Hoorn en
Enkhuizen
Waar de Gouden Eeuw herleeft
EENS TWEE MACHTIGE RIVALEN,
THANS 'N PAAR STILLE STADJES
AAN EEN VERDWIJNENDE ZEE:
Komt u jn het oude Enkhuizen, dan vindt u in de Westerstraat een
juweel van een Oud-Hollandschen gevel; het is de Westfriesche
Munt. Hier kwamen de dukaten en daalders vandaan, waarmee de
rijke reeders zoo voortreffelijk wisten te rammelen. Maar bent u in
het niet minder oude Hoorn, dan praat men u daar óók van een
Westfriesche Munt. Nu moet men in de historie niet gauw vervaard
zijn. Zijn er in ons land niet, welgeteld, vijf boekenkisten, waarin
Hugo de Groot uit de Loevestein-
sche gevangenschap ontsnapte?
et die Westfriesche Munt
intusscheii is het een ander
geval. Die van Enkhuizen
is echt, maar die van Hoorn niet
minder. Want toen er indertijd in
Westfriesland een Munt moest
komen, hadden Enkhuizen en
Hoorn gelijke aanspraken en geen
der stedelijke regeeringen wist van
wijken. Toen kwamen er twee Mun
ten en om de zes jaar wisselde het
gewestelijk muntrecht. De een niets
meer dan de anderZoo doet nog
De Westerstraat te Enkhuizen is
als een openluchtmuseum, waar de
glorie van onze oude bouwkunst te
bewonderen is. Een gevel uit 1617.
In den Drommedaris klingelt het carillon van Hemony, en over het smalle
wipbrugje klost 'n visschersjongen in een rood baadje. Hier tusschen de
oude trapgeveltjes schijnt de tijd stil te staan.
vandaag den dag menig wijs vader, die vrede wil houden in zijn gezin.
U zult begrepen hebben, dat Enkhuizen en Hoorn rivalen waren.
Beide even bloeiend en rijk en beide „magtig ter see". Die
concurrentie leidde nogal eens tot strubbelingen, zooals bij de oprich
ting van de West-Indische Compagnie. Maar dat was nog maar
kinderwerk, vergeleken bij de oneeniglieid in 1610. Toen werd er
een nieuwe vaargeul ontdekt, dwars door het Enkhuizer zand.
Hoorn plaatste tonnen langs dat vaarwater, zeer ten gerieve van
de schippers, die naar de verdere havens van Holland voeren. De
Enkhuizers dachten er anders over; ze haalden de tonnen weg en
twee jaar later lieten ze zelfs vier met keien en zand beladen schepen
in de nieuwe geul zinken! U kunt gelooven, dat daar in Hoorn heel
wat over te doen is geweest.
„Hoe denken jullie over Hoorn?" vraagt men in onze dagen te
Enkhuizen.
,,'t Is er drukker dan hier," zegt het vriendelijke heertje, dat u
op weg helpt tusschen de oude gevels en dat antwoord geeft u
nieuwen moed: de veete is blijkbaar vergeten. Maar dan vertelt de
zegsman, dat hij eigenlijk vreemd is in de oude stad van Enkhuizen;
hij woont er pas drieëntwintig jaar! Hij komt uit Sneek en als
we nu werkelijk eens iets moois willen zien, moeten we daar de
Waterpoort eens gaan bekijken....
„Tja," zegt een andere Enkhuizer ditmaal een echte, „in
Hoorn doen ze graag deftig." En u krijgt lieele verhalen. IT vertelt
lxem natuurlijk niet, dat u denzelfden dag nog te Hoorn komt
en ook (laar inlichtingen gaat inwinnen
Machtig ter zee waren eens die beide steden. Als u naar
den havenkant gaat, herleeft de glorie van de
gouden eeuw. Zie den Dromme
daris, den stoeren vecht-
toren, die de havens van Enk
huizen beveiligde. Nu ligt er
slechts een vissehersvloot in
de buitenhaven. UK staat er
op de roestbruine zeilen, maar
ook zonder dit lierkenningstee-
ken is te zien, waar de visschers
vandaan komen, want op de
De trots van iederen Enkhuizer:
de. veroverde ankers uit 15,37.
Groen van kroos is de groote haven,
waar eertijds de koopvaarders meerden.
Een hoekje van Enkhuizen met op
ten achtergrond de Zuiderkerkstoren.