mimamammm
II e «1 e a v o 11 <1 gro «te
voorstelling'!
ÓPENLUCHTCIRCUS
OP DE DORPSWEIDE
Voor den aanvang der voorstelling maken de artisten een reclame-rit door het dorp.
en touwen, waar de
artisten en de direc
teur Broers opge
wonden tusschen
heen en weer loo-
pen. De jongens ver
dringen zich al voor
hot hek, een enkele
tracht stiekum het
terrein op te wip
pen, maar wordt
haastig terugge
duwd. Op een af
stand staan de ou
dere dorpsbewo
ners, glimlachend,
een beetje ironisch,
maar vast van plan
niets van 't schouw
spel te missen.
De muziek komt
voor het doek, dat
dwars over 't ter
rein is gespannen
Het publiek verdringt zich
voor den ingang en een
enkeling tracht zoo nu en
dan het terrein op te loopen
zander te betalen, doch wordt
hardhandig teruggewezen.
om het publiek te beletten
van den weg af al dat
schoons te aanschouwen,
zonder een kwartje te offe
ren. Het hoort er zoo bij,
die muziek, maar ze is niet
noodzakelijk, 't heele dorp
weet wat hier vanavond
gaat gebeuren, het heele
dorp is aanwezig.
„Ik ga er niet naar toe,"
zegt een kort, forseh man
netje, termijl hij met een
energieken slag zijn glaas
je op tafel zet en haastig
een nieum bestelt. „Jaren
geleden heb ik een echt
circus gezien, met olifan
ten en tijgers, allemaa l ge
dresseerd, en een zeeleeum.
Mooie paarden,veroolgt
hij maardeerend. „Heel
mooie paarden."
Hij wil net breeduit gaan
zitten om zijn aandach
tig gehoor te vertellen,
hoe mooi die paarden wol
niet waren, als plotseling één jjet
van het gezelschap uitroept:
„Daar komen ze!"
Iedereen rent naar de ramen van het café om de
„kunstenmakers", die hun reclame-ronde door het
oontje van den directeur in een
goede stemming.
dorp maken, te zien. Het korte,
forscke mannetje kijkt even be
duusd, wil zich groot houden,
bedenkt zich en staat op, gaat
weer zitten, staat weer op en
holt ten slotte even snel als de
anderen, klimt op een stoel en
blijft kijken tot de artisten met
hun gevolg, dat uit drie kwart
van de dorpsjeugd bestaat, ver
dwenen zijn.
„Geen paarden," zegt hij, als
ze allemaal weer om de bitter
tafel gezeten zijn. „Wat is nou
een circus zonder paarden?"
Maar niemand luistert meer
naar hem. De vreemde stoet
heeft hun nieuwsgierigheid ge
wekt en men praat over de
hooge stellages, die op de dorps-
weide zijn opgericht. „Daar dan
sen ze op," zegt iemand eer
biedig en hoewel de een 't niet
voor den ander wil weten, ieder
een is in in zijn hart al beslo
ten naar de voorstelling te gaan.
Zooiets zie je niet eiken dag....
Op het circusterrein, 'n weide
midden in het dorp, staan de geheimzinnige
stellages, hooge palen, 'n wirwar van kettingen
Eindelijk! De loketten worden geopend
en de directeur int dubbelt jes en kwart jes.
De kinderen van den directeur openen
het programma met 'n nummertje acrobat iek.