11. Een graf uit den bronstijd (plm. löUU v. Chr.) dat dus later in den heuvel die zelf uit het steenen tijdperk (plm. 1800 v. Chr.) dateert, is uitgegraven Men begroef de dooden bij voorkeur in een bestaanden grafheuvel; doch ui piëteit werd het midden ongeschonden gelaten. Men wist dus uit overleverm dat zich in het. midden reeds een graf bevond. 10. Behalve een fundamentgreppel met houten opbouw voor liggende balken in den vorm van een bijenkorf (koepel) ligt nog om het eigenlijke graf heen een palissade-omheining, waarvan de sporen ook weer sterk geaderd zijn door af zetting van ijzeroer. De bijenkorf zelf was eenige meters hoog, terwijl de hoogte van de palissade misschien lljt meter bedroeg. Burscli mot do spreekwoordelijke voorzie tighei den deskundigen eigen, „alleen maar zoo onj eveer' wordt uitgelegd. We zien de bekermenschon >ns lai binnenvallen, hier lag wellicht dén van hu krip lieden, doch hij werd de voorvader van eenj eslacl waar wij wellicht toe behooren, een paar 1011de jaar later was hij geen vijand meer, want al maal men hij voorkeur gebruik van een bestaan! en gr: heuvel, men zette de anderen aan den rani hij i piëteit voor den doode, die volgens de ovweveri in liet midden moest liggen. „Zooveel piëteit heeft het nageslacht lang n altijd betoond," merkt dr. Burscli, eenigszins bitt plotseling belaagd door een vierde volk, het beker volk, ook klokbekervolk genoemd, naar een bepaal den bekervorm, die karakteristiek voor hun cultuur is. Dit hekervolk dringt zich tusschen de andere, het volk der Donau-eultuur verdwijnt, het hunnebed- denvolk vermengt zich met deze indringers en uit deze vermenging ontstaan de Germanen, terwijl in het zuiden uit de vermenging van de paalwoningen bouwers en het bekervolk misschien de Kelten voortkwamen. De Kelten treden van af ongeveer 500 v. Chr. in het licht der geschiedenis en de Germanen beleefden hun „grooten tijd" vanaf 300 na Chr. en dan zijn we van de praehistorie in de historie beland. Veel werd vernield De opgraving wordt in foto en teekening vaslgmgd, zoodat men later precies weet hoe het geweest is. Dit moet heel nauwkeurig geschieden, amgmeu de gegraven kuil later weer wordt dichtgegioid en er dan niets meer te achterhalenMt. 1 '"V1 r. Het is allemaal niet zoo geheimzinnig en ingewik keld als wij dachten, wanneer het ons in eenvoudige bewoordingen („Niet heelemaal waar," zegt dr. tjkry llM ~ê,lr - - Z l&tkVk 14. In het graf uit het steenen tijdperk (plm1800 v. Chr.) ligt de beker, waarin de doode spijs of drank voor zijn verre reis naar het hiernamaals heeft meegekregen. De ligging van het voorwerp wordt zorgvuldig opgemeten. 16. Schoonmaken van denzelfden beker. Het, i motief in horizontale zóne» komt steeds pij <1 de hekercultuur, voor. De beker- of klokt» teren een overgang tusschen het steenen en fymzet 15. De beker wordt zorgvuldig schoongemaakt: een ar cheoloog moet een vaste, doch tevens zeer zachte hand hebben, daar het aardewerk spoedig breekt. Kaar dezen beker noemt men het volk het beker- of klokbekervolk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 16