IJ E. MODERNE I is ecu yrootc kunst de lama ais trekdier qcbruiken. Toch lulde het den heer Hagenbeek. wandelt de kolos nu rustig en netjes over een rijtje houten flesschen, tot groot vermaak van het bewonderend publiek.' ■jfr „Hebt. u, betreffende hot observeeren der dieren, misschien nog lessen geput uit de bekende werken der beroemde dieren- Mb liefhebbers als Curwood of London?" „Ik heb de werken dezer meesters bijna alle mot aandacht en genoegen gelezen en kan getuigen, dat zij omtrent de dieren de waarheid schreven. Jack London idealiseert wellicht wat te veel en dit kan mogelijk voor de leeken-lezers het nadeel H| hebben, dat zij onvoorzichtig worden. Want, lidusch, wilde dieren zijn nu eenmaal geen „katjes om zonder handschoenen aan te pakken", al doen ze nóg zoo grappig en lief. Ze zijn en blijven zeer gevaarlijk voor den mensch. Er is hier b.v. een kraagbeertje, dat met zijn komische en aardige maniertjes de algemeene sympathie van het publiek heeft opgewekt. Hij is echter de onbetrouwbaarste en gevaarlijkste van zijn makkers, dit "heb ik reeds enkele malen, bijna tot mijn schade, moeten ondervinden Wij komen dan terug op de vrije dressuur. De heer Hagenbeek doet mot nadruk het doel en karakter daarvan uitkomen. „Doel is ten eerste om het dier wat afwisseling te brengen in zijn doorgaans saai bestaan, vervolgens het publiek te amuseeren en te loeren, daar hot thans het dier in actie en beweging ziet en niet lui en loom terneer liggend. Hot dier, dat blijk geeft niet op dressuur gesteld te zijn, ja, ar een afkeer van- te hebben, wordt gedecideerd met rust gelaten." Wij schreven reeds, dat bij de dressuur geduld, begrip en moed bchooren, maar tevens zijn een sterke wil en een ijzeren consequentie noodig. Daarbij komt dan als ondergeschikte factor de lekkernij! Hiernaar informeerend, antwoordt ons de heer Hagenbeek, dat men 'n leeuw en 'n tijger nog altijd het meeste genoegen doet met een heerlijken brok rauw vleeseh. Een olifant echter lust graag suiker, of een stukje lekker zoete suikerbiet. De beren kan men het meest mo mlhurvwibiea. itj draait hij het orgeltje, trekt i staat met rijn staart de train. Eigen -opnamen in de Hotter damsche Diergaarde)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 17