25
REMBRANDT. „Jezus en de Samaritaarische vrouw". Rembrandt heeft in zijn bijbelvertolking AERT DE GELDER. „Christus den volke getoond", te Bres-
een voorkeur voor Jezus, die hij van Bethlehem tot Emmaus volgt. Een der schoonste samenspra- den. Zonder Rembrandt s beroemde ets. „Christu svom ia us
ken heeft hij hier in beeld qebraeht. Na de vrouw van zijn macht over het verborgene te hebben is dit werk van's meesters laat,sten leerling, are nog te*
overtuigd, spreekt Jezus haar van hét levende water. van zijn stijl de achttiende eeuw inbrengt, niet denkbaar.
in het Nieuwe Testament, en hij noemt zijn schilderij „de Roeping van Mat-
thens". Een schilder van volksopstootjes en relletjes als Jan Steen schildert
„de bruiloft van Cana" en de eenige volstrekt onbelangrijke figuur is Christus.
Zij die, als Jan de Bray, familiegroepsportretten schilderen, vinden in den
bijbel onderwerpen, die hun al heel weinig uit hun dóen halen. De diepe
aandacht voor de doode stof, de lof van de stilte en de tegenstelling van
geel en blauw blijven de
uitdrukking van de schil
dering beheersch en, ook als
Vermeer, met zijn gebrui
kelijke en beperkte requi-
sieten en een tweemaal
aangewend model, zijn
prachtig „E m m a u s"
schept. Zij, die landschap
en riviergezicht schilderen,
als Esaias van de Velde,
kunnen, zonder hun ge
wone werk op 't eerste ge
zicht te wijzigen, Christus
op 'n scheepje zetten voor
de prediking, waar nie
mand werkelijk naar luis
tert, zoo weinig is de ge
wone bedrijvigheid zijner
figuurtjes veranderd.
Het zou aan een bui-'
tonkerkelijken geest (het
gelukte niet Rembrandt
bij een kerkgenootschap in
te deelen) gegeven worden,
het geloof van héél een
volk te belijden in de schil
derkunst, die zonder Rem
brandt de ziel van Holland
niet volledig zou hebben
weerkaatst. Het zich plaat
sen onder de stof, het zich
laten beheerschen door die
stof, dat is de kracht van
don Nederlandschen schil-
dergaard, en Rembrandt
heeft dat gedaan ten op
zichte van „het Woord"
met vermorzeld hart. Rem
brandt heeft het- „Oude
Boek" vanaf de knieën zij
ner moeder, Neeltje Wil
lemsdochter, gekend, er uit
hooren voorlezen eerst, on
er daarna zelf in gelezen,
zijn leven lang. Geen uit
hoek van deze oneindige
REMBRANDT. „Verloochening van Petrus", Rijksmuseum. Een onverhoopte terugkeer van dit uit
Russisch bezit teruggekomen meesterwerk heefl ons Rembrandtbezit in het Rijksmuseum belangrijk
vergroot. Petrus loochent de aanklacht van de dienstmaagd bij de soldaten ro-nd het nachtvuur in
den hof van den IJ oogepriester, terwijl de blik van den Christus vanuit den achtergrond der schil
derij den twijfelmoedigeri apostel zoekt. (Reproducties Panorama)
wereld bleef hem onbekend, geen nog zoo overlezen tekst, of hij wist hem
leven te geven in zijn vertolking. Hij herschiep het Woord in beelden, die der
menschheid een eenwig goed zijn geworden, en vooral hij gaf den Christus een
gestalte, die noch in de uitdrukking van het goddelijke, noch in levensinten
siteit dooi1 eenig ander kunstenaar nabij .getreden werd en wordt. Hij ver
kondigt een mild Christendom, dat ver uitging boven de enghartige, kerkschheid
van zijn tijd en daarom
ook niet door dien tijd
kon worden aangenomen.
Vooral na 1648 (door
biografen wel „het heilige
jaar" uit Rembrandt's le
ven genoemd) heeft zich
het collectief geloof in den
bijbel van zijn landgenoo-
ten door Rembrandt's
werken uitgesproken. In
zijn latere werken vooral is
Rembrandt steeds geeste
lijk, zooal niet bijbelsch.
Zijn laatste liefdezangen
getuigen het. Do „Verlo
ren Zoon" in de Ereniitage
te St. Petersburg is 'n evan
gelische parabel. In de
„Joodsclie Bruid" is de
portretopdracht zoo boven
zichzelf uitgetild, datBooz
en Ruth een van de veie
bijbelsche betitelingen is,
aan het stuk gegeven. In
zijn laatste werk, uit 1669,
werd „het gezin" in zijn
glorie zoo veralgemeend
dat „de Gelukkige Familie"
in het museum te Bruns-
wijk baadt in 'n christelijk
geestelijke sfeer: In alles
komt bij Rembrandt de
menschelijke ziel op liet.
eerste plan.
Wordt de vraag her
haald Schildert Holland
in de zeventiende eeuw ook
de ziel en het zieleleven!
Greep de Hollandsche
schilder, na de stof tot
de fijnste korrel te heb
ben afgetast, ook naar de
onzichtbare dingen van
den geest!
Er is één afdoend ant
woord Rembrandt.