Jssé,'JCaliklöcu
Daar bij dien molen
daar woont het meisje, maar daar is ook wel
een prachtige foto vandaan te slepen. Prachtig,
wanneer U over goed opname-materiaal be
schikt. Gefeliciteerd hij, die Bessapan in zijn
camera heeft! Deze zéér vlugge, zéér fijn
korrelige en voor alle kleuren gevoelige film is
DE film om sfeer en schoonheid vast te leggen.
Ook als Kleinbeeldfilm verkrijgbaar.
Gelukkig/ de man-met Bessapan!
FIJNKORREL FILM
De door artsen aanbevolen tandpasta ^3
bevat 0 0075 °/o organisch jodium, waarvan 0-000035 gr.
jodium door het tandvleesch opgenomen en daardoor in g
de inwendige organen van het lichaam verspreid wordt.
5^ JjodrJCaUkldca is een aangenaam schuimende tandpasta van
uitstekende kwaliteit (zonder chloorzure calium) met een
lekkere frissche smaak. De uiterst kleine hoeveelheid organisch
■N jodium is voldoende om de mondholte gedurende langen tijd te Sa
ontsmetten (wetenschappelijk bewezenen daardoor de tanden
5^ zoowel als het tandvleesch voor ontsteking en vooral ook tegen v**
de in de geheele wereld verspreide tandwoll (Paradentose) te
5^ beschermen. sa
Jfxl'jKaliklcca is voorts door artsen erkend als
voorbehoedmiddel tegen verkoudheid, aderverkalking
5^ (Arteriosklerose) en als stimulans voor alle lichaams-
p; functies.''
Oueisser Co..
Hamburg 19
DepotPharmaceuti
sche Union, Hilversum
P. de Hooghlaan 34
De aangenaam schui
mende Ge zond
heids-Tandpasta.
een kappersbediende en je komt er
weer uit met 'n hoed van vijf gulden.
Het eenige werkelijke verschil in hoeden
zit in den prijs, maar dat zullen vrou
wen nooit inzien."
Vrouw Telling lachte flauwtjes en
gaf nogmaals haar bereidwilligheid te
kennen om thuis te blijven. Zij konden
den namiddag nuttig doorbrengen door
in den tuin te werken, zei ze. Haar man,
met een nieuwen verontwaardigden
blik in de richting van Derks, die bleef
knipoogen als de sluiter van een foto
toestel, zei, dat ze een hoed kon krijgen,
maar hij vroeg haar wel te bedenken,
dat een eenvoudig hoofddeksel haar
het beste stond.
De rest van de week verliep langzaam
en Telling was ondanks de hardnekkig
ste pogingen niet in staat, eenige in
lichting van Derks te verkrijgen over
de denkbeelden van dezen heer omtrent
de bergplaats van het geld. Bij elke
toespeling werd Derks' glimlach slechts
breeder en toegeeflijker.
De twee vrienden namen Zaterdag
middag op den hoek van de straat
afscheid. Telling, die zich bewust was
hoe ongeduldig zijn vriend moest zijn,
probeerde zijn vrouw te haasten door
zoo nu en dan den verkeerden tijd naar
hoven te roepen. Eindelijk kwam ze
glimlachend beneden, met een eenvoudig
hoedje, waarop drie rozen, twee strik
ken en een veer prijkten.
„Die veer heb ik al jaren," zei ze.
„Dit is de vierde hoed, waar zij op
zit.... maar och, ik heb er ook goed
voor gezorgd."
Zij namen een tram aan het einde
van de straat en om in de frissche
luchtte zitten, gingen zij in een open
wagen. Vrouw Telling leunde met vredig'
plezier achterover en de eerste tien
minuten vermaakte zij zich met de
bedrijvigheid op straat. Daarna keerde
zij zich plotseling tot haar echtgenoot
en verklaarde, dat zij een druppel
regen gevoeld had.
„Verbeelding," zei hij kort.
Iets kouds raakte zachtjes zijn ooglid,
een licht gekletter weerklonk tegen
het hout en daarna, ssssssuisde
de regen neer. Met een nijdigen uitroep
sprong hij op en ging met zijn vrouw
meer binnenin zitten.
„Echt iets voor ons, zoo'n pech,"
zei ze treurig. „We kunnen nog het
beste in de tram blijven zitten en er
mee teruggaan."
„Onzin," zei haar echtgenoot op
ontstelden toon, „dat is zoo weer
over."
De gebeurtenissen bewezen het tegen
deel. Toen de tram bij het eindpunt
aangekomen was, goot het. Vrouw
Telling sloot haar oogen en de plekjes
blauwe lucht, alleen zichtbaar voor het
hoopvolle oog van haar echtgenoot,
konden haar niet in beweging brengen.
Zelfs zijn roekelooze toespeling op een
taxi miste zijn doel.
„Dat helpt niets," zei ze bits. „Wij
kunnen Artis immers niet rondrijden
in een taxi en ik ben niet van plan door
de nattigheid te baggeren om een ander
een plezier te doen. Wij moeten inaar
eens op een anderen keer gaan. Het is
vervelend, maar er zijn ergere dingen
in het leven."
„Kunnen we dan niet ergens anders
heengaan?" opperde de verontruste
Telling.
„We gaan naar Artis of we gaan
naar huis," besliste zijn wederhelft.
„D'r is hier anders vlak bij een
schouwburg...." begon Telling weer.
Maar daar had hij ook al geen geluk
mee, want het bleek, dat het programma
dien middag bestond uit een kinder-
matinée met een goochelaar en meer
van dergelijke attracties, die vrouw
Tellings niet konden boeien. Ze wou
naar huis.
Telling, die zich afvroeg, hoe het
met de werkzaamheden van Derks zou
staan, stemde in wanhoop toe. Op den
hoek van de straat liet hij de tram
stoppen en met zijn hoofd naar beneden
voor den regen holde hij naar huis.
Vrouw Telling rende hem echter in
angst over haar hoed voorbij.
„Wat mankeert je?" informeerde ze,
in haar zak naar haar sleutel zoekend,
terwijl haar man op de stoep onhandig
maar met veel lawaai tegen de deur
ging staan trappelen.
„Kou," antwoordde Telling. „Ik ben
zoo nat geworden."
Hij bleef lawaai maken en toen de
deur open was, gaf hij lucht aan zijn
vreugde weer thuis en onder dak te
zijn, met een stem, die de ramen deed
rammelen. Daarna zag hij met bezorgde
blikken zijn vrouw naar boven gaan.
Ik vraag me af, wat voor een uit
vlucht die oude Tom zal verzinnen,
om te verklaren, dat hij thuis is,
dacht hij.
Hij stond met een voet op de onder
ste trede en luisterde ingespannen. Hij
hoorde boven een deur opengaan en
daarop weerklonk een wilde, oorver
scheurende kreet door het huis. Onwil
lekeurig stormde hij naar boven, volgde
zijn vrouw in hun slaapkamer en bleef
domweg naast haar staan staren naar
een paar beenen, die uit den schoorsteen
staken. Terwijl hij er naar keek, scho
ven de beenen achterwaarts de kamer
in, het bovenste gedeelte van een
lichaam kwam uit den schoorsteen te
voorschijn en toen dit zich omdraaide,
zag hij het met roet besmeurde gezicht
van Thomas Derks. Een tweede wilde
kreet van vrouw Telling begroette de
ongewone verschijning.
„Hallo!" riep Telling en zocht naar
een woord, dat van pas kwam in deze
situatie. „Hallo! Wat.... wat voer je
daar uit, Tom?"
Derks blies het roet. van zijn lippen.
„Ikikik kwam onverwachts
weer thuis," stotterde hij.
„Maar. wat.dééd je?" hijgde
vrouw Telling, met een stem, die steeds
luider werd.
„Ikik kwam jullie deur voorbij,"
zei Derks, „jullie deur voorbijom
naar mijn kamer te gaan. om me
een beetje te wasschen. en toen...."
„En toen?" vroeg vrouw Telling.
Derks wierp een blik op Telling, waar
van de aandoenlijkheid zelfs niet onder
het roet verborgen kon blijven. „En
toen. toen hoorde ik een arm, klein
vogeltje fladderen in jullie schoorsteen,"
vervolgde hij met een zucht van op
luchting. „En omdat ik gek op beesten
ben, nam ik de vrijheid jullie kamer
binnen te gaan en zijn leven te redden."
Telling haalde diep adem, maar
probeerde dit tevergeefs onhoorbaar
te doen.
„Hij zat met zijn arme kleine pootjes
vast in het metselwerk," vervolgde
de waarheidlievende Derks teerhartig.
„Ik maakte hem los en hij schoot....
ik bedoel, hij vloog.... den schoorsteen
uit."
Met de beschaamde kaken van een
man, die bij het uitvoeren van een edele
daad betrapt wordt, verliet hij de ka
mer. Man en vrouw keken elkaar aan.
„Dat is Tom.... dat is nou echt
Tom," zei Telling enthousiast. „Zoo
was hij als kind. Hij is zoo'n man, die
van de Hooge Sluis zou springen om
een tnusch te redden, die op het punt
staat te verdrinken."
„Hij heeft een verschrikkelijken rom
mel gemaakt," zei zijn vrouw, met ge-