radicaal te doen verdwijnen. Er is één muis. die beschermd wordt, evenals kikkers en padden, «looi de wet, en dat is de spitsmuis. Deze eet niets anders dan dierlijk voedsel en ruimt zelfs zijn naam- genooten, de veld- en boschmuizen, op. Daar, waar men last heeft van rat en muis, moet men den wezel met rust laten. In sommige etalages en hier en daar in de huiskamer treft men opgezette wezels aan. Deze beestjes konden, indien men ze had laten leven, honderden ratten en muizen hebben vernietigd, maar helaas, zij waren niet vies van een jong konijntje. Om deze laatste voorkeur vergeet men alle goeds, dat hij als ratten- en muizen verdelger doet en tracht men hein overal op te ruimen, .lammer genoeg, want het is beslist in ons nadeel. Tegen ratten en muizen bestaan vele middelen, van het bekende rattenkruit tot vele geheime middelen. De voorkeur verdiehen echter middelen, die «loodelijk zijn voor rat en muis, maar onschadelijk voor mensch en huisdier. Vooral in het voorjaar behoort men deze vernielers te verdelgen, want dan doen ze de meeste schade aan zaden, pootgoed en jonge planten bovendien begint dan de vermenigvuldiging. Een overwinterd paar muizen kan in het najaar een nakomelingschap van honderdvijftig exemplaren bezitten. In t uincomplexen, waar vele schuilplaatsen onder huisjes en hokken zijn, is het gevaar, dat een zoo groote nakomelingschap bereikt wordt, werkelijk ernstig. Nu we op den kouden grond zaad gaan uitstrooien, leveren we den lieeren feitelijk nog meer voedsel. Tot dit zaad behoort ook dat van augurk, komkommer en pompoen. Steeds hebben we gezorgd voor krachtig voedsel, maar een enkele lekkernij kan er toch best tusschen- door. Voor komkommers kiest men een strookje grond, dat vochthoudend is. en prima bemest. Desnoods geeft men nog eens een extra-portie op de plaats waar «le rijen planten moeten komen. Twee zaden bij elkaar. De ruimte tnsschen de regels houdt men op 2 m en de afstanden op den regel op 40 cm. Men kan de rij aanleggen tusschen de bestaan de erwtenrijen. zoo noodig midden tusschen de spi nazie en radijs. De erwten en de radijs verlaten spoedig liet veld, waarna de komkommer de gelieele ruimte krijgt. Als men de pitten zaait in potjes en deze in een bakje onder glas plaatst, wordt het risico veel kleiner. Natuurlijk moet men een soort kiezen, die geschikt is voor den kouden grond, zooals ..lange Amsterdamsche" en „lange groene". Augurken zijn familieleden van de komkommer. Het zaad wordt, een nacht geweekt en dan uit gestrooid. Men zaait liefst in een bakje of legt de pitten dicht tegen elkaar in een nestje, dus op een hoopje bij elkaar. Dit is noodig, omdat de grond goed vochtig moet blijven en men op zoo'n kleine ruimte alles kan afdekken met een natten zak. Deze zak blijft drie dagen liggen. Daarna worden de planten ook alweer op rijen uitgeplant. De afstanden zijn even groot als bij de komkommer. De planten worden, evenals die van de boonen' aan d® kiemlobben in den grond gebracht- ««Duizendvoud" is een goede variëteit, die, wat slecht weer be treft, een stootje kan verdragen. De eetbare pompoen wordt «le laatste jaren meer geteeld dan vroeger. Dit is echter een warm te- liefhebber, waarom men hem moet uitplanten tegen een schutting op het zuiden. Ook is het mogelijk hem in bakken te telen, waarop men de ramen dan zoo lang moge lijk laat liggen. Op het laatst wordt de plant zoo groot, dat het raam er niet meer op kan blijven. De zaden moeten beslist in huis <tf in een verwarmden bak wor den uitgezaaid. Pas in Juni plant men ze buiten uit. De grond moet veel mest bevatten en flink los zijn. Een hoop oude bladgrond met veel mest is nog het beste. De planten groeien onder gunstige omstandigheden zeer snel, zoodat men spoedig kan constateereu of «le cultuur zal slagen. Ook de tomaat is een warmte- liefhebber. Reeds eerder is er op gewezen, «lat het zaad voorbuiten- tomaten in huis behoort te worden Combinatieteeltkapucijnen en spinazie. (Eigen opnamen) De spinazie kan at worden afgesneden. uitgestrooid. Als variëteit werd u genoemd Cooper's First, daar dit wel de eenige tomaten- variëteit is, die buiten vrucht geeft. Op be schutte plekken doen echter enkele koude kas- tomatenvariëteiten het ook behoorlijk, zoodat het mogelijk is plantjes bij een kweeker te koopen. De zelf gezaaide planten zijn nu zoo groot, dat ze moeten worden verspeend, «lus de afstanden tusschen de planten onderling moeten worden vergroot. Dit kan men het voordeeligste doen door ze meteen naar den bak te brengen. Daar plant men ze weer uit op onderlinge afstanden van 5 cm. Wanneer men den bak van te voren enkele dagen heeft dicht gehouden, is het daarin, en vooral in den grond, vrij mild geworden, zoodat de overgang niet bijster groot is. Na het uitplanten broest men de planten voorzichtig aan en sluit daarna den bak. Om de naehttempera- tuur zoo hoog mogelijk te houden, dekt men het glas 's avonds af met zakken of ander materiaal, waardoor de warmte-uitstraling wordt beperkt. Na verloop van enkele «lagen kan de bak overdag op lucht gezet worden om de planten langzamer hand aan de buitentemperatuur te wennen. Dit proces noemt men afharden. Zijn ze eenmaal vol doende gehard, «lan laat men het raain er heelemaal af. Kort daar na kunnen de planten op de be stemde plaats worden uitgeplant. Om dit uitplanten met succes te doen geschieden, zoodat «le plan ten er den minsten hinder van ondervinden, is het noodzakelijk, dat de planten kluit houden. Om dit kluit houden te bevorderen broest men de planten een paar maal aan, zoodat de kluiten flink vochtig zijn, daarna worden ze voorzichtig opgenomen en uit geplant. De regels kouicn 1 in uit elkaar en de ruimte op den regel is 50 cm. Het beste is eerst een stok een nieuwe stok is aan te bevelen te steken en daar de plant tegenaan te planten. Kapucijners, roode koot en raapstelen. Alhoewel het plantje nu nog klein is, bindt men het dadelijk met een breede raffia aan den stok. liet spreekt vanzelf, dat deze band niet strak wordt getrokken, want dan zou van verderen diktegroei geen sprake meer zijn. Evenals bij den pompoen verdient liet aanbeveling, de tomaten uit te planten op een plek, die afgesloten ligt van de noordenwinden, waardoor de planten volop van de zonnewarmte kunnen profiteeren. Zoo zoetjesaan wordt het tijd, en vooral wordt het warm genoeg, om postelein te zaaien. Dit zaad wordt nu eens niet op rijen uitgestrooid, maar op een bedje. Zooals uit den zaaitijd blijkt, is postelein ook al een warmteliefliebber. Men strooit dus het zaad bij voor keur uit op een beschutte plaats. Ook is liet aan te raden het zandgoed gelijkmatig dicht te zaaien. Doordat het zaail zoo glad en fijn is, valt dit niet mee. Omdat het zaad zoo uiterst fijn is wordt het niet met grond afgedekt, maar blijft 't onafgedekt liggen. Ook dit zaad wordt met een natten zak afgedekt, vooral als «le zon fel schijnt. In gunstige omstandig heden is het mogelijk, dat het zaad na verloop van vierentwintig uur reeds opkomt. Een goede plaats om postelein te zaaien is de grond, dien men met komkommers heeft beplant, ten minste als die regel al niet tus schen ander gewas is aan gelegd. Er bestaat groene en gele postelein, maar de groene is beter voor volle-grond-cultuur ge schikt, daar de gele nog al last heeft, als er nog een paar koude en natte dagen zouden komen. De zoogenaamde soep groenten, dus peterselie en selderij, kunnen nu ook worden gezaaid. Het kon al reeds eerder, maar het beste is voor dergelijke kleine hoekjes de overge schoten stukjes van het land te gebruiken. Ook dit zijn vrij fijne zaden, alhoewel ze grof zijn in ver gelijkingmet posteleinzaad; worden daarom ook al weer niet met aarde afge dekt als de zaden zijn uit gestrooid. Peterselie eischt een goed vochtigen grond, die tij dens de uren, dat de zon volop warmte geeft, net in de schaduw ligt. Komt de plant in de volle zon te staan, dan wordt het loof zeer spoedig geel. Het zaad kiemt wel uiterst langzaam, maar nu is het zóó warm geworden, dat het zonder hulpmiddelen vrij spoedig kiemt. De cultuur van selderij is gelijk aan die van peterselie, zoodat deze verder geen moeilijkheden oplevert. Er bestaat ontsmet zaad en dit verdient natuurlijk weer de voorkeur. Om onderscheid te honden tusschen peterselie en selderij, iets wat zeer vaak noodig is, doet u het beste krulpeterselie te bestellen. Daar deze blaadjes gekruld zijn. is er duidelijk onderscheid tusschen peterselie en selderij. M. T. STEOEMAN De komkommcrplanten staan groote potten. Maast de bloem kool somen de stokboonen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 23