SOLIDOX SAWOGEN GENEESMIDDELEN EN GENEESWIJZEN ttot^cL oj) te tijm andeu om tegen tandsteen 18 T ANNONCES BETREFFENDE worden in dit blad slechts opgeno mén, indien zij vooraf voorzien zijn van 't stempel ,,Geen bezwaar" tegen plaatsing, afgegeven door de Commissie van Controle op de Aanprijzing van Geneesmiddelen en Geneeswijzen, waarvan 't secre tariaat is geves tigd Segbroek- laan33.Den.Haag een*9en bemerken ZE ZIJIN WERKELIJK PARELWIT! Maar niemand weet, dat deze mooie tanden van achteren aangetast zijn door tandsteen. En juist tandsteen is zoo gevaarlijk. Het zet zich af aan den achterkant van de tanden. Op deze verborgen plaats groeit het langzaam aan tot een dikke, harde laag, die tusschen de tanden en het tandvleesch doordringt. Terwijl de tan den aan de voorzijde er nog mooi wit uitzien, raken zij los en vallen uit. Poets daarom de tanden niet alleen aan de voor-, doch óók aan de achterzijde. En vooral: Gebruik het tandpasta, jj dat tandsteen afdoende bestrijdt. Neem Solidox! f Alleen Solidox, het nieuwste Nederlandschetand- j pasta, bevat Sulforicinolcaat Ned. Octrooi 19178). Sulforicinoleaat voorkomt tandsteen en bestrijdt het eveneens. Wetenschappelijke onderzoekingen li hebben dit aangetoond. Door het gebruik van j Solidox blijven Uw tanden daarom niet alleen hel derwit, doch ook gaafen gezond! Verzorg Uw gebit op de juiste wijze. Gobruik het beste, wat er is: Gebruik Solidox 's ochtends en 's avonds. En Iaat Uw tandarts elk half jaar Uw gebit nazien. EEN MEISJE GNDEE KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE: Heel St.ureholm, een dorpje in ae omgeving van btoekholm, is in rep en roer. El sa Larsson is plotseling uit huize Raner- herg, de woning van haar voogd, Erik Lnnd, verdwenen zonder eenig spoor achter telat.cn. Johan Konnc, de vrederechter van Sturoholm, die hot nabij gelegen buiten Malarhov bewoont, noch zijn moeder vertrouwen Elsa's voogd en daarom gaat Johan een speurtocht ondernemen t<: Moekliolni, waar hij ontdekt. du' .hui! I.ursuon zijn dochter KIuu oen vormoffen Tin bijnu con niilJiooii kronen heeft nagelaten, dat door Krik I.und wordt, helicerd. Hönne vraagt zijn vriend Ivor Olliy, oen scherpzinnig advocaat, om rand. Na verloop van cenigc maanden, waarin allo nasporingon vruchteloos zijn, ontvangt Johan Riinnc een brief van KI sa: zij wordt verdacht van diefstal en is in arrest gestold. ïtöime, wiens belangstelling voor ElsaLarsson tot liefde is gegroeid, vertrekt terstond naar Stockholm en stelt alle pogingen in liet iverk Klsa uil dc gevangenis te redden. Tijdens het verhoor van den politierechter wordt het complot, waarvan Klsa het slachtoffer dreigde te worden, ontsluierd en Elsa wordt terstond in vritheidgesteld .Mevrouw Itonne neemt haar mee naar Malarhov, waar Marlt Anders, een nichtje van Johan Kunne, komt. logecreii. Johan doet Elsa oen aan/ook, dut door haar wordt afgewezen. Het TYlfdsin tnaonf. «Int hii liaan n»F nwv.lol::.'!.,., ...11 meisje meent dat hij haar uit. medelijden wil trouwen. het zenuwsterkende voedsel N V A. WULFING CO'SCHEM. PROD. - 'S GRAVENHAGE Aan den voorkant wit, aan den achterkant getast door ta De prettige kameraadschap, die tus schen heil was gegroeid, was plot seling afgekapt. Een vraag en een antwoord hadden ile keele sfeer in huis veranderd. Ze zouden nooit meer met elkaar om kunnen gaan als vroeger. Noch zijn moeder, noch Marit merkte op, hoe weinig hij at. Na tafel ging hij met Marit naar de speelkamer en biljartten zij. bijna tot bedtijd too. Elsa lag intusschen met wijdopen uogen en brandende wangen in het donker te staren. Nog steeds voelde zij zich gegriefd en zelfs verontwaardigd. Johan Rönne hóéfde haar niet ten huwelijk te vragen, als hij niets anders vóórhaar voelde dan medelijden. Wat dacht hij wel? Dat ze den eersten don besten man nam, om onderdak te komen? 't Was natuurlijk erg edelmoedig van hem, dat hij 't aanbood. Edelmoedig was hij altijd geweest. Ze zou zijn vriendelijkheid en goedheid nooit ver geten. Het was niet waarschijnlijk, dat ze ooit zoo'n tweede ontmoeten zou. Had iemand anders haar op diezelfde manier het aanbod gedaan, dan had ze natuurlijk neen gezegd, maar er verder nauwelijks meer aan gedacht. Met Johan Rönne was 't iets anders. Hij stond zoo hoog, hij had zoo'n nobel karakter. Juist daarom deed 't haar zoo'n pijn, dat hij haar voor een stokke rig wezen aanzag. En dat was nog niet alles. Met dat onbekookte voorstel had hij een einde gemaakt aan hun oude vriendschap. Dat. zag zij nog duidelijker in dan hijzelf. Haar aangename verblijf had zijn bekoring verloren. Zij luid liet, niet meer. Ze zou weer weg moeten, den storm van het leven in, alleen tegen de wereld. Dat die dag ooit zou komen, had ze wel geweten, maar ze had niet gedacht, dat hij al zoo spoedig zou aanbreken. Nog maar nauwelijks was ze bekomen van haar laatste hittere ervaring en ze iiad gehoopt, nog een paar weken tijd te krijgen, om zich te harden voor den strijd. Die kans was nu verkeken. Morgen moest ze opnieuw beginnen. Tot ze i weeëntwintig was, zou ze voor zich zelf moeten zorgen. Erik Lund had haar verteld, dat ze slechts tot dien verjaardag zijn bescherming zou ge nieten. Bescherming! Haar vader had eens moeten weten, wat voor een man hij was. Maar met dat al, zij liet zich niet ontmoedigen of terneerslaan. Van Lund was ze af. Hij wist niet, waar ze was, en als 't aan haar lag, kwam hij 't nooit re weten ook. Wat de wet hem voor rechten gaf, daar bekommerde zij zich niét om. Nog een klein jaar, dan was ze tweeëntwintig, en dan. Reeds lang was het nacht, toen zij in slaap viel, en toen zij weer wakker werd, was de kamer vol bleeken zonne schijn en stond er een meisje vóórhaar bed met liaar ontbijt op een blad. DERTIENDE HOOFDSTUK Met een plotselinge beweging kwam Elsa opzitten in bed en snel ging zij met haar hand over haar oogen. ,,IIoe laat is het, Selina?" vroeg ze, met rimpels in haar voorhoofd. „Half tien, juffrouw." „Half tien?" vroeg ze verbaasd. „Ja, juffrouw. Ze hebben allemaal al ontbeten." „O! nad je me maar geroepen!" „Mevrouw en juffrouw Marit zijn een paar maal om 't hoekje wezen kijken, maar u sliep nog zoo stevig, dat ze 't zonde vonden, u te storen. Gaat 't al beter, juffrouw?" „Ja, Selma, dank je wel. Ik voel me heel goed. De hoofdpijn is over." „Gelukkig, juffrouw. Eet u maar flink, 't Is weer eens mooi weer ook." Zij zette een tafeltje naast het bed, hielp Elsa met kussens in een makke lijke houding en schonk koffie voor haar in. Elsa ontbeet goed. Zij at langzaam en peinzend. Haar gedachten keerden herhaaldelijk terug tot den vorigen avond. Het leek allemaal zoo nevelig, onwerkelijk. Een paar malen vroeg zij zich af, of zij niet gedroomd had. In het licht van den dag, en met een verstand, verhelderd door slaap, kreeg zij andere inzichten, zag zij de dingen uit een «anderen hoek. Zij had goed gedaan, dat betwijfelde zij geen oogenhlik, maar het gevoel van ge kwetstheid van den vorigen avond was grootendeels over. Zij was er van over tuigd, dat. Johan Röniie het goed bedoeld had, maar hij had zijn gezonde oordeel onder den voet laten loopen door zijn medelijden. Ze was niet boos meer. Ze zou hem altijd dankbaar blijven voor zijn vriendelijkheid. Hun gesprek had haar duidelijk leeren inzien, hoe groote sympathie hij haar toedroeg en hoe diep en echt zijn medelijden was. Nu zij kalmer kon nadenken, begon zij zelfs te begrijpen, dat. ze zeer hoog hij hem stond aangeschreven. Hij had zich zeker niet door medelijden alleen laten aandrijven, om een martelaars- rol op zich te nemen. Zoo'n sterke, verstandige man van de wereld zou geen vrouw ten huwelijk vragen, alleen omdat hij medelijden met haar had. Dus Johan Rönne vond haar wel een.... een geschikte echtgeiioote. Maar was dat genoeg? Als hij haar liefhad, zou ''i.j 't gezegd hebben. Maar er was met geen woord over liefde gerept. Bijna onwillekeurig stelde zij zich een gewichtige vraag. Wat zou er ge beurd zijn, als hij haar had gezegd, dat hij haar liefhad, in plaats van haar ten huwelijk te vragen? 't Was natuur lijk dwaas, zulk een gedachte in haar brein toe te laten, maar nu ze erbinnen was geslopen, kou ze haar niet meer verdrijven. Haar zenuwen trilden, on danks haarzelf.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 18