EN TOBIAS ZEI... KALOBURMA Bekijk D I T plekje eens nauwkeurig. Vervolg van biz. 5 A. „Als je soms denkt, dat ik liet leuk vind, vergis je je," zei mevrouw Bekkers bitter. „Mijn man en ik zijn allebei gek op die kat ten minste dat waren we voor mijnheer Abbinge hem be dorven had," en ze wierp een venijnigen blik op den beduusden geleerde, die nogal hulpeloos voor zich uit zat te sta ren, „maar nu wil ik hem geen dag langer houden geen uur langer." En ze vervolgde streng tegen haar echt genoot, alsof hij het kon helpen: „Paul! Die kat moet weg! En zoo gauw moge lijk! Maak jij het dier dood! En meteen!" Nu was de beurt aan mijnheer Bek kers om bitter te worden. „Jij hebt, als altijd, gemakkelijk praten," zei hij. „Maak die kat dood, zeg je. Waarmee? En hoe? En bovendien, hoe krijg ik hem meteen te pakken? Alsof het de eerste keer zou zijn, dat hij een dag of drie op stap ging." Bij deze fatale opmerking kreunde het gelieole gezelschap. Drie dagen op stap! In drie dagen konden misschien alle katten van het dorp spreken, en, wat erger was, kwaadspreken. „Laten we een beetje strychnine in zijn middageten doen," stelde Winkler vriendelijk voor. „Dat is absoluut doodelijk. Absoluut." „En voor die kleine zwarte van den melkboer zorg ik wel," hielp Klerks hem opgewekt. „Die vang ik gemakke lijk en dan verdrink ik haar. liet zal den melkboer wel spijten, maar ik zeg. dat er een besmettelijke ziekte onder de katten is uitgebroken. En dan lieg ik nog niet eens erg," voegde hij er peinzend aan toe, „want dit is veel erger dan welke ziekte ook." „Maar mijn groote ontdekking!" protesteerde de heer Abbinge. „Mijn levenswerk! Zeventien jaar van mijn leven. Na alle experimenten,. „Dan experimenteert u maar verder met de koeien in de wei," zei mevrouw van der Kolk vinnig. „Die loopen ten minste niet vrij de kamer in en uit. Of probeert u het eens met de olifanten uit Artis, die moeten zoo intelligent zijn, heb ik altijd hooren zeggen, en die hebben ten minste het voordeel, dat ze niet op de meest onverwachte «ogen blikken onze slaapkamers binnensluipen om ons te bespieden." Een bode, die iemand komt vertellen, dat hij de honderdduizend heeft ge wonnen en door den gelukkigen winnaar de deur gewezen wordt, kan zich niet verontwaardigder voelen dan Cornelis Abbinge bij deze boosaardige ontvangst van zijn wereldschokkende ontdekking. De publieke opinie was tegen hem en als er over het lot van Tobias gestemd had moeten worden, zou stellig iedereen strychnine aanbevolen hebben. Moeilijke treinverbindingen en een zenuwachtig verlangemom de zaak tot het einde mee te maken vormden een beletsel voor een algemeen overhaast vertrek, maar hel diner dien avond was lang geen succes. Klerks had een moeilijk uurtje doorleefd, eerst met de kleine zwarte poes en daarna met den melkboer, wien hij een uitgebreide ver klaring van zijn moordlust had moeten geven. Agues Remmers weigerde iets te eten, zij bepaalde zich er toe, naar de anderen te kijken, terwijl dozen met hun maaltijd bezig waren, met een ge zicht, alsof ze op ieder gerecht strych nine verwachtte. Mevrouw van dei- Kolk zweeg tijdens den geheelen maal tijd. Mevrouw Bekkers probeerde de conversatie een beetje gaande te houden, maar aangezien ze daarbij weinig of geen steun van haar gasten ontving, en zelfs niet van haar man, faalde deze poging jammerlijk. Bovendien was haar eigen aandacht voortdurend op de deur gericht, die op een kiertje openstond. Want daardoor hoopte zij Tobias te zien binnenkomen. Bij het buffet, op zijn gewone plaatsje, stond een bordje met vischresten en strychnine. Maar zelfs bij het dessert was Tobias nog niet versche nen, niet in de eetkamer en zelfs niet, zooals mevrouw Bekkers van het tweede meisje hoorde, in de keuken. Het sombere maal was nog feestelijk geweest, vergeleken met de stemming, die 's avonds in den salon heersehte. Eten en drinken geeft ten minste nog eenige voldoening, maar nu ook deze afleiding ontbrak, werd de algeheele verlegenheid en prikkelbaarheid duide lijker merkbaar. De gastvrouw stelde een spelletje bridge voor, maar de mees te gasten gaven hierop niet eens ant woord voor bridge was iedereen te onrustig, te nerveus. Juffrouw Peters zette zich aan den vleugel en speelde „Het gebed eener Jonkvrouw", hetgeen in de huidige omstandigheden zelfs min of meer toepasselijk kon zijn, maar zij oogstte geenerlei succes bij de rest, van liet gezelschap. Zij waagde zich zelfs nog aan haar tweede repertoirestuk, doch de ontvangst was zóó kooltjes, dat zij de laatste maten haastig afraffelde en daarna de klep van den vleugel met een slag liet dichtklappen, tot zichtbaren schrik van de aanwezigen en tot erger nis van gastvrouw. Om elf uur gingen de meisjes naar bed. De keukenmeid kwam omslachtig vertellen, dat zij het kleine bovenraampje van de keuken speciaal voor Tobias op een kier had gezet. De gasten bleven zitten. Gesprek ken werden sinds lang niet meer ge voerd. Er klonk alleen af en toe een onderdrukt gegeeuw en liet droge gerit sel van steeds weer opnieuw gelezen kranten. Mevrouw Bekkers verdween op gezette tijden naar de keuken. Eiken keer kwam zij van haar excursie terug met een moedelooze uitdrukking op lïaar gezicht, die iedere vraag van haar angstig afwachtende gasten al bij voor baat overbodig maakte. Om twee uur verbrak Klerks eindelijk de drukkende stilte. „Die komt vannacht niet meer thuis," zei hij somber, maar gelaten. „Waar schijnlijk zit hij op het oogenblik op het redactiebureau van de plaatselijke krant en vertelt zijn ervaringen met de menschcn. Het zal „het" artikel van de week zijn. Die krant wordt op slag beroemd. Ik zie de koppen al: Huiskat veracht de menschen. Ik heb ze door. zegt hij." Niemand lachte om dit grapje.Goed beschouwd was het ook geen grapje. Er mankeerde slechts weinig aan, of de fantasie van Klerks was bittere, bloe dige ernst. Het weinige, dat ontbrak, was het gelukkige feit, dat het dorpje geen plaatselijke krant rijk was. Nadat hij op zijn manier bijgedragen had tot, verhooging van de stemming, verdween Klerks en ging naar bed. Hij werd gevolgd door Cornelis Abbinge, die zich blijkbaar toch in zooverre scliul dig voelde, dat hij niet de eerste had durven zijn. Zijn bescheiden: „Goeden- S/of op blz. 11 Bij de neusvleugels en tusschen mond en kin vertoonen zich de eerste verwijde poriën. Een waarschuwing van de natuur, dat de fijne kanaaltjes van de huid verstopt zijn, waardoor de adem haling en de voeding van de huid verhinderd worden. Voorkom tijdig deze schoonheidsfouten door een afdoende huidverzorging, die de natuurlijke functie's van de huid ondersteunt en aanvult. De Kaloderma schoonheidsproducten zijn samengesteld op grond van de laatste resultaten der biologisch-cosmetische onderzoekin gen. Reeds na korten tijd zult U dan ook bemerken, hoe zij Uw huid reinigen en haar de elasticiteit en frischheid der jeugd hergeven. KALODERMA REINIGINGSCRÊME, K ALODE R M A AC TI E F-C RÊ M E, een reinigingscrême, die Uw huid wer kelijk grondig reinigt en alle stof- en vuildeeltjes uit de poriën vencijdert - de basis vooreen doelmatige huidver zorging. - Doos f 0.77. Pot f 2.04. KALODERMA GE Z IC HTS WATER, is meer dan een heerlijk verfrisschend en de huid sterkend gezichtswater - het is het ideale middel tegen 'n vermoeide en verwelkte huid. Het verleent de huid een zuivere teint en maakt haar weer jeugdig, glad en soepel. f 1.41 en f 2.10. een speciale voedende coldcrêmedie door haa r bijzondere samenstelling een onvolledige of ontbrekende voeding der huidklieren op geheel natuurlijke wijze aanvult. Tube f 0.51 en f 1.02. Pot f2.04 KALODERMA DAGCRÊME, verleent de huid een blijvende fluwee- lig matte teint, een eerste vereischte voor een verzorgd uiterlijk. Zonder de huid-ademhaling te belemmeren be schermt zij de poriën tegen verontreini ging. Tube f 0.51 en fl.02. Pot f 2.04. EEN NIEUWE WEG NAAR NIEUWE SCHOONHEID.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 9