Dra hilleni uvrtjm n bot\ l het distributiebon netje het harde leven intreden. De vellen bons voor eer- 4 Een u-are schatkamer is 't magazijn artikelen worden in telkens gelijke volgorde op elkander gelegd en zóó op van een distributiekringkantoorwaar aat gesneden (links achter), elk pakje van zes diverse kaarten wordt in de bons bij millioenen veilig geborgen rereenigd (rechts achter) en de boekjes worden daarna in pakjes van liggen tot het oogenblik der uitreiking vijftig stuks ter verzending gebundeld (voorgroiul)gekomen zal zijn. 7 Nog na de inlevering heeft ieder bonnetje zijn waarde: op S Maar het distributiekantoor verstrekt den winkelier zijn nieuwe plakvellen verzameld dienen zij den winkelier om weer een toewijzing niet dan na controle, of de glakvellen niets dan onver - nieuwe aanvulling rail zijn voorraad Ie krijgen. raJsehtr JX-karaats hans bevatten I lenen gaat fideel en monter Haagse,h blondje mijn hulp vragen, ik kregen Een gezicht, waaraan je zien kon, dat ze wist, wat ze wilde: met een enkelen oogopslag overzag ze eerst de heele verzameling, keur de vlug en zakelijk nog eens elk afzonderlijk en na een paar korte inlich tingen van den distributie- ambtenaar werd mijn lot aan het hare verbonden. 0, dadelijk hij haar bin nentreden was ze mij opge vallen: vesreweg de sym pathiekste en intelligentste jonge vrouw, die ik dien morgen op 't bureau gezien had. Een, waar je je bij thuis voelde, en die je met, pleizier je hulp kon geven. Niet zoo iemand, die je onder stemmingen en nuk ken zou laten lijden, of die je verwaarloozen of kren ken zou. Dag en nacht ging ik over al met haar mee of bleef ten minste in haar nabij heid, in haar taschje. Nu ja, dat had één bezwaar: ze rookte als een schoorsteen, zooals ze dat zelf noemde, en in haar tasch moest ik dus geregeld het gezelschap deelen van die mondaine schepsels van sigaretten. In dat opzicht had ze wel wat meer égards voor me kunnen hebben. Maar ja, ze had nu eenmaal geen afzonderlijk compartiment niet-rooken in haar taschje. Ik voelde dikwijls, dat zij zorgen had. Maar heerlijk is het bewustzijn, dat ik haar daarbij tot troost ben geweest. Hoe dikwijls niet haalde ze mij en nog een paar van ons uit haar tascli te voorschijn om ons zorgvuldig naast elkaar op tafel te leggen en met liaar droomerigen, peinzenden blik berekeningen te maken en uit te staren in de toekomst van haar leven, die wij toch voor een deel in onze lianden en in onze macht hadden. Ge kondt dan zoo echt voelen, dat ze op ons rekende, dat ze op ons vertrouwde, en dat onze aanwezigheid een steun voor haar was. Tot de dag kwam, die mijn afscheid van haar bcteekende, maar ook mijn laatsten en mijn hoogsten dienst aan haar de dag van mijn eervolle uit verkiezing. Opnieuw had ze ons dien morgen voor zich neergelegd en uitgeteld, toen had ze naar mij geglimlacht en we zijn met haar naar een winkel gegaan. En dit was het, waarom ze geglimlacht had, ddt was het, waarvoor ze mij had uitgekozen geen gewoon brood werd er met mijn autorisatie gekocht, geen gewoon broodbonnctje bleef ik zes gebakjes werden er in een doosje gerijd. Ik had liaar hij al haar berekeningen en zorgen aan een feestdag mogen helpen De hoogste eerzucht, die er leeft in de borst van 5 En zoo veel beteekent een distributiekaart wel in het leren van een cotisunicnfe, dat zij ns even haar oogen goed den kimt geeftdeze vastberaden jongedame zal niet heengaan, zonder het volle pond gekregen te hebben. een broodbonnetje, was voor mij vervuld. Dat is de gloriedag van mijn leven geweest. Mijn levensdoel was op de eervolste wijze bereikt. Wat rest er mij verder nog dan de herinnering aan dat stralende oogenblik t In den winkel kwam ik dadelijk weer in een groot gezelschap van oudgediende distributiebonnetjes.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 17