Ft4
J
t
Voor onze peuters
L-
~k
tI
v s
(Foto Vobach-Recla)
21e en 22e naaldaan het begin 2 st.
afkanten en verder op dezelfde wijze als
de 15e en 16e naald (63 st.).
23e en 24e naald: aan het begin 1 st. af
kanten; verder in trieotsteek breien (61 st.).
I)e laatste 12 naalden, dus de 13e tot en
met 24e naald, vormen het patroon en we
herhalen ze voortdurend, alleen behoeven
we nu niet meer af te kanten.
Rij de 61e, 62e, 63e en 64e naald
breien we de middelste 29 st. r.
Bij de 65e naald kanten we de middelste
25 st. af, terwijl we de 2 st. aan beide
kanten hiervan r. breien: de overige st.
breien we volgens patroon.
Boven de laatste 18 st. van deze naald
breien we nu eerst den linkerschouder de
2 st. aan den halskant breien we steeds
recht, zoodat er dus een smal ribbel
randje ontstaat; de overige st. breien we
volgens patroon.
07e, 68e, 69e en. 70e naaldrecht.
71e naald: afkanten.
Boven de 18 st., die we nu nog op dé
naald hebben, breien we den rechterschouder
op dezelfde, doch tegengestelde wijze.
liet voorpand breien we tot. en met de
52e naald van het platstuk op dezelfde
wijze als het rugpand. Bij de 53e, 54e, 55e
en 56e naald breien we de middelste 29 st. r.
Bij de 57e naald kanten we de middelste
25 st. af, terwijl we de 2 st. aan beide
kanten hiervan r. breien. Boven de 18 st
aan beide kanten breien we de schouders
op dezelfde wijze als is beschreven bij het
rugpandbij de 67e naald kanten we af.
V A N DRIE TOT VIER
Vindt n het niet aanlig broer en zus. die bijna
even groot zijn, op dezelfde wijze te kleedenf
Het hierbij afgebeelde liangjurkje en het in
denzelfden geest gebreide pakje zullen onze peuters
echt leuk staan.
HET JURKJE
Benoodigdhedenong. 225 gram vierdraads sport-
of zepllyrwol of ander materiaal van dezelfde dikte.
2 lange aluminium breinaalden met knop nr. 3 en
6 kleine knoopjes.
Maten, Lengte ong. 50 cm; lengte platstuk ong.
16 cm; mouwlengte ong. 16 cm.
liet rugpand. We zetten 135 st. op en breien
hierboven eerst 8 naalden recht (4 ribbels); daarna
breien we verder in tricotsteek, dus alle heengaande
naalden r. en alle teruggaande naalden av.
Wanneer we ong. 34 cm gebreid hebben, persen
we dit gedeelte eerst even luchtig op, waarna we
verder breien als volgt:
le naald: 8 maal: (1 r., 2 st. r. te zamen breien);
dan 2 maal: (1 r. en 21 maal: 2 st. r. te zamen
breien)daarna 8 maal(1 r.. 2 st. r. te zamen breien):-
en nog 1 r. (77 st.).
2e tot en met 8e naald: recht.
•9e tot en met 12e naald: in tricotsteek.
13e naald: 5 av., omslaan, 1 av., omslaan.'
Van af steeds herhalen; eindigen met 5 av.
14e naald: 5 r., den omslag laten vallen, den
draad naar voren halen, den volgenden st. afhalen
en den draad weer naar achteren brengen, den
volgenden omslag laten vallen. Van af steeds
herhalen; eindigen met 5 r.
15e naald: recht en de st., die we bij 'de vorige
naald afgehaald hebben, weer afhalen.
16e naaldaverecht en de st., die we bij do vorige
naald afgehaald hebben, weer afhalen.
17e naald: recht (ook de omslagen r. breien).
18e naald: averecht.
19e naald: aan het begin 5 st. afkanten (voor het
armsgat) en verder deze naald op dezelfde wijze als
de 13e naald, met dit verschil, dat de omslagen nu
net tussclien die van de 13e naald vallen, zoodat het
patroontje dus verspringt. De middelste van de
5 r. st. komt dus steeds
boven de lus van de 13e
naald.
20e naald: aan het
begin 5 st. afkanten en
verder volgens dezelfde
methode breien als bij de
14e naald (67 st.).
De mouw. We beginnen aan den boven
kant, zetten 12 st. op en breien hierboven
in tricotsteek, terwijl we er aan het einde
van iedere naald 2 st. bij opzetten, tot we
60 st. op ile naald hebbenaan het einde van de 2
daaropvolgende naalden zetten we er 3 st. bij op
(66 st.), waarna we verder breien, zonder meerderen,
tot we in totaal ong. 48 naalden gebreid hebben.
We persen dan dit gedeelte eerst even luchtig op,
waarna we verder breien als volgt:
49e naald: recht en iederen 3en en 4en st. te zamen
breien (50 st.).
Nu breien we nog 7 naalden steeds afwisselend
1 r„ 1 av. (r. boven r. en av. boven av.), waarna we
afkanten.
We persen nu de verschillende deelen luchtig op
en naaien ze in elkaar. De schouders laten we open
aan den voorkant maken we 3 lusjes, terwijl we aan
den achterkant hiertegenover op de 2 ribbels 3
knoopjes naaien.
HET PAKJE
Benoodigdheden: ong. 200 gram vierdraads sport -
of zepllyrwol, of ander materiaal van dezelfde dikte,
2 lange aluminium breinaalden met knop nr. 3,
6 kleine en 6 groote knoopen.
Maten, Lengte truitje ong. 27 cm; bovenwijdte
ong. 60 cmlengte broekje (aan den zijkant gemeten)
ong. 30 cm.
HET BROEKJE
liet voorpand. Wc zetten 72 st. op en breien
hierboven eerst 8 naalden recht.
9e naald: 2 st. afkanten. 20 r., 4 st. afkanten, 20 r.,
4 st. afkanten, 22 r.
I0e naald: 2 st. afkanten, 20 r., 4 st. er bij opzetten,
20 r., 4 st. er bij opzetten, 20 r., 2 st. er bij opzetten.
He naald: recht en er aan het einde 2 st. bij op
zetten.
12e tot en niet 20e naald: recht.
Nu breien we verder in tricotsteek, dus de heen
gaande naalden r. en de teruggaande naalden av.,
terwijl we uit den eersten en laatst,en st. van de 21e,
29e, 39e, 49e, 59e, 69e. 79e, 89e en 97e naald 2 st.
breien (90 st.).
W _2L
VOORPAND
Th V lJ*Lm
RUGPAND
103e naald: 45 r., 3 st. er bij opzetten, omkeeren.
Boven deze 48 st. breien wc nu nog 4 naalden in
trieotsteek, waarna 6 naalden recht; daarna kanten
we af.
We hebben nu nog 45 st. op de naald, zetten er
aan den kant, van het, midden nog 3 st. bij op en
breien boven deze 48 st. 4 naalden in trieotsteek en
6 naalden r., waarna we afkanten.
Het rugpand. We zetten 72 st. op en breien hier
boven tot en met de 20e naald op dezelfde wijze als
is beschreven bij het voorpand, waarna we beginnen
met de verhooging.
21e naald-: uit den eersten st. 2 r. st. breien, 40 r.,
omkeeren.
22e naald: 10 av., omkeeren.
23e naald: 20 r., omkeeren.
24e naald30 av., omkeeren.
25e naald: 42 r., omkeeren.
26e naald: 54 av., omkeeren.
27e naald: r. en uit den laatsten st". 2 r. st. breien
(74 st.).
We breien nu veTder boven alle st. in tricotsteek,
terwijl we uit den eersten en laatsten st. van de
35c, 45e, 55e, 65e, 75e, 85c, 95e en 103e naald 2 st.
breien (90 st.).
109e naald: 45 r., 6 st. er bij opzetten, omkeeren.
Boven deze 51 st. breien we nog 3 naalden in tricot-
steek, waarna 6 naalden recht; daarna kanten we af.
We hebben nu nog 45 st. op de naald, zetten er
aan den kant van het midden nog 6 st. bij op en
breien boven deze 51 st. weer 3 naalden in tricotsteek
en 6 naalden recht, waarna we afkanten. We persen
beide deelen luchtig op en naaien ze in elkaar.
1IET TRUITJE
Het rugpand. We zetten 72 st. op en breien hier
boven eerst 10 naalden steeds afwisselend 1 r., 1 av.
(r. boven r. en av. boven av.). Daarna breien we
verder in tricotsteek, terwijl we bij de 11e naald
uit den 12en. 24en, 36en, 48en en 60en st. 2 st.
breien (77 st.).
45e tot en met 52e naald: recht.
•53e, 54e, 55e en 56e naald: in tricotsteek.
Het verdere platstuk breien we op dezelfde wijze als
is beschreven bij het jurkje, dus van af (13e naald).
Het. voorpand breien we tot en met de 52e naald
van het platstuk op dezelfde wijze als het rugpand.
Bij de 53e, 54e, 55e en 56e naald breien we de
middelste 29 st. r. Bij de 57e naald kanten we de
middelste 25 st. af. terwijl we de 2 st. aan beide
kanten hiervan r. breien. Boven de 18 st. aan beide
kanten breien we de schouders op dezelfde wijze als
is beschreven bij het rugpand; bij de 67e naald
kanten we af.
De mauw breien we op dezelfde wijze als die van
het jurkje.
We persen de verschillende deelen luchtig op en
naaien ze in elkaar. De schouders laten we open;
aan den voorkant maken we 3 lusjes, terwijl wé aan
den achterkant hiertegen
over op 2 ribbels 3 knoop
jes naaien.
Ten slotte naaien wc
opliet truitje correspon
deerend met de knoop»
gaten van het broekje
MOUW
TA TO 7A
7A O 7A
VOORPAND
34
54
RUGPAND
54-
1 1
1 1
r 30; -1
RUGJPAND 1
voor|pahd
1 3'2 1
36
36
(Eigen teekeningen)