stdmaasé cu /c/eetiwAist/ ojr dm ot boosdoener- pr Deze bus bevat: ..Uw koele huid 19 ,,IT ziet, dat ik mijn woord houd, monsieur," zei Jules kalm. ,,Tk heb ook nooit aan je getwijfeld," zei Lund, „maar een mensch moet voorzichtig zijn, is 't niet zoo? Ik ben blij, dat je er bent. Moeten we ver?" „Een kilometer of drie, en dan een stukje klimmen. Over een goed half uur bent u er." Zij bestegen een klimmenden weg met scherpe bochten en ruig gesteente boven en beneden. Lund liep moeilijk, en moest nu en dan blijven staan om adem te scheppen en het zweet van zijn kale hoofd te wisschen. „Zeg, Jules," zei hij in een dier rust- poozen, „zou zo geen revolver hebben?" Jules was nog een beetje knorrig en had geen zin, een geruststellend ant woord te geven. „Ik denk 't niet," zei hij, „maar ze had wel een dikken stok hij zich. Mis schien was 't een degenstok." Lund kreeg het opeens koud aan zijn rug. „Jij vroolijkt een mensch ook niet op!" snauwde hij. „IJ zult wel weten, hoe u haar aan moet pakken," antwoordde Jules on verschillig. Zwijgend liepen zij verder. „Ik ben baar voogd," zei Lund bij de volgende halte. „Ze is nog niet mondig, dus ik heb de wet op mijn hand." „Waarom gaat u dan tegen de wet in, om haar te pakken te krijgen?" vroeg Jules, nog even onverschillig. ,,'t Gerecht werkt te langzaam, Jules. Over een paar maanden is ze haar eigen baas. Ik moest vlug handelen, anders kwam ik te laat." Hier gaf Jules geen antwoord op en zij liepen verder. Eindelijk kwamen zij aan een pad, dat bijna onzichtbaar tegen den heuvel opklom. „Nu moeten we een stukje klimmen, monsieur," zei Jules. „Ik ga wel eerst, u komt maar achter me aan." Lund deed, zooals hem gezegd was, al kostte het hem eenige malen groote moeite, op de been te blijven. I)e maan was nog niet boven de toppen uit en bet pad was bijna niet te zien. Toen zij het breede stuk rots zagen, waaronder bet huisje van Henri Due stond, was Lund doodop. Voor liet vervallen hekje, waardoor men de tuinderij betrad, ging hij op een grooten steen zitten om uit te hijgen. „Ik geloof niet, dat ik nog een meter verder had gekund," zei hij. Eindelijk stond hij op en keek hij rond. ,,'t Lijkt me wel 'n veilig plekje, Jules," prees hij. „Hier vindt geen mensch haar." Zij gingen den tuin in. Een zwak licht drong door een raampje rechts van de deur. „Nu ga ik maar," zei Jules zacht, „en ik wensch u veel succes." „Die oude man is toch doof, zei je?" fluisterde Lund. „Stokdoof. Die hoort niets." „En de vrouw!" „Die trekt zich nergens wat van aan, ze kijkt alleen naar geld. Dus 't béste. Ik zal hier wachten, tot. u goed en wel binnen bent." Lund zamelde zijn moed bij elkaar en liep naar de deur. Hij liad een be nauwd gevoel en zou dolgraag wegge- loopen zijn, maar Jules stond naar hem te kijken en hij wilde geen lafaard schijnen. Hij tilde zijn stok op en gaf een paar snelle klopjes op de deur. Even later werd die geopend en diep ademhalend ging hij binnen. Jules wachtte, tot de deur weer dicht was, keerde zich toen om en verdween in de duisternis. DRIEËNTWINTIGSTE HOOFDSTUK Jules' verslag van de gebeurtenissen tot aan zijn vertrek uit het huisje van Henri Duo was volkomen juist geweest. Met liegen kon. hij niets winnen, dus zei hij de waarheid. Maar wat er gebeurd was, nadat hij het huisje had verlaten, wist hij natuurlijk niet. Maar hij twijfelde er niet aan, of zijn opdrachtgever zou de. gevangene naar zijn hand weten te zetten. De jongedame had veel moed en zelfbeheerselung getoond. Zij had niet geschreeuwd, geen zenuwaanval gekregen, geen enkel teeken van ver slagenheid gegeven. Wel was ze hoos geweest en verontwaardigd dat kon niemand verwonderen maar van vrees was er heel weinig gebleken. Tijdens zijn gesprek met madame Om had zij geen woord gezegd. Blijkbaar had ze dat. heele gesprek beluisterd. Als ze ten minste genoeg Fransch verstond, om het te volgen. Madame was met hem meegeloopen tot aan het hekje, voortdurend moppe rend, omdat zij geen vooruitbetaling had ontvangen. Eerst toen het heele- maal donker was, ging zij het huisje weer binnen. Elsa. zat intusschen op een houten stoel bij de deur en staarde door de uitgehakte opening. Wat zou er nu verder gebeuren? Zij had al vlug gecon stateerd, dat de deur aan den buiten kant stevig gegrendeld was, en dat geen raam of schoorsteen een kans tot ont snapping opleverde. Haar wandelstok had een dikken knop aan het eind. was dat een haak geweest, dan had ze daarmee misschien de grendels weg kunnen trekken. Maar met den knop ging dat niet. Maar misschien, dacht ze, kon die stok haar toch nog van dienst zijn. Erik Lund zou den volgenden avond komen. Goed, ze zou hem een warme ontvangst bereiden. Een flinke klap met den knop van dien stok, dan kon hij voorloopig niets doen, en misschien was de deur (tón niet op de knip. Tevreden dacht ze over deze mogelijk heid na. Zij nam't zichzelf zeer kwalijk, dat zij zicli zoo makkelijk had laten beetnemen, maar zij had ook geen flauw vermoeden gehad, dat Lund haar nog steeds belaagde. Zij was hem al bijna ver geten. Toen de middag omging en de duisternis viel, gingen haar gedachten naar mevrouw Stenbock. Misschien zou die zich niet ongerust maken, omdat zij met de thee niet thuis was gekomen, maar daarna zou ze heel erg in angst zitten. Ze zou de hoteldireetie of zelfs de politie te hulp roepen, en men zou terstond beginnen haar te zoeken. Maar wie zou het in zijn hoofd halen, op te klimmen naar dat eenzame huisje! Men zou in de ravijnen gaan zoeken, en aan den voet der rotsen, terwijl zij hulpeloos zat in die verschrikkelijke kamer, op zoo geringen afstand van hen, die haar zochten! Maar zij wilde zich niet overgeven aan wanhoop. Zij had niet zoo'n angst voor Erik Lund als toon zij op Baner- berg woonde. Zij was geen onnoozel en bedeesd meisje moer. Nu had ze iets van de wereld gezien en op eigen beenen leeren staan. Nu kon zij zich verdedi gen en dat zou ze doen ook. Bijna plotseling werd het in de voor kamer donker, zoodat zij de gaten in de deur nog maar nauwelijks kon zien. Geluid hoorde zij niet. In de achter kamer werd liet. vochtig en koud. Vervolg op blz. 22 Maandenlang verkeeren Uw costumes, jassen en sportkleeding in voortdurend gevaar, door mottenrupsen opgevreten te worden. Bedenk eens, welke waarde hier voor U op het spel staat: 's zomers Uw geheele winterkleeding en 's winters de zomergarderobe. Voorkom dit verlies! Let bij het koopen van wollen kleedingstukken, pels werken, handwerkmateriaal, meubelstoffen of tapijten altijd op de Eulan-behandeling. Heeft U een wollen jas of jurk, een costuum of een tapijt, vervaardigd uit mate riaal, dat niet met Eulan behandeld werd, dan kunt U dit alsnog bij een betrouwbare ververij laten doen. Met Eulan behandeld ma teriaal is blijvend motecht! i Uitknippen en als brief inzenden I aan Mevr. De Wijs-te Raad, Kalver- straat 134, Amsterdam. p NAAM: B ADRES: B WOONPL: wenscht nadere inlichtingen omtrent 1 de toepassing van Eulan. (Aanvragen kunnen ook per brie! geschieden.) MM Hier is 'n verkoelende poeder voor iedere vrouw, die bij kantoor- of huis houdelijke arbeid soms zoo écht kan ver langen naar'n koelefrissche huid. ZWITSAL Toiletpoe der geeft U die verkwik king, en méér nog: ze werkt genezend bij smetten, door- loopen, brandende voeten e. d. Overmatige transpiratie wordt erdoor opgeheven Ideaal - haal direct 'n bus in huis I In ovale bussen 50 en 75 ets.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 19