nm 4 1. Terschelling: Boschplaat en Noordsvaarder. 2. Meeuwen duinen Vlieland. 5. Texelde Mnyen en Slufter, de Geul en Westerduinen. 4. Oude Venen, Princehof. 5. Harensche wildernis. 6. Noordlaarder bosch. 7. Zeijer veld. 8. Foch- teloo. 9; Lièfstinghsbroek. 10. Heideplasjes enz. Staatsbosch- beheer. 11. Balinger en Mantinger zond. 12. Dwingelooschu heide. 13. Lindevallei. 14. Bijster bosch. 15. Mirdtuner Klif. 16. Groote Otter's Kooi, eendenkooi Wanneperveen. 17. Vennen Eerde. 18. Molenven. 19. Friezenberg. 20. Buurser zand. 21. De Dellen. 22. Hulshorster zond. 23. Leuvenum- sche bosch. 24. Kootwijker zand en Gerritsflesch. 25. Na tionale Park Veluwezoom-Imbosch. 26. De Hooge Veluwe. 27. Warnsborn, Mariëndaal, Wölfheze en de Duno. 28. Lo- chemsche beig. 29. Korenburger veen. 30. Loohuis Aalten. 31. Gooische Natuurreservaat. 32. Bosschen Maartensdijk. Bidderoord. 33. Over-Holland. 34. Leersumsche veld. 35. Schoorlsche duinen. 36. De Beer. 37. Voorne's duin. 38. Perkouwsche eendenkooi. 39. Loonscho duinen. 40. Ubbergen. 41. Mookcrheide. 42. Oisterwijksohe vennen. 43. Cortierheide. 44. Carum-groeiplants. 45. Carboongroeve. 46. Voortrappen (boomen). Gooische Natuurreservaat met 1800 ha, maar ver reweg het grootste aantal is veel kleiner, de meeste zijn zelfs beneden de 500 ha. Met elkaar, over ons land verspreid, vormen deze groote en kleine schatkamers der Nederlandsohe natuur een oppervlakte van ongeveer 40.000 ha, waarbij dan ook gerekend wordt een aantal heel mooie bosschen, die om hun schoonheid in stand worden gehouden, ofschoon zij niet den naam van natuurmonument dragen. Dat is dus nog niet de oppervlakte van den Noordoostpolder in het IJsel- nieer, welke thans wordt drooggelegd. Elke provincie bezit natuurmonum enten, met olkaa.r zijn er al haast een paar honderd, maar wij landschap en voorts voor zijn aankleeding van belang is, voor bescherming in aan merking komtrDm alles wat wij buiten mooi vinden of wetenswaardig, te beschermen, is te veel geëischt, wij moeten immers onzen bodem ook voor zooveel andere doeleinden gebruiken, voor landbouwproduct n, wo ningen, wegen, fabrieken enz., maar wel moet voor het volk, dat na gedanen arbeid recht heeft op ontspanning in de natuur, het voornaamste natuurschoon behouden blijven. Zooals wij nog nader zullen zien, is in enkele provincies, Gelderland en Utrecht vooral, voorts in de duinstreek, op de eilan den, in het Gooi, ook in Midden-Brabant, een zeer groot gedeelte voor het publiek blijvend behouden, want buiten de zooge naamde officieele natuurmonumenten is er nog heel wat natuurruimte meer, welke ons op een of andere wijze ter beschikking staat. Als een gordel van groen liggen daar over de Utrechtsche heuvelrij, langs den binnen- duinrand, en aan de Yecht, aan den Velu- wezoom, in den Achterhoek en in Twente, de tientallen landgoederen, waarvan som mige drie en vier eeuwen oud zijn som mige kasteelparken en -bosschen zijn nog onder en van al deze landgoederen met liun schilderachtige zware boomen, water partijen en gazons staan nu eenige honder den open voor het Nederlandsche publiek, zij het dan meestal tegen een geringe ver goeding voor de toegangsbewijzen. In nog geen halve eeuw zijn deze grootsche resul taten bereikt. De pioniers nu, die deze schat kamers voor ons allen behouden hebben, waren warme natuurvrienden, die 't grootste levensgeluk, dat in den omgang met de na tuur gelegen is, hadden leeren waardeeren. Musea waren opgericht, schilderijen vonden er een plaats, maar was de natuur niet zelf een overvloed van levende schilderijen, wat voor wonderen zag en hoorde men daar niet? Vormde de beroemde lepelaar van 't Naardermeer niet een kostelijk beeld in deze weelderige moeras- v> ereld, was het niet het behoud waard? En zoo gaat het steeds verder. Wie eenmaal geleerd heeft om buiten met aandacht voor bloemen- en dierenleven, voor de algemeene schoonheid, rond te kijken, voelt zich met deze natuur verbonden, hij wil haar voot zijn levensvreugde behouden. Zoo werd in het begin dezer eeuw door mannen als dr. Jac. P. Thijsse, dï. J. Th. Oudemans en mr. P. G- van Tienhoven de Yereemging tot Be houd van Natuurmonumenten in Nederland opgericht en tot groote ontwikkeling gebracht, in de pro vincies volgden afzonderlijke ver- eenigingen. Het Staatsboschbeheer onder leiding van den heer Van Dissel volgde het goede voorbeeld en stichtte op zyn terreinen natuur monumenten, voorts waren nog af zonderlijke stichtingen actief. Wij hopen daarvan meer te vertellen. Natuurlijk, men mag niet ver- Nabij II arusbom, bezitting van Het Geldt rsch LmJsMap. langen, dat 'n natuurmonument voor iedereen even groote beteekenis heeft. Maar wanneer het maar aan zuiver levensgeluk ten goede komt, dat is de hoofd zaak. De een is tevreden, wanneer hij zich met de zijnen kan neervlijen op het mos onder de zaclitrui- schende dennen, of zich kan laten zonnen in het stuifzand van duinen en stranden 't is zoo heer lijk om zoo zoetjes aan in deze sfeer van gewijde rust en zuiverheid weg te sluimeren in vergetelheid, ver van zyn zorgen een ander zoekt zyn vreugde in het bespieden van wilde vogels, van vlinders en bijen, of in het bestudeeren van de planten. Vooral voor de kinderen zijn de verpoozingsland- scliappen als h Oisterwijksche vennengebied, de nationale parken van de Veluwe, waardevolle terrei nen, hier kunnen hun oogen geopend worden voor de wonderen der natuur. En laten wij ook de jongens en ouderen tegenwoordig ook de meisjes en vrou wen niet vergeten, die him zwerflust in de natuur bevredigen, voor hen zijn de natuurmonumenten onmisbaar geworden. Zy maken de jeugd gehecht aan eigen land. In enkele artikelen hopen wy nu den lezers in de belangrijkste natuurmonumenten tot gids te dienen en hen er zoodoende-toe op te wekken enkele er van te bezoeken. Lepelaars in het moeras. kunnen al die kleine terreintjës, heide plasjes en veentjes in Drente, Brabant en Limburg, niet noemen: zooals het kaartje aantoont, werd een keuze ge daan. De verscheidenheid is overigens groot genoeg, er behooren bosschen en heiden tóe, landgoederen, moerassen, plassen, stuifzanden, duinen en strand vlakten, venen en vennetjes, vogelbroed plaatsen en planten-„asyls", ja, zelfs zwerfsteenen en oude boomen. Terecht gaat men van het standpunt uit, dat alles, wat voor den opbouw van ons De Kompggnieberg in het Nationale ParJc De Hooge Vehme. Foto's: eigen opnamen (4), F- Koster (2), A. Bernatzik (1). Tt*,-'

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 9