sfflxfelS Vol spanning slaat ■men de toeren van het koorddanseresje gade. Het publiek amuseert zich kostelijk met de grappen van den clown. Het kleine mannetje, dat alleen van een circus met paarden houdt, staat vlak vooraan, hij heeft zijn kwartje al klaar en holt haastig het hek binnen als dit geopend wordt. De stemming is foestelijk, als hij een „groot" circus. „Dames en heeren, de beroemde parterre-acrobaten...." begint de direc teur, maar wat hij zegt is niet te verstaan, want de Turkschc trom bromt, de trompetten schetteren, de jongens schreeuwen, de meisjes giechelen en de luidspreker geeft een wals, die ver over de velden klinkt. Zomeravond is het, zomeravond in een klein Nederlandse!) dorpje; terwijl een reiger met ingetrokken kop langzaam klapwiekend over de ijzeren draden vliegt, staat een jongen op zijn hoofd op een stoel, ondersteund door vier flesschen, een hond blaft in de verte, en jongens zitten heelemaal achteraf met een paar meisjes gekheid te maken, een kind loopt huilend weg, omdat al die gevaarlijke toeren het kippenvel bezorgen, de directeur telt zijn geld, de artisten werken onder ademlooze stilte, van den toren in de nabijheid slaat het negen uur. Een zomeravond op een dorpsweide, voor ons het wijdo veld, achter ons het vredige kerkje, links en rechts tevreden gezichten. „Gaan we er morgenavond weer heen, vader?" vraagt een jongen angstig, als de mooiste, de grootste, de nog nooit vertoonde toer, die den avond besluit, afgeloopen is. „Gaan we er weer heen?" „Maar natuurlijk, jong," bromt vader geruststellend. „Zooiets mag je niet missen." asg Het hoogtepunt van dén avond: met zijn twééën hoog boven de weide over een koord van tien tallen meterslengtel (Eigen opnamen) k 1386. De muziek brengt de menschen in goedgeejsche en jeestélijke stemming!

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 3