De laatste grotbewoonster van tien Sint-Pietersberg Ze verbleef fachiig jaar Aan den westelijken Maasoever, ten zuiden van Limburgs hoofdstad, rijst de indrukwekkende Sint Pietersberg op, die in 't geheele land bekend is. Het uiterlijk van den omvangrijken berg ziet er vriendelijk genoeg uit, met het kleurige bouwland, de boomen en aardige huisjes, die soms sprankelen van zonnelicht. Welk een tegenstelling vormt dit uiterlijk met het innerlijk van den Sint Pieter! Aan dr. Blink danken wij een pakkende beschrijving van het inte rieur, die hij gaf in zijn „Wandelingen door oud en nieuw Nederland" „Op korten afstand van „Slavante" ligt de toegang tot de onderaardsche gangen van den Sint-Pietersberg, gevormd door een arcade van geel-liohtende tufsteen. Sedert eeuwen heeft men hier langs onderaardsche groeven bouwsteen uit den bodem gehaald en aldus werd de berg met een kruisnet van meer dan 16.000 gangen en dwarsgangen in alle richtingen doorsneden! Bij den ingang van de geopende poort leest jmen in zwarte letters het vol- nr, u H gende rijm1 ij; 1 pljwW „Treed, vorst der schep ping, treed Het hart der aarde binnen En buk gedwee de kruin Uit eerbied voor deez' tinnen, Ternauwernood verlicht Door 't flikk'ren der flam bouw Het geheel van den berg is somber en eentonig, al vindt men er ook aardige bijzonderheden en De weduwe Blonckers is de laatste grotbewoonster. aangebrachte teekeningen, waarbij de gids gaarne verwijlt. Daar wijst hij op handteekeningen van beroemde bezoekers als Napoleon, Walter Scott, Rossini. Elders vermelden geschriften geschiedkundige herinneringen aan deze gangenhoe Plinius, de Romeinsche natuurkundige, reeds melding maakte van het gebruik der hier aanwezige steensoort. In de nabijheid van den „drup" werd het portret aan den wand ge- teekend, door den heer Van Vliet, van den apotheker Bosquet, die veel wetenschappelijke onderzoekingen be treffende den berg deed." Wie een beetje van sensatie en griezelen houdt, kan heerlijk in den St.-Pietersberg dwalen en er in teressante dingen ontmoeten. Wijzen we bij voorbeeld op de in mergel uitgehou wen beeltenissen van voorwereld lijke dieren, op de uitgebreide cham- pignon-kweekerij - en, waarover Pano rama 'n uitvoerige reportage bracht, op de vleermui zen, die er over winteren. Thans maken we van een andere bijzonderheid ge wag: De laatste grotbewoonster Vroeger groeven de menschen een gat in de mergel Een, geit zorgt voor de melk- voorziening. De huishoudster zorgt voor een bakske koffie. De kast op den achtergrond sluit het woonvertrek van de bergplaats af. De sobere ingang van de grotwoning in den Sint Pieter te Maastricht, waar de laatste grotbewoonster meer dam, tachtig jaar verbleef.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 2