ons kan ik 't u toch wel over vertellen: een reputatie dat die hier gekregen hebben! Neen, populair hebben ze zich niet gemaakt, en dat was onze handicap. Niet, dat ze bepaald gemeden werden. Iedereen had er op z'n tijd wel 'ns geregelde conversatie mee. Maar ze hadden zoo niets geen slag om zich nu 'ns echte vrienden te maken, hè? U kent dat wel. Schriel dat ze geweest moeten zijn! En wispelturig. Ge kunt er in de winkels en de distribu- tiebureau's nóg verhalen over hooren. Nare, ongezellige karakters. Koel en onaandoenlijk van inborst. En bar onbetrouwbaar! Hooghartig, en vreeselijk opdringerig en brutaal. Bedillerige, zure bemoeiallen. En 't wou niet van ze gedaan zijn. hè? Waarom ook? Och, wij kennen ze niet; 't was 'n héél andere tak van de familie en 't is al 'n paar generaties terug: kijk, ze begonnen pas voor zichzelf, hè, ze hadden 't nog tot niets gebracht. En ze hebben 't. ook moeten opgeven, ze konden het hier niet houden. Maar onder- tussclien: onze reputatie was er mee naar de maan! En todli mag ik zeggen, dat wij van een heel ander slag zijn. Och, dat gaat zoo. Een paar generaties cultuur gaan je familie niet zoo zonder een spoor voorbij. Wij zijn trouwens ook in heel andere omstan digheden grootgebracht. In uitste kend milieu. In Haarlem. Achter de Groote Kerk: weet u daar dat voorname, groote huis van de Enschedé's? Juist, daar hebben we als kinderen gewoond, daar zijn we geboren en getogen. We zijn op gegroeid met de bankbiljetten en de postzegels. Nu ja, bij de bank biljetten liad je er, die zich zoo'n beetje koel en op een afstand kon den houden. Vooral onder de hoo- gere en de buitenlandsche had je van die stijve. Maar met de post zegels konden we heel leuk over weg. Trouwens, we hadden 't zelf dan toch ook niet voor niets tot waardepapier gebracht. En zegt u zelfde postzegels zijn er ook niet zoo op vooruitgegaan in de latere jaren, ten minste in voorkomen niet: met al dat op-en overdruk ken en zoo! Ja, aan dien tijd mag ik graag terugdenken. Die sfeer daar in dat oude, groote huis. Keurig personeel, uitstekend toezicht, zorgvuldige be handeling. Telkens als iemand ons van een ander overnam, werden we nauwkeurig geteld. Pracht van be- wakings- en alarmsystemen in allo stevig gesloten en verzekerde zalen: er kon ons menscholijkerwijs gesproken niets gebeuren. Het bracht je allemaal een gepast gevoel van eigenwaarde bij, zelfvertrouwen, weet u? En. waar ik altijd dankbaar voor gebleven ben: er werd. behalve aan je intrinsieke waarde, ook alle aandacht gewijd aan je uiterlijke voorkomen, je kreeg er persoonlijkheid én stijlje uiterlijk werd er geregeld zorgvuldig onder de loupe genomen. Och, we moesten ons toch ook in ons verder leven overal kunnen bewegen, nietwaar? Neem nu mezelf maar. Ik heb het gelukkig niet slecht getroffen in de wereld. Met een keurig troepje volmaakt gelijkgestemde distributiebonnetjes werd ik al heel gauw na de voltooiing van onze opvoeding om onze opvallende verschijning en onze bijzondere distinctie uitgezocht speciaal voor Den Haag. O neen, ik verlies niet graag de bescheidenheid uit het oogmaar het geeft je toch wel een warm gevoel te bemerken, dat je gewaardeerd wordt, dat er wat 6 liet groote moment: Wat een jeest, als er op de broodkaart nog eens wat overblijft voor een paar gebakjes! we dadelijk bij onze ont vangst in Den Haag zoo sterkdat er met verlangen naar ons werd uitgezien. Och, er schijnen vanouds nogal eens vertelseltjes de ronde te doen over de hou ding van Hagenaars in 't algemeen en over het op treden van ambtenaren in 't bijzonder, maar harte lijk en zorgzaam en voor komend dat ze daar wa ren op het distributiekan toor! Ik behoefde er trouwens niet lang op mijn eigenlijke bestemming te wachten. Daar kwam op den eersten den besten morgen een

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 16