k
Akkentje
EEN MEISJE ONDEH VOOGDIJ
Die nare
HOOFDPIJN
jfr
fj.
1b*
j
Neem 'n
fyeóruifa
de fcdrottuJfare
18
V, «V
A
„Een
uitgesproken schoonheid
Zoo spreken de men
nen op bewonderende
wijze over haar, sedert
zij KHASAN A ge
bruikt. KHASANA-
iippenstift en rouge
accentueeren op dis
crete wijze het per
soonlijke karakter van
iedere vrouw en ver-
leenen haar juist daar
door zoo'n bijzonder
cachet. Het is voldoen
de eenmaal per dag
KHASANA toe te pas
sen, want KHASANA-
producten geven niet
af en zijn bestand tegen
water.
Laat U toch niet kwellen
door zoo n nare drukkende
hoofdpijn of een migraine,
die Uw dag vergalt en het
werken en denken U belet I
Zoodra zich een begin van
hoofdpijn openbaart en U
weer een verloren dag in
het verschiet ziet, neem
dan direct 'n "AKKERTJE",
het ideale hoofdpijn-middel.
Binnen een kwartier voelt
Ge de hoofdpijn dan van U
wegtrekken en weldra voelt
Ge U prettig en frisch en
geschikt voor Uw dagtaak!
De Neder landsche Pijnstiller
VERVOLGVERHAAL DOOR AAGE BORKLAND
-V 'Vi. I' I HET VOORAFGAANDE: Heel Sturoholm, een dorpje in de
oniK ine vaï) Stockholm, is in rop en roer. Elsft Rnrsson is plotseling1 uit huize Banerberg de
woning van haar voogd, Erik Imnd, verdwenen zonder eenig spoor achter to laten. Johaii
Rönne, de vrederechter van Stureholm, die het nabij gelegen bulten MSlurhov bewoont, noeh
i„ i-'Vf vu awl. one pogingenin net wei-K Elsa uit de
FR» w oio^i 11, ,u'!? hot verhoor van den politierechter wordt het complot, waarvan
slachtoffer dreigde te worden, ontsluierd en Elsa wordt terstond iD vrijheid gesteld
Mee rouw Rönne neemt haar mee naar Millarhov, waar Marlt Anders, een nichtje van Johan
- middag met haar af naar de Rivtèra. Erik
heeft on dekt' T®"'. 1 em(If -lot ot'" huwelijk met hem te dwingen. Ivar Olhv
■nF«, V l r 1 <le vertrokken is. Hij raadt zijn vriend Rönne
aan Elsa na te reizen, ten oinde haar zoo noodig te beschermen.
KHASANA
'■3F Importeur
Ny IHf C|0b, Tr(|(|in9 [o L„
44. Singel, Amsterdam C
Boven Elsa's naam stond die van
eene mevrouw Stenboek. Dat was
waarschijnlijk de oude dame, met
wie Marsviu haar gezien had. Maar
wie was die roevrouw Stenboek* Hoe
kwam zij aan Elsa, of hoe kwam Elsa
aan haar? En in welke verhouding
stond Elsa tot die dame? Was zij
kamenier of gezelschapsjuffrouw? En
hoeveel had zij verteld van haar
levensgeschiedenis?
Lund voorzag moeilijkheden, maar
ontmoedigd was hij geenszins. Elsa had
ongetwijfeld vrije middagen en avonden.
De hoofdzaak was, haar alleen te treffen.
Nu hij haar adres wist, moest hij zien,
een helper te vinden, die tegen gepaste
belooning alles wou doen, wat hem werd
opgedragen. Hij begreep, dat hij voor
zichtig moest zijn in zijn keuze, en zocht
dus heel rustig. Na drie dagen had hij
den man gevonden, dien hij noodig had.
Jules Bartelot noemde hij zich, en hij
beweerde Pranschman te zijn, hoewel
hij meer op een Spanjaard leek. Hij
kende een beetje Zweedsch en was
bereid tot alles, waarvoor hij behoorlijk
beloond werd.
't Was niet prettig, een soort inter
nationalen hoef in dienst te moeten
nemen, maar liet ging nu eenmaal niot
anders. Wilde hij een netelig doel
bereiken, dan moest hij tegen netelige
middelen niet opzien.
Lund gaf Jules uitvoerigèn uitleg
over hetgeen hij wenschte. Er was oen
jongedame weggeloopen van huis. en
men had haar te Nice ontdekt. Zij was
in de macht van gewetenlooze lieden.
Die wijden haar laten trouwen met een
jongeman, die op haar vermogen aasde.
Het, arme meisje moest aan de macht
van die lieden worden onttrokken. Dus
moest zij, als ze alleen was, worden
meegevoerd en ergens verborgen ge
houden, tot ze bij haar verstand kwam
en naar rede wou luisteren. Ze was erg
koppig, maar moest,, hoe dan ook, terug
worden gebracht naar Zweden.
Wist Jules niet ergens een plekje,
waar men haar gevangen kon houden,
verbergen? 'I Was waarschijnlijk maar
voor één of twee dagen. Ergens, waar
hij haar bezoeken kon, om met haar te
redeneeren?
Zoo ja, dan gingen zij den volgenden
dag naar Nice. Dan stelden zij zich voor
het hotel verdekt op, en als bet meisje
buiten kwam, zou Lund haar aan Jules
wijzen. Dan moest Jules goed opletten,
zoodat hij baar later herkennen kon.
Zo maakte ongetwijfeld wel eens
wandelingen alleen door de heuvels.
Dan moest Jules baar volgen. Had hij
hulp noodig, dan kon hij daar een van
zijn vrienden voor aannemen. Maar ze
mochten de jongedame niets doen
geen haar op haar hoofd mocht gekrenkt
worden. Als ze veilig ergens geborgen
was. moest hij terugkomen en hem
(Lund) den volgenden dag naar haar
toe brengen.
Jules knikte van tijd tot tijd. Jawel,
hij begreep het volkomen. En hij wist
een goed bergplaatsje voor haar ook
een huisje ergens huiten, waar twee
oude menschen in woonden. Zij waren
doodarm en zouden met beide handen
de kans aangrijpen, om iets te ver
dienen. Als de jongedame alleen de
heuvels in ging, was 't al héél gemak
kelijk. Er zou haar niets gebeuren. O ja.
in een handomdraai was 't gebeurd.
„Uitstekend," zei Lund. „Kom dan
morgenochtend half tien aan het station,
dan gaan we samen naar Nice."
EENENTWINTIGSTE HOOFDSTUK
Erik Lund twijfelde er geen oogenblik
meer aan, of zijn kans was gekeerd, en
de fortuin lachte hem toe. Nog geen half
uur was hij in Nico, of hij zag Elsa en
mevrouw Stenboek hij vermoedde,
dat het mevrouw Stenboek was
samen het, hotel uit komen. Hij ging
achter Jules staan, en zijn hart klopte
pijnlijk in zijn borst.
„Daar is ze, Jules," fluisterde hij.
„Naast die oude dame in 't. grijs. Kijk
nu goed uit je oogenVergissingen kun
nen we niet hebben."
Over Jules' schouder keek hij naar
haar, hongerig, gulzig; zij liep met
mevrouw Stenboek liet t.rottoii' over en
stapte in een auto, die vervolgens weg
reed in de richting van de Promenade.
Hij zuchtte zwaar en liep toen weg.
Jules volgde hem en was weldra naast
hem. In 't eerst spraken zij geen van
beiden. Toen keek Lund zijn mede
plichtige aan.
„Denk er om. Jules," zei hij, „die
plaats, waar je haar verbergt, moet
absoluut veilig zijn. Niemand moet liaar
kunnen vinden. En geen handtastelijk
heden, als 't niet noodig is. Ik wil niet,
dat iemand liaar deert."
Jules gaf met een knikje te kennen,
dat hij het begreep.
„Kom om acht uur bij café de Paris."
ging Lund voort, „dan kom ik naar je
toe, als ik je zie. Ik hoop, dat je dan
bevredigend bericht meebrengt."
Jules knikte weer en verwijderde zich
de stad in naar den kant der heuvels,
terwijl Lund de tram nam naar het 1
station, om naar Monte Carlo terug te
keeren.
Hij bracht den middag in het Casino
door en werd blijde gewaar, dat hij nog
steeds geluk had. Hoewel hij slechts
kleine bedragen inzette, had hij vóór
etenstijd eenige honderden francs ge
wonnen. Dit leek hem een goed voor
teeken. 't Liep mooier dan hij gedacht
had. Misschien speelde hij een gewaagd
spel, maar hij twijfelde niet, of hij zou
winnen.
Precies om acht uur trof hij Jules
NOODRfM
Knipser; „Dat had U goed-
kooper kunnen hebben. Met
de hooggevoelige Schleussner
ADOX film kunt U uit den
rijdenden trein momentop
namen maken."
Schleussner
werelds oudste fotochemische fabriek