8. Tiet eigenlijke graf uit het steenen tijd
perk ligt meestal in het midden van den
heuvel; daarom wordt het opstaande kruis,
dat men aanvankelijk langs de noord-zuid
en oost-westiijncn heeft laten staan, door
broken en hoven het graf weggegraven.
5. Afgegraven heuvel, waarbij de assen zijn blijven staan, recht onder den paal de afteeke-
ning van het graf (hiervoor is de wal doorbroken) deze afieekening is veroorzaakt door
afzetting van ijzeroer, meegenomen door het regenwater, dat in den lossen grond dieper zakt
dan in de omgeving, waar de aarde niet beiverkt (door de gn,ifbouwers) of afgegraven door
ondeskundige schatgravers) is.
9. Afieekening van de fundament greppel, die in 'n
kring om het heele graf loopt. Hierin lag de houten
bovenbouw van balken, die den vorm van een bijen
korf vertoonde, verankerd.
iler ondergestoven urnenvelden en verzande
woonsteden te lezen.
De archeoloog speurt, op zijn onderzoekings-
reizen door ons land naar de wonderlijke heu
veltjes, waarin wij niets dan een toevallige
zandophooping zien, en als een detective der
wetenschap leidt, hij met geoefend oog de sys
tematische ontsluiering van het geheim, dat
de grond, waar n en ik liondeTden malen
overheen geloopen zijn zonder iets bijzon
ders te ontdekken, verbergt.
„Maakt n alleen uit den vorm van
zoo'n heuveltje op, dat er iets onder kan
zitten?"
Dr. F. C. Bursch, directeur van het Rijks
bureau voor Oudheidkundig Bodemonderzoek
te Leiden, glimlacht.
„Wat zal ik n zeggen, je moet er natuur
lijk een beetje kijk op hebben. Een soort
t weede gezicht bijna
Terwijl wij door den zuiver ronden kuil
met de loodrechte wanden loopen, wijst hij
mij de greppel, waarin de onderste laag van
houten balken, die op elkaar gebouwd een
bijenkorfvormig bouwsel vormen, is neerge
legd. Het hout is verteerd, slechts enkele
vreemde figuren in het zand geven de plaats
aan, waar ze lagen. Het ziet er zoo eenvoudig
uit en zoo gemakkelijk te bepalen: daar be
vond zich nog een palissade rondom 't. graf,
die is duidelijk te onderscheiden, daar is
honderden jaren later nog iemand begraven,
ja, op dat heuveltje, maar dit is geen echt
heuveltje, dit hebben we laten staan, uit het
bronzen tijdperk. En dan zitten we meteen
in de tijdsbepaling; bronzen tijdperk is de tijd..
6. De verschillende hodemrerkleu ringen
(bouwsporen van den heuvel en grafsporen)
worden in kaart gebracht. Op den achter
grond lijkkuil uit tien bronstijd (plot. 1500
v. Chr.) waar this een doode is hijgezel in
den reeds bestaanden grafheuvel, die uit
plm. 1S00 v. Chr. dateert.
7. De bruine ijzerhoudende aderen zijn een
zeker tceken, dal de grond los geweest is en
bovendien bewijst de rossig rootle kleur van
het zand de aanwezigheid van vergaan hout.
Men is dus in of in de nabijheid van 't graf
of van de fundamentgreppel. Nu neemt de
voorwerker de schop ter hand en schraapt
voorzichtig den grond ai.
waarin de mensehen brons gebruiken, juist ja, en
het graf is oorspronkelijk uit het laat steenen
tijdperk, op de grens van steen en brons eigenlijk,
om precies te zijn: het is een graf van iemand,
die tot het „l>ekervolk" behoorde-
Wij moeten ons dat zoo voorstellenomstreeks
1800 v. Chr. woonden in ons land drie volken: de
hunnenbeddenhouwers in het. noorden, in Drente
en hun uitloopers op de Veluwe, het volk van de
Donau-cultuur in Zuid-Limburg, dat langs den
Donau en den Boven-Rijn naar onze streken is geko
men, en verder de paalwoningenbouwers, die langs
den Boven-Rijn van Zwitserland tot hier voorkomen,
waaruit het donkere type en de kleinere bouw van
de bewoners onzer zuidelijke provincies wellicht is
af te leiden.
Deze drie volken zijn landbouwers Cn worden