Plankenkoorts
11
sloeg mevrouw Bruys de hooge pruik van het hoofd.
Slof van blz. 5
nauwelijks den grond raakte, haar ronde hoofd,
zoover dit slechts eenigszins mogelijk was zonder aan
een halsverrekking te sterven, naar den souffleur
boog. Echter zonder succes. Een vreemde sensatie
doorhuiverde mijn lichaam. Mevrouw Bruys was
haar rol kwijt! En als u weet, dat de rolvastheid van
mevrouw Bruys in onze vereeniging spreekwoordelijk
was, kunt u begrijpen hoe diep Greetje's moeder wel
geschokt moest zijn door het avontuur met haar
pruik. En dat alles had ik op mijn geweten.
Een gefluister trilde door de zaal en ik begreep,
dat als er niet spoedig iets gebeurde, onze voorstelling
een volkomen mislukking zou worden. En mevrouw
Bruys behoefde toch alleen maar te zeggen: „Wat
voert u hierheen, baron!" Daarna zou ik tien mi
nuten lang haar mijn liefde verklaren en in dien tijd
zou ze zich waarsclnjnlijk wel voldoende hersteld
hebben om als antwoord op mijn verklaring te
zeggen: „Baron, ik ben zeer erkentelijk voor de
groote eer, die u mij aandoet. Ik verzoek u echter een
kort uitstel om het geheel met mijzelf eens te kunnen
worden." Maar waarom zou ik mevrouw Bruys dan
niet helpen! Ik kende het heele stuk uit mijn hoofd
en dus ook de rol van de markiezin de Montreval.
Dit alles was in minder tijd dan ik het kan
schrijven en u het kunt lezen door mijn geest ge
schoten. Mijn besluit was genomen. Ik liep op
mevrouw Bruys toe en toen ik even naar haar oogen
keek, zag ik daarin zoo'n hulpelooze uitdrukking, dat
ik er een beetje door geroerd werd. Ik boog mij over
haar hand om die te kussen en fluisterde: „Wat
voert u hierheen, baron!"
Een oogenblik later klonk de stem van markiezin
de Montreval door de zaal. De voorstelling was gered.
Ik voelde den zucht van verlichting, die het geheele
gezelschap, dat tusschen de coulissen stond saam-
gedrongen, slaakte.
Gedurende het geheele bedrijf moest ik mevrouw
Bruys nagenoeg alles voorzeggen en ik deed dit zoo
onopvallend, dat het publiek er niets van merkte.
Eindelijk was de slotscène gespeeld. Het doek zakte
en de markiezin lag als een gelukkige bruid in mijn
armen. Het applaus klaterde luid op en we bogen en
dankten en verheugden ons over ons succes. Greetje
stond vlak bij me en gaf me een kneepje in mijn arm.
Toen het doek voor de laatste maal gezakt was en
iedereen van het tooneel ging om zich te verkleeden,
hield mevrouw Bruys me staande. Ik kon een licht
gevoel van onbehaaglijkheid niet onderdrukken, doch
wachtte als een man op de dingen, die komen gingen.
„U hebt me uitstekend geholpen," zei mevrouw
Bruys, „en ik kan
wél zeggen, dat het
succes van de voor
stelling voor een
groot deel op uw
rekening komt.
Daarom zullen we
't kleine ongelukje
in het tweede be
drijf maar ver
geten." Haar stem
was honingzoet.
„Zoudt u morgen
middag niet eens
bij ons willen ko
men! Dan kunnen
we nog eens gezel
lig over de voor
stelling praten."
„Graag, me
vrouw," stamelde
ik. Ik had een ge
voel als een levens
lang veroordeelde,
die plotseling op
vrije voeten word!
gesteld.
„U bent gymnas-
tiekleeraar, niet
waar!" vervolgde
mevrouw Bruvs.
„Dan weet ik zeker,
dat mijn dochter
het ook prettig zal
vinden als u komt.
Die interesseert
zich buitengewoon
voor de lichame
lijke opvoeding."
Daarop liet ze me
alleen. Ik duizelde
een beetje en liep
als in een droom
naar de kleed
kamer. Ik hoorde
nauwelijks de complimenten, die me van alle me den gelukkigsten man ter wereld. In 't begin van
kanten gemaakt werden. Er was slechts één ge- ons huwelijk bekroop mij soms wel eens de angst,
dachte, die alles belieerschte, en dat was de weten- dat er ooit kans zou bestaan, dat Greetje op haar
schap, dat ik er ten slotte toch in geslaagd was, bij moeder zou gaan lijken, maar die gedachte zette ik
mevrouw Bruys in de gunst te komen. steeds dadelijk van me af. Een vrouw als mijn schoon -
Ik ben nu reeds vijf maanden getrouwd en voel moeder komt slechts eens in de twintig eeuwen voor.
„GEL A AIS" EXPRESSIES TE DE VOGELWERELD. Vol uitdrukking :ij)i de koppen dezer vogelsdie in hun kooien
wellicht een herinnering bewaren aan de wijde verten. V.l.'n. r.een slaperige paradijskraanvogel, een verontwaardigde reuzen-
reiger en een trotsche zeearend. (Foto's Holland)