V lo© W»» zegt Victorientje. BISCUITS 19 voor café de Paris en gingen zij samen van zijn financiën te verbeteren. Menig- wandolen. een wordt roekeloos, als bij op den rand Jules bad precies gevonden, wat hij van een bankroet zweeft. Wie weinig te noodig had. Het huis stond alleen, tegen verliezen hoeft, is in staat alles te wagen, een hooge rots aan. Henri Due was een hopend, dat de fortuin hem gunstig zal kleine tuinder. Hij hield kippen en zijn. Waarschijnlijk dobbelde hij nu met kweekte groenten en bloemen, die ma- Elsa's vermogen, in de hoop, voor zich- dame Due in Nice ging verkoopen. Henri zelf een vermogen te winnen, was stokdoof en daarom bleef hij thuis Deze opvatting kreeg bij Jolian steeds en werkte hij in den tuin. Zij waren zeer vaster voet, naarmate zij het doel van arm. Madame Due was inhalig. Mais hun reis naderden. Het leek hem heel oui, voor geld deed ze alles. Zij vroeg goed mogelijk, dat zij zich zorg en moeite vijftig francs per dag, voor zoolang de hadden getroost voor niemendal. Hoe jongedame bij haar bleef. moesten ze nu hun konist recht- „Da's uitstekend," antwoordde Lund vaardigent Wat zou Elsa er wel van vroolijk. „Ze zal haar niet lang hoeven denken? houden. Zeg maar tegen madame, dat Hij moest haar natuurlijk de waarheid de voogd van de jongedame den tweeden zeggen. Als eerlijk man kon hij niet an- avond zal komen, en dat hij dan met ders. Yan leugens en uitvluchten hield haar alleen wil blijven, om haar tot rede hij niet. te brengen. Ze zal moeten blijven, tot Maar de waarheid sloot in, dat hij ze er in toestemt, mee terug te keeren zich opwierp tot haar voogd en be naar Zweden." schermer. Hoe zou ze dat opnemen? „Ik zal 't madame uitleggen," zei Misschien zou ze hem niet ronduit ver- Jules. zoeken, zich met zijn eigen zaken te Lund lachte een beetje ongemakkelijk, bemoeien, maar door haar houding kon „Nu heb je een kooi gevonden, Jules," ze toonen, dat ze hem zijn aanwezigheid zei hij, „maar het vogeltje hebben we en zijn bemoeizucht kwalijk nam. nog niet." De zon ging onder in zee, toen de trein „Dat krijgen we best," zei Jules vol te Nice aankwam. De zeo was aan 't vertrouwen. „Ze gaat alleen de heuvels verkleuren van licht opaal tot een doffe in. Ik heb haar vanmiddag al gezien, leikleur, en toen zij langs de Promenade maar toen had ik nog niet met de Dncs des Anglais liepen, sloeg de koude mistral afgespxoken. En ze was te ver weg ook. hun in 't gezicht. Ik heb een plannetje. Een doodeenvou- Zij hadden geen kamers besproken en dig plannetje, maar 't kan niet missen, daarom hun bagage aan 't station laten Ze zal er niets achter zoeken. Als ik staan. hier terugkom, breng ik de boodschap „Ik hoop, dat ze in hotel Beau Site mee, dat het vogeltje in 't kooitje zit." plaats voor ons hebben," zei mevrouw In de week, die volgde, kende Erik Rönne voor de tiende maal. Lund geen rust of duur. Hij had nog „Ik hoop 't ook," antwoordde Johan nooit zoo'n angstigen tijd doorleefd. Hij neerslachtig. had zelfs geen vermoeden, welk plan „Ik ben benieuwd, wat Christine zegt, Jules aan 't uitvoeren was. Hij kon niets als ze ons ziet." anders doen dan geduld oefenen, wach- „Zeggen zal ze niet veel, maar denken ten. 's Nachts kon hij niet slapen, en des te meer." overdag slenterde hij maar rond, en „Dat zie ik wel aan haar gezicht, als doen kon hij niets. Zelfs de spanning we haar groeten." van het spel kon hjj niet genieten. Spms Hier gaf Johan geen antwoord op. Hij slenterde hij de zalen van het Casino dacht niet aan tante Christine, maar aan rond, maar gaan zitten en zijn geluk Elsa. Hoe zou ze hem ontvangen? Ze beproeven deed hij niet. De speeltafel zou blij zijn, dat ze zijn moeder weerzag, lokte hem niet meer. Hij speelde om een maar of ze voor hem een lachje over zou hoogeren inzet dan al die zenuwach- hebben, betwijfelde hij sterk. Hij voelde tige, gejaagde menschen bij elkaar. te goed, hoezeer hij 't bij haar verbruid Den achtsten dag, 's avonds laat, had. Had hij zijn kans waargenomen, kwam Jules opdagen. toen ze zich voordeed, dan had hij er nu misschien heel anders voorgestaan, maar Dienzelfden middag kwamen Johan hij had geaarzeld, toen hij had moeten Rönne en zijn moeder te Nice aan, twee doortasten, gestotterd, toen hij had dagen later dan zij gehoopt hadden, moeten spreken. Had hij haar maar Hun voornemen, om 's Maandags- geschreven, om alles uit te leggen! Hij morgens te vertrekken, was verijdeld was aan een brief begonnen, tweemaal, door het ongelukje van Ivar Olby. Het maar tweemaal had hij het papier ver was geen ernstig ongeluk, al maakte sclieurd. Zijn gemis aan zelfvertrouwen Marit Anders er zich zeer ongerust over. en openhartigheid hadden hem leelijk Niettemin hield het Olbv een dag langer parten gespeeld. Welke vrouw kon op Malarhov dan zijn bedoeling was houden van een man, die niet wist te geweest. In plaats van 's Maandags- veroveren, wat hij wilde bezitten, of er morgens vertrok hij eerst Dinsdag tegen althans geen krachtige poging toe deed 1 den middag. Marit bracht hem met den Hoe dichter hij bij het hotel kwam, wagen van Johan naar het station. Toen hoe droefgeestiger hij werd. Alsof hij zijn zij terugkwam, was zij buitengewoon doodvonnis ging aanhooren, zoo volgde stil, en begon dadelijk haar eigen koffer hij zijn moeder de groote vestibule in. te pakken. Johan en mevrouw Rönne Het was theetijd; kellners liepen in alle begrepen er niets van, maar Marit kon richtingen met theepotten en kopjes, zoo gesloten zijn als een oester, wanneer en met schalen vol brood en boter en zij dat wilde, dus vroegen zij maar niets. koek. Het werd dus Woensdagmorgen, voor Zij bleven aan den ingang van de de Rönnes op reis gingen. Johan voelde veranda staan en mevrouw Rönne keek zich zeer onrustig. Soms speet 't hem, rond. Zij zag haar zuster alleen zitten, dat hij dien Maandagmorgen niet aan- aan een tafeltje achter op de veranda, stonds aan tante Christine had getele- en snel liep zij naar haar toe. Johan grafeerd. Maar telkens daarna voelde hij volgde langzaam, met een bang hart. zich weer overtuigd, dat Olby de zaak Waar was Elsa? Waarom was zij niet veel te zwaar had ingezien. Ten eerste bij mevrouw Stenboek? Was er iets was het lang niet zeker, dat Lund Elsa's gebeurd? Kwamen zij te laat? De verblijfplaats had ontdekt, en ten tweede jachtige vragen verdrongen elkaar in was het heel goed mogelijk, dat hij alleen zijn geest, naar Monte Carlo was gegaan om te trachten, aan de speeltafel den toestand Vervolg op biz. 2J. Toe, - zegt Victorientje, wees nu niet boos, wan' neer U niet altijd zooveel Victoria-biscuits kunt krijgen als U wel wilt! De fabriek doet wat zij kan, - en Victorientje doet dat óók, - maar de tijds omstandigheden nopen nu eenmaal tot allerlei nood zakelijke beperkingsmaatregelen. We maken ervan wat we kunnen doet U dat nu ook! En laten we ons troosten met de gedachte, dat dat alles heusch wel weer verandert! En... de Victoria-biscuitjes, die er zijn, nou... die zijn fijn!

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 19