KALO BE-RMA
Ook DAT
idheiddhronisch
zijn gevaarlijke plekjes.
///cdeverkoudheic
JuJ wordt,helpen
riinkaar hii Apothekers en Drogisten f-30en-a0
meermdlen
perdag
er over te zwijgen. Erik Lund wou met
liaar trouwen."
„Lund met haar trouwen?" Er
klonken twee stemmen door elkaar heen.
„Hij drong zoo aan, dat zij er hang
van worddaarom is ze woggeloopen. Ze
dorst niet moer met hem in één huis te
blijven. Het arme kind wist zich geen
raad van den angst, en dat verwondert
me niets."
„Zoo'n.... beest!" riep Olby uit.
Rönne boet zwijgend zijn tanden op
elkaar. Hij was te ontzet om te spreken.
„Nu begrijp ik, waarom hij haar als
dievegge wou brandmerken!" ging Olby
vooTt. „Dat ik het niet eerder vermoed
heb! Ofschoonde man is oud ge
noeg om haar vader te zijn, en dan zoo'n
onuitstaanbaar sujet. Ik ben blij,
dat u me dat verteld hebt, mevrouw."
„Als de schurk haar te pakken krijgt,"
zei Rönne, met een bijna sissend stem
geluid, „probeert hij datspelletje wéér....
en als 't hem niet lukt.
„Ruimt hij haar uit den weg," zei
de advocaat rustig. „Hij wil met allo
gewold haar gold hebben, 't ga hoe 't
ga."
„We moeten haar dadelijk waar
schuwen, en Christine ook," hernam
mevrouw Rönne. ,,'t Is nu te laat om
een telegram te verzenden, maar we
zullen er morgenochtend vroeg werk
van maken."
„Onmiddellijk gevaar is er niet, zou
ik zoo zeggen," zei Olby geruststellend.
„Een plan uitwerken en uitvoeren kost
altijd tijd, en hoe gewaagder plan, hoe
meer tijd het eischt."
„Hoe lang is Lund al aan de Rivèira?"
vroeg mevrouw Rönne.
„Dat weet ik niet. Ik heb pas gisteren
gehoord, dat hij er heen is. Misschien
is hij er al een poosje, maar ik denk van
niet."
Hierin vergiste de advocaat zich ech
ter. Er waren al veertien dagen verloo-
pen, sinds Erik Lund uit Stockholm
vertrok.
„In ieder geval, een gewaarschuwd
menscli telt voor twee," zei mevrouw
Rönne opgewekt. „Al is er gevaar, 't
zal nog best goed afloopen. Ze staat
niet alleen."
„Nu krijgen we de vraag, wat we in
dat telegram zullen zetten," zei Olby
weer. „Ik vind, dat 't niet aan juffrouw
Larsson, maar aan mevrouw Stenbock
geadresseerd moet worden, namens me
vrouw Rönne. Hoe vindt u zooiets:
Verlies Elsa geen minuut uit het oog.
Dreigend gevaar. Bijzonderheden vol
gen
Die tekst werd goedgekeurd, en
kort daarna maakten zij aan het ge
sprek een einde en gingen naar bed.
Goed slapen deden zij geen van allen
dien nacht. Ma-rit tobde over de schijn
bare onverschilligheid van Olby. Zij
zou hem wel eens laten zien, dat 't
haar niets kon schelen, of hij haar het
hof maakte of niet. Keek hij haór niet
aan, dan koek ze hem nog veel minder
aan. Dat kunstje verstond zij even goed
als hij. Als gewoonlijk kwam ze te laat,
aan liet ontbijt.
Rönne kwam uit Stureholm terug
vóór de gong voor hot ontbijt ging. Hij
zag er terneergeslagen uit, en zijn haar
zat in de war door den wind.
„Totaal niet aan gedacht, dat ons
postkantoortje 's Zondags gesloten is,"
zei hij wrevelig. „We krijgen 't telegrapi
vandaag niet weg."
„Nu ja," zei Olby opgewekt, „een
dag vroeger of later zal zooveel ver
schil niet maken. Al wil Lund kwaad,
dan kan hij toch nog maar weinig opge
schoten zijn."
Mevrouw Rönne zei niets en onmid
dellijk daarop ging de gong.
Er werd de eerste tien minuten haast
geen woord gesproken, en toen lcwam
Marit binnen, als een orkaantje. Zij
nam van Olby geen notitie, gaf mevrouw
Rönne een klinkenden kus, knikte
tegen Joha-n en nam haar plaats tegen
over het raam in.
„Snoezig weertje," zei ze, langs Olby
heen kijkend naar de hoornen, die zwiep
ten in den wind.
„Je ziet er net uit, of je niét best ge
slapen hebt," zei mevrouw Rönne.
„Héb ik ook niet," bekende Marit.
„Van zoo'n wind zou een ijsbeer wak
ker blijven."
Olby keek haar glimlachend aan. „Ik
dacht, dat jij overal doorheen sliep,"
zei hij.
„Dan dacht je verkeerd," antwoord
de zij. „Jij hebt zekor geslapen als een
marmot?"
,,'t Had ten minste slechter gekund,"
zei hij. En toen werd het weer stil.
Een uur later kondigde Olby aan,
dat hij wandelen ging, wind of geen
wind.
„Ga je mee, Ma-rit?" vroeg hij vroo-
lijk. „Laat je eens uitwaaien, dat zal je
goed doen."
Even keek zij hem een beetje twij
felachtig aan, en toen gingen haar
heldhaftige voornemens in rook op.
„Stel je prijs op mijn gezelschap?"
vroeg ze.
„Natuurlijk. Anders vroeg ik 't
niet."
„Goed. Ik ben in oen wip klaar."
Luchtig liep zij do trap op.
Een paar minuten later verscheen ze
in de vestibule met een dikken mantel
aan, tot haar hals dichtgeknoopt, en
een muts op.
Petter deed de deur voor hen open.
Zij huppelden de stoep af. In de open
ruimte voor het- huis pakte de wind hen
aan, en blies hen tegen elkaar, t-ot beider
vroolijkheid. Toen verdwenen zij, de
lange laan in.
Nauwelijks was de deur achter hen
dicht of mevrouw Rönne sprak haar
zoon aan.
„Weet je, wat ik gedacht heb, Jo-
lian?" zei ze langzaam en nadenkend.
,,'t Was misschien niet kwaad, als wij
samen naar Nice gingen."
„IJ, moeder?" vroeg hij verwonderd.
„Ja, waarom niet?" antwoordde zij.
„Ik ben in geen anderhalf jaar op reis
geweest zoo'n uitstapje zal ons alle
bei goed doen. We komen hier steeds
zonneschijn te kort, en volgens Chris
tine is 't aan de Rivièra heerlijk weer."
Rönne trok een bedenkelijk gezicht.
Hij wist zelf niet of hij 't wel prettig
zou vinden, als zijn moeder meeging.
Zij zou hem allicht belemmeren in zijn
vrijheid van beweging. Hij zou weinig
kans krijgen, alleen te zijn met Elsa.
En wie weet hoeveel uitstel het gaf, als
zij mee wou. Nu hij zijn besluit had
genomen, had hij opeens haast; zoo
gauw mogelijk wou hij Lund een spaak-
in 't wiel steken, als die met schurken
streken bezig was.
„Hoelang zoudt u werk hebben om
u klaar te maken, moeder?" vroeg liij.
„O, we kunnen morgenochtend al
weg," zei ze lachend.
„Ja maar, moeder, 't weer!"
„We vluchten juist voor 't slechte
weer, naar den zonneschijn en de
blauwe zee!" schert-sto zij.
„En we zijn te laat om slaapplaatsen
te bestellen," ging Johan voort.
„Daar heb ik allemaal om gedacht,"
antwoordde zij. „In de gewone eerste
klas-coupó's is 't best uit te houden
We kunnen Woensdag tegen don mid
dag in Nice zijn. We hoeven tante
Vervolg op blz. 22
Die kleine „kraaiepootjes" onder de oogen zijn de verraderlijke
teekenen van een algemeene verslapping van het huidweefsel
ten gevolge van een onvoldoende of onoordeelkundige huidver
zorging. Dikwijls vertoonen die gevreesde rimpeltjes zich reeds
in het 20ste levensjaar en maken het gezicht vroeg oud. Dit euvel
kunt U voorkomenDe Kaloderma Schoonheidsproducten wijzen
U den weg naar een doelmatige huidverzorging, want zij voeden
en versterken Uw huid en geven haar die fluweelige matte teint,
waarop elke vrouw met recht trotsch is. De Kaloderma Schoon
heidsproducten zijn samengesteld op grond van de resultaten der
laatste biologisch-cosmetische onderzoekingen.
KALODERMA REINIGINGSCRÊME.
een reinigingscrême, die Uw huid wer
kelijk grondig reinigt en alle stof- en
vuildeeltjes uit de poriën verwijdert
- de basis vooreen doelmatige huidver
zorging. - Doos f 0.77. - Pot f 2.04.
KALODERMA GEZICHTSWATER,
is meer dan een heerlijk verfrisschend
en de huid sterkend gezichtswater - het
is het ideale middel tegen 'n vermoeide
en verwelkte huid. Het verleent de huid
een zuivere teint en maakt haar weer
jeugdig, glad en soepel, -f 1.41 en f2.10.
KALODERMA AC TI E F-C RÊ M E,
een speciale voedende coldcrême, die
door haar bijzondere samenstelling een
onvolledige of ontbrekende voeding der
huidklieren op geheel natuurlijke wijze
aanvult. Tube f 0.51 en f 1.02. Pot f2.04
KALODERMA DAGCRÊME,
verleent de huid een blijvende fluwee-
lig matte teint, een eerste vereischte
voor een verzorgd uiterlijk. Zonder de
huid-ademhaling te belemmeren be
schermt zij de poriën tegen verontreini
ging. Tube f 0.51 en fl.02. Pot f 2.04.
EEN NIEUWE WEG NAAR
NIEUWE SCHOONHEID.