nieuwe hoed nieuwe Zomer, een Het is een bekend feit, dat oudere dames er over het algemeen maar heel moeilijk toe kunnen komen om een nieuwen hoed te koopen en daarom veel langer dan haar echtgenooten en vooral ook haar volwassen doch ters prettig vinden, met het oude, afgedragen exemplaar blijven loopen. En als ze er dan al toe overgaan een nieuwen hoed aan te schaffen, dan moet deze over het algemeen zoo veel gelijkenis met het oude, vertrouwde dopje vertoonen, dat de omgeving nóg allesbehalve tevreden gesteld is. De hoofdoorzaak van dit conservatief gedoe ligt echter niet zoozeer in een koppig vasthouden aan het oude, dan wel in het feit, dat er nog altijd zooveel zaken zijn, die den hoed voor oudere dames verwaarloozen en het blijkbaar winst gevender vinden, zich uitsluitend op coquette dopjes voor de jongere garde toe te leggen. Een bewijs van slecht koop manschap overigens, daar ook de oudere vróuw er over het algemeen graag aantrekkelijk uitziet en omdat als de moeder den weg naar een zekere zaak gevonden heeft ook de dochters vaak volgen. Een verblijdend teeken is, dat de Nederlandsche hoedenindustrie de markt overstroomt met uiterst geschikte modellen voor de wat oudere vrouw, zoo- dat er voor geen enkele zaak meer een aannemelijke ver ontschuldiging bestaat om slechts coquette en vaak ook dwaze dopjes in voorraad te hebben. Daar oudere dames over het algemeen donker gekleed plegen te gaan en het dus niet noodig is om er een heel regiment hoeden in allerlei tinten op na te houden, komen vooral de duurdere exoti sche soorten stroo, zooals bijvoorbeeld het hoe langer hoe zeldzamer wordende bangkok en sisol, in aanmerking voor den meer gekleeden hoed, terwijl de garneering, die uit een enkelen kwieken strik, een smaakvol aangebrachte vlerk, een niet te uitbundige bloem, ofwel een moderne veer kan bestaan, vooral nooit opzichtig mag zijn. Maar lioewel de factor „distinctie" toonaangevend is, dient men in dit geval aan het model toch ook den eisch te stellen, dat het eenige weldadige schaduwen moet werpen op het wat ouder wordende gezicht. En dan is het niet alleen de breed gerande matelot, die aan dit doel beantwoordt, terwijl ook de voile haar voordeelen heeft. Eigenlijk is elke vrouw gesteld op een hoed, die ook werkelijk het hoofd bedektdaarom hebben de oudere dames in dit opzicht een voorsprong op de jeugd, wier dopjes gewoonlijk meer boven op het hoofd of tegen een van de slapen dansen dan dat ze het hoofd werkelijk omsluiten. En waar een van de gebrachte modellen toch nog hierin te kort mocht schieten, kan een breede bandeau ofwel een het achterhoofd geheel omsluitende cache-peigne uit komst brengen. Dat we deze pagina met speciaal voor ons gefotografeerde hoeden brengen is echter niet alleen voor haar, die niet te bewegen zijn om een nieuwen hoed aan te schaffen, maar evengoed voor anderen, die tot eigen schade telkens weer naar een te jeugdig model grijpen, dat haar ontwijfelbaar zeker. te oud doet schijnen. Eigen foto's

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 30