WmSÊaÊIÊBÊBÊB^^^^dÈ^'^tk^ Hoc droogt wen de wasch in een kleine étagewoningt De architect heeft er wat op gevonden: hij heeft een opklapbaar droogrek in de keuken aangebracht, dat tegen den muur neergelaten zoo goed als geen ruimte inneemt doch opgezet gelegenheid biedt om een flinke gezinswaseh te drogen. Het rek is zoo hoog aangebracht, dat men zelfs als er groote kleed'ingstukken aanhangen, niet door gehinderd wordt. droog is, maar afgescheiden nog van liet belang voor ieder afzonderlijk en de gemeenschap als geheel, iets kan zijn waar men met plezier over gaat praten. Een merkwaardig voorbeeld van verschil in opvatting tusschen de architecten. De „koppen" van deze huizen blokken liggen op bel zuiden: de architect van het eerste blok heeft van deze omstandigheid gebruik ge maakt door er flinke breede balkons op aan te brengen, de tweede deed bet heel wat bescheidener, terwijl de derde (laatste rijin het geheel geen balkons, ja zelfs bijna geen ramen aanbracht. {Eigen opnamen) In een „normaal" woningblok vindt men dikwijls naast elkaar twee trappenhuizen elk voor vier gezinnen, die ook elk een deel van de gevelbreedte voor zich opeischen. Dit trappenhuis voor acht gezinnen is zoo geconstrueerd, dat over elke trap slechts vier ge zinnen loopen, terwijl het de gevelbreedte voor slechts één trappen huis beslaat. Men heeft dit bereikt door de trappen over elkaar been te bouwen, zoodat éénhoog en driehoog over dezelfde trap gaan, welke echter een andere is dan die van twee- en vierhoog. De heer rechts komt dus van tweehoog, het meisje links gaat naar driehoog. De lichte en luchtige zitkamer van een arbeiders woning. Wij vestigen de aandacht op de openslaande deuren, die geheel vlak tegen de zijramen gedraaid kunnen worden. Tiet ijzeren hek is uitneemhaar om bij verhuizingen groote stukken binnen te brengen. Hoe men zijn fiets opbergt, wanneer deze niet ge bruikt wordt, is een probleem voor vrijwel iederen stadsbewoner. Het euvel der op slot gezette en 's nachts bij de hoornen „geparkeerde" fietsen werd onlangs terecht door de overheid bestreden door een verbods bepaling. Hoe gelukkig zijn de bewoners van dit woningblok, die hun fietsen door de „kloostergang" rijdend onder hun eigen woning kunnen bergen. Wij vestigen nog de aandacht op 'den breeden en goed verzorgden gemeenschappelijken tuin. was de kei'k het „pronkstuk" van de gemeonte, later de raadhuizen, de paleizen, de gouvernements gebouwen, de woningen der rijken. Maar het waren allemaal nog monumenten. Zij vertegenwoordigden de stad, maar vormden geenszins de stad als geheel, de stad zelf kon mooi of leelijk zijn, voor een groot deel was dit bijna toeval. De huurhuizen, de woningen der niet-rijken vormen de stad zelf, waarin de monumentale ge bouwen, om een gewaagde vergelijking te maken, slechts weinig meer beteekenen dan de stukken confituur op een taart, onmisbaar wel is waar voor den bakker, die wil, dat zijn taart er opper vlakkig bekeken lekker uitziet, maar minder nood zakelijk voor dengene, die bet gebak moet proeven. Op het oogenblik zijn en worden in ons land interes sante proeven genomen op het gebied der volks huisvesting, niet alle proeven zijn geheel en al ge slaagd, doch men heeft reeds iets bereikt: er komt verandering, langzaam maar zeker, willen we hopen, doch deze verandering zet zich pas definitief door, wanneer iedereen, ook en vooral de betrokkenen, aan den volkswoningbouw de noodige aandacht schenkt ais een vraagstuk, dat niet technisch of

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 3