VROOLIJK TIROLER VEST VOOR ONZE KLEINTJES ROOD BRUlil BLAUW GROEIÏ (Eigen opname) Het rugpand. We zetten 74 st. op en breien hierboven als volgt le naald: 6 av., 8 r., 9 av., 1 r., 9 av., 8 r., 9 av., 1 r., 9 av., 8 r., 6 av. 2e en alle volgende even naalden: r. boven r. en av. boven av. 3e naald: 6 av., 8.r., 8av., 3 r., 8 av., 8r„ 8 av., 3 r. 8 av., 8 r., 6 av. Se naald: 6 av., 8 r., 7 av., 5 r., 7 av., 8r., 7 av., 5 r., 7 av., 8 r., 6 av. 7e naald: 0 av., vlechten (dit doen we door te breien als volgt: de 2 volgende st. op de hulpnaald nemen en deze aan den achterkant van het werk houden, de 2 din volgende st. r. breien en daarna de st. van de hulpnaald eveneens r. breien, dan de 2 vol gende st. weer op de hulpnaald nemen en deze aan den voorkant van het werk honden, de 2 dan volgende st. r. breien en daarna de 2 st. van de hulpnaald r. breien), fi av., 7 r., 6 av., vlechten, 6 av., 7 r., 6 av., vlechten, 6 av. 9e naald: 6 av., 8 r., 5 av., 9 r., 5 av., 8 r.. 5 av., 9 r„ 5 av., 8 r:, 6 av. 11e naald: 6 av., 8 r., 4 av., 11 r., 4 av., 8 r.. 4 av., 11 r., 4 av., 8 r., 6 av. 13e naald: 6 av., 8 r., 3 av., 13 r., 3 av., 8 r.. 3 av., 13 r., 3 av., 8 r., 6 av. 15e naald: 6 av., vlechten, 4av., 11 r., 4 av.. vlechten, 4 av., 11 r., 4 av., vlechten, 6 av. 17e naald: als de 9e naald. 19e naald: als de 7e naald, alleen behoeven we hier niet te vlechten, zoodat we de 8 st. steeds r. breien. 21e naald: als de 5e naald. 23e naald: als de 3e naald, doch in plaats van 8 r. nu steeds vlechten. 24e naald: r. boven r. en av. boven av. Deze 24 naalden vormen het patroon en we herhalen ze voortdurend; we vlechten dus bij iedere 8e naald. Uit den eersten en laatsten st. van de 27e, 37e, 47e en 57e naald breien we 2 st. (82 st.); deze bijgemaakte st. breien we in tricotsteek en wel bij de heengaande naalden av. en bij de teruggaande naalden r. Wanneer we ong. 24 cm gebreid hebben, kanten we voor de armsgaten aan het begin van de 2 volgende naalden 4 st. af, aan het begin van de 2 daarop volgende naal den 2 st. en aan het begin van de 4 dan volgende naalden 1 st. (66 st.). Wanneer we ongeveer 33 cm gebreid heb ben, kanten we voor de schou ders aan het be gin van de 4 vol gende naalden (Eigen teekeniug) Dit gezellige vestje van jaegerwol, dat we met verschillende vroolijke kleuren borduren, is bestemd voor onze kleintjes van ongeveer vier jaar. anneer we hetzelfde modelletje voor een jongen willen maken, wat vanzelfsprekend heel goed mogelijk is, kunnen we eveneens onderstaande beschrijving volgen; alleen moeten we dan de knoops gaten in het linker- in plaats van in hét rechtervoor- pand breien. Benoodigdheden: ongeveer 150 gram vierdraads imitatie-jaegerwol, enkele restjes roode, gele, blauwe, groene en bruine wol, 2 lange aluminium breinaalden met knop nr. 2V2 of 3, een bijpassende haaknaald, een hulpnaald en 6 fantasieknoopjes. (Eigen teekeniug) 11 st. af, terwijl we de overige 22 st. bij de dan volgende naald in ééns afkanten voor den hals. Het linkervoorpand. We zetten 41 st. op en breien hierboven als volgt: le naald: 6 av., 8 r., 9 av., 1 r., 9 av., 8 r. Verder breien we in patroon, dus boven de beide 8 r. st. in kabel- en boven de overige st. in ruitpatroon. Uit den eersten st. van de 27e, 37e, 47e en 57e naald breien we 2 st. (45 st.). Wanneer we ongeveer 24 cm gebreid hebben, kanten we voor het armsgat aan het begin van de volgende heengaande naald 4 st. af, aan het begin van de daaropvolgende heen gaande naald 2 st. en aan het begin van de 2 dén volgende heengaande naalden 1 st. (37 st.). Wanneer we ongeveer 31 cm gebreid hebben, kanten we voor den hals aan het begin van de volgende teruggaande naald 10 st. af, aan het begin van de daaropvolgende teruggaande naald 2 st. en aan het begin van de 3 dan volgende teruggaande naal den 1 st. (22 st.). Daarna breien we nog 2 naalden zonder minderen, waarna we aan het begin van de 2 volgende ;Eigen opname) Maten. Bovenwijdte ongeveer 68-70 cm lengte ongeveer 34 cmmouwlengte ongeveer 36 cm.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 28