In het essayewrsbedrijj van de ja. II. Drijfhout en. Zoon te Amsterdam wordt
door juweliers en handelaars het oude goud aan de loketten aangeboden.
te houden. Want gedurende het jaar 1940 is de nor
male omzet met wel het dubbele overtroffen door
den kooplionger van het publiek. En daar
door werd de juwelier gedwongen tot den eisch, dat
bij den aankoop van gouden stukken oud goud in
ongeveer gelijke hoeveelheid werd ingeleverd, wilde
hij niet langzamerhand zijn zaak leegverkoopen.
Dat heeft het publiek dan ook over 't algemeen wel
begrepen, en menig juwelier heeft dan ook door den
inkoop van aangeboden oud goud wel een kleine
reserve kunnen vormen. Zoodat hij u een kostbaar
juweelen stuk, waar maar weinig metaal aan is ver
werkt, nog wel 'ns zonder inlevering verkoopen wil.
Maar probeert u
dat maar niet met
een massieven arm
band of een ander
zwaar gouden stuk
Voor 'n heel klein
deel maar wordt
dat ingekochte oude
goud onmiddellijk
op het atelier van
den juwelier ge
bruikt voor repa
raties of vervaar
diging van kleine
voorwerpen. En wel
voor zoover het ge
halte van het in
gekochte goud met
voldoende zeker
heid vaststaat.
Want met het
meeste oude goud
is het zoo gesteld,
dat nooit met stel
ligheid kan worden
berekend, hoeveel
duizendsten „fijn"
goud een voorwerp
bevat. De juwelier
verricht wel een
globale keuring of
toetsing, waaruit
hem ten naastebij
blijkt, hoeveel hij
u voor den aan
koop betalen kan.
Maar afslijten, her
haald repareeren en
soldeeren kunnen het oorspronkelijke goudgehalte
van een stuk vaak aanmerkelijk verminderen. En
door zulk goud zonder meer te gaan verwerken zou
de juwelier niet verantwoord zijn tegenover den
nieuwen kooper. En tegenover den Waarborg, die
Voor de affinage, de zuivering van het goud. worden
de baren ruw (brute) goud met bijvoeging van fijn
zilver opgesmolten en dan in water uitgegoten, waar
door men grenaille verkrijgt.en dit grenaille kan
gemakkelijk in zuren zoo worden uitgekookt, dat alle
onzuiverheden en métalen behalve het goud oplossen
en afgegoten kunnen worden, waarna het goud in
poederige korrels geheel zuiver achterblijftdaarvan
kunnen dan weer baren „fijn" gegoten worden.
hier te lande strenge eischen stelt en serieuze
keuringen verricht, zoodat zijn stempels,
waarvan een vergroote afbeelding in iedere
juwelierszaak aanwezig moet zijn, en zon
der welke geen gouden of zilveren werken
mogen verhandeld worden, 't publiek dan
ook een volstrekte garantie verschaffen.
En daarom wordt practisch al het in
geleverde oude goud door den juwelier
overgedragen aan een der beide groote Ne-
derlandsche essayeursbedrijven van Drijf
hout en van Schone te Amsterdam. Daar
wordt zoo'n partij oud goud van allerhande
Op een temperatuur
van 1200 graden G.
wordt het oude goud
dan in den smelt
kroes omgesmolten
Wanneer de verhit
ting lang genoeg ge
duurd heeft om de
verschillende gehal
ten van 't oude goud
tot één vrij homo
gene massa om. te
smelten, wordt het
vloeibare metaal tot
een baar onzu iver
goud uitgegoten.
(Foto rechts.)
gehalte eerst, omge
smolten tot 'n baar
onzuiver goud. Een
essaai (in onze af
beeldingen kunt u
volgen, hoe dat in
zijn werk gaat) kan
dan leeren, hoeveel
„fijn" zoo'n baar
bevat, en hoeveel
„onedel". Nu wordt
de baar opnieuw
gesmolten met toe
voeging van fijn
zilver; in water uit
gegoten levert dit
mengsel grenaille,
Het na het cupelleeren overge
bleven goud en zilver wordt, nu
dun uitgewalst en in kleine
kolfjes worden deze plaatjes
met salpeterzuur uitgekookt:
daardoor lost het zilver op en
kan worden afgegoten, zoodat
thans uitsluitend zuiver goud
overblijft. En wanneer het ge
wicht daarvefn vergeleken wordt
met het gewicht van de uit de
baren geboorde hoeveelheidkan
men. dus in duizendsten nauw
keurig vaststellen, hoeveel
„fijn" elke baar bevat.
De verkregen baren onzuiver goud
moeten nu worden geëssayeerd,
dwz. het gehalte wordt nauwkeu rig
bepaald om te weten, hoeveel fijn
goud men nu wel van eiken aan
bieder heeft overgenomen. Daar
toe worden uit elke baar nauw
keurig gewogen kleine hoeveel
heden uitgeboord en met wat lood
en zilver in cupellen (kleine
kuipjes) gesmolten in een gas-
oventje. Deze cupellen, gemaakt
van beenderasch met enkele toe
voegingen, nemen tijdens het
smelten alle onzuiverheden en
onedel metaal in zich op, zoodat
alleen goud plus zilver nog
overblijven