EEN MEISJE ONDER VOOGDIJ
SANKA
TROPID
jfc deb«nhoesten.[men
heerlijk
en
lekker,
net
als
vroeger
Ervaren
vakmenschen
N.V. HANDELMAATSCHAPPIJ SOLANO
19
Vervolg van blz. 15
Denk er eens kalm over na, meiske,
dan bekijk je 't waarschijnlijk heel
anders."
„Nooit!" wierp ze hem toe, terwijl
ze naar de deur liep.
Hij sprong op en stak zijn handen
uit, alsof hij haar tegen wilde houden.
Zij deinsde terug alsof zij een slang
voorhad. „Als u me aanraakt, schreeuw
ik!" dreigde ze. „Ik wil niet, dat u me
aanraakt!"
Hij het zijn handen neerzakken, maar
er glom een eigenaardige glans in zijn
kleine oogjes. Een seconde later was zij
de kamer uit.
Hij ging weer in zijn stoel zitten en
stak een nieuwe sigaar aan.
„Een tikje schuw," peinsde hij, en hij
glimlachte hooghartig. „Maar dat komt
wel in orde. Ze zal wel moeten. Ik ken de
vrouwtjes." En weer glimlachte hij.
Elsa had zich intusschen op haar bed
laten neervallen en liet haar tranen
den vrijen loop.
„O, wat moet ik doen, wat moet. ik
beginnen?" klaagde ze. Ze had een
gevoel, alsof haar heele leven uit zijn
voegen was geschokt. Misschien voor
't eerst van haar leven was zij zich
bewust van een doodelijke vrees. Zij had
zich al eerder ontzettend alleen ge
voeld, maar nu was ze niet enkel een
zaam meer: zij werd bedreigd. Erik
Lund was niet langer een vriend voor
haar, maar een vijand. Haar zooge
naamde liefderijke beschermer had zich
ontpopt als een begeerige wolf. Nu
begreep zij, waarom ze hem nooit ge
moogd, hem nooit heelemaal vertrouwd
had. Ze was teruggeschrokken voor
hetgeen ze niet wist of zag, maar aan
voelde.
Plotseling doorzag ze hem. Er viel
een schril licht op dingen, die zij weken
lang raadselachtig had gevonden. Zij
scheen in één minuut van kind vrouw
te zijn geworden.
„Oprechte liefde....! O, vader,
waarom hebt u me aan hem over
gelaten?" Opnieuw kwamen de tranen.
Eindelijk stond zij op. Zij liep naar
de deur en schoof er de knip op. Angst
vervulde haar, een martelende angst.
En tochwat kon zij doen? Hij
had haar in zijn macht. Ze stond
onder zijn voogdij, tot ze tweeentwintig
was.
„Wat moet ik doen?" vroeg ze zich
zelf herhaaldelijk af.
Slapen deed ze geen oogenblik dien
nacht. Bij liet minste geluid schoot zij
overeind in bed, hijgend van angst. Zij
probeerde met zichzelf te redeneeren.
Ze maakte zich bang voor niets. Erik
Lund was een oude, vertrouwde vriend
van haar vader. Die zou wel geweten
hebben, aanwien hij haar toevertrouw
de. Zij maakte van een mug een olifant.
En ze was best in staat, op zichzelf te
passen. Maar hoe ze haar best ook deed,
de tranen bleven niet weg.
Ze kwam zeer laat beneden om te
ontbijten, en bemerkte tot haar groote
opluchting, dat Lund al weg was, naar
zijn kantoor. Toen hij terugkwam dien
avond, zorgde zij, dat ze steeds bij
juffrouw Lund in de buurt bleef ze
gaf hem geen kans, haar alleen te
spreken.
Dit ging dagenlang zoo door, maar
liet- vermoeide en verdroot haar, steeds
op haar qui-vive te moeten zijn, en de
aanwezigheid van haar voogd in de
kamer werd haar hoe langer hoe on
draaglijker.
Maar toen was de fortuin Lund weer
eens gunstig. Zij zaten bij elkaar in de
bibliotheek en toen herinnerde juffrouw
Lund zich opeens, dat ze iets had
laten liggen, in de slaapkamer of in de
eetkamer, dat ze noodig had.
Zoodra zij de deur achter zich dicht
had, wendde Lund zich naar Elsa en
met een stem, als zijde zoo zacht, vroeg
kij
„Probeer je me te ontwijken, meisje?
Da's erg dwaas van je, want je hebt
geen beteren vriend op de wereld dan
ik ben."
Als dat waar was. dacht Elsa,
maar ze zei niets en keek hem zelfs
niet aan.
,,lk hoop, dat je nog eens hebt na
gedacht over 't geen ik je laatst zei,"
ging hij voort, ,,'t Is me heilige ernst,
zie je."
„Ik hoef er niet over na te denken,"
zei ze scherp. „Ik hoopte, dat u t ver
geten had."
„Zie je me voor zoo onstandvastig
aan?" antwoordde hij niet een innemend
lachje, ,,'t Is bij mij geen kwajongens-
verliefdheid! Een man als ik vergeet zijn
liefde nooit."
„Praat u er dan niet meer over,"
verzocht ze ongeduldig, „want ik blijf
bij hetgeen ik gezegd heb."
„Misschien praat je nu een beetje
boud, Elsa," zei liij, weer glimlachend,
en zij begon dat lachje te haten. ,,\V at
heb je voor reden, om me zoo te be
handelen?"
„Reden?" viel ze uit. „Ik heb vijftig
redenen, maar één is voldoende. Ik houd
niet van u."
„0, de liefde komt wel. Ik zal wel
zorgen, dat je van me gaat houden."
,,I)at kunt u nooit. Nooit."
„We zullen zien." Hij glimlachte.
„Ja, we zullen zien." En toén, tot haar
onuitsprekelijke verlichting, ging de
deur open en kwam juffrouw Lund
weer binnen.
Maar dat lachende „We zullen zien"
wekte in Elsa nieuwe en grootere vrees.
Zij merkte wel, dat hij koppig aan
zijn plan vasthield, en dat hij het on
barmhartig zou doorzetten. W ant ze
had hem eens hooron pochen: „Als ik
eenmaal mijn zinnen ergens op gezet
heb, rust ik niet, vöór 't van mij is."
Weer slaagde zij er in, een week lang,
hem uit den weg te blijven; maar toen,
op een avond, greep hij haar onder aan
de trap om haar middel en probeerde hij
haar te kussen. Zij voelde zijn heeten
adem op haar wang, en gaf een gil.
die door Jiet heele huis sneed.
Aanstonds deed hij een stap achteruit
Er kwam een dienstbode de keuken uit
gehold.
Greta," zei hij met een heesclic
stem, „je zult een val moeten zetten.
We hebben muizen. Juffrouw Larssou
heeft er haast op een getrapt, toen ze
naar boven ging."
„Lieve help, meneer," zei de vrouw
met een blik van verbazing, „ik wist
niet, dat we muizen haddenIk heb er
nooit een gezien. Ik zal er gauw werk
van maken."
„Goed, hoe gauwer hoe liever. We
kunnen de dames niet zoo laten schrik
ken."
„Natuurlijk niet. meneer." En Greta
verdween.
Elsa had den tijd gebruikt, om op
haar kamer te'komen en de deur achtei
Vervolg op blz. 22
bepaalden na zorgvuldige
proefnemingen de juiste
samenstelling van het pro
duct; geschoolde vaklieden
behandelden de grondstof
fen in een moderne bedrijfs-
installatie op deskundige
wijze. Het resultaat van
hun werk, Sanka Tropid,
is surrogaat-koflie met een
geurige krachtige smaak en
een mooie warme kleur.
Geoefende fijnproevers con
troleeren de productie van
het bedrijf en eerst na deze
laatste controle vindt Sanka
Tropid haar weg in de goede
winkelzaken.Deverstandige
huisvrouw stelt vertrouwen
in beproefd vakmanschapen
verrast haar gezin en haar
gasten bij voorkeur met
Sanka Tropid. Algemeen is
hun oordeel; heerlijk en
lekker, net als vroeger.
Amsterdam - Prinsengracht 299-301