LACH
E E N VACANTI E VE R H AAL
Neem een proef met
dit HUISMIDDELTJE
tegen LENDENPIJN.
VERKOUDHEID
DOOR J. GERHARD TOONDER
mÊÈBKËm
20
Gemakkelijk zelf te
maken.
U heeft hiervoor noo-
<lig 85 gram terpen
tijn en lö gram
Rlieumagicolie (ge
concentreerd). Een
15 grams-flèschje
Rheumagic-olie kost
hij eiken apotheker
<>f drogist 66 cent.
Lus met de terpentijn
bent n voor drie
kwartjes klaar.Schnd
de bestanddeelen goed door elkaar.
Bevochtig de pijnlijke plaatsen ermede,
zonder te wrijven. I)e pijn verdwijnt
onmiddellijk. Haal het vandaag nog
in huis en bewaar dit receptje.
Indien terpentijn niet -verkrijgbaar is.
kunt U een zélfde hoeveelheid brand-
s p i ritus (/eb ruiken.
Bescherm Uw gezin tegen
door dit eenvoudige recept.
Dit receptje is werke
lijk uitstekend in alle
gevallen van verkoud
heid en hoest: In een
kwart liter water lost
1' een eetlepel suiker
of stroop op. Dan
voegt r hieraan toe
30 gr. Vervus (dubbel
geconcentreerd), die verkrijgbaar is bij
alle apothekers en drogisten. Even goed
doorroeren en Uw hoestsiroop is gereed.
en de wereld lacht met u mee
Maar laat een goedverzorgde mond
zien als u lacht. Dat kan, als uw
tanden dagelijks gepoetst worden
met„Andrélon"-tandcrème. Een mond
vol gave, blinkende tanden en frisch,
gezond tandvleesch: een genot om
te bezitten, een plezier om naar te
kijken. Begin daarom morgenochtend
uw tanden met„Andrélon"-tandcrème
te verzorgen en lach weer vrij uit.
verbeterd procédé, herken
baar aan het gele etiket.
Let hierop als u koopt.
50 ct
oen ik. na een lange wandeling
langs liet stille, verregende strand,
in pension Yreugdenlust terug
keerde om mijn deel in de uit
gereikte spijzen te bemachtigen, vond
ik alle gasten reeds aan den maaltijd.
Ik was rustig in een st.il hadplaatsje
gaan zitten om daar te genieten van
de zon, die juist veertien dagen niet
wilde schijnen, en van het zoute water,
dat juist erg koud on erg rumoerig
was. liet. maken van strandwande
lingen was vrijwel de eenige ontspan
ning die ik nemen kon, maar met
slecht weer is dat. geen onverdeeld
genoegen. En het vreeselijk nare, het
meer dan beroerde, de genadeslag voor
mijn vacantiêgonot was dan nog, dat
ik in Yreugdenlust Vera ontmoette.
Op zichzelf was het heelemaal niet
onaangenaam om Vera te ontmoeten;
Yera was een onbeschrijfelijk knap en
lief en aardig meisje, en het zou heel
prettig geweest zijn om haar ontmoet
tc hebben, wanneer ik maar niet direct
zoo erg verliefd op haar geworden was.
Dat was een hopeloos iets, want het
was gedoemd om een liefde op grooten
afstand te blijven. Vera had namelijk
het ongeluk gehad zich als gezelschaps
dame te verhuren aan mevrouw de
douairière Zwaerensteyn-van Dic.ken-
borgli, en mevrouw de douairière
pachtte haar gezelschapsdames voor
de volle honderd procent naar lichaam
n geest. Mevrouw de douairière ver
veelde zich. Als zij dos ochtends met
i hoe en beschuitjes gewekt werd, voelde
zij al behoefte aan gezelschap, en dat
bleef aanhouden tot zij zich 's avonds,
na het nuttigen van beschuitjes"en
slaapmiddelen, weer ter ruste begaf
vil aangezien er in de heele wereld nie
mand meer bereid was haar belange
loos gezelschap te houden, huurde zij
oen dame, die van des morgens half
negen tot des avonds half twaalf aan
haar zijde moest vertoeven; en deze
dame .was Vera. Daarom kon ik geen
woord met Vera wisselen, daarom kon
ik niets met Vera wisselen dan zoo
nu en dan, in de eetzaal, een verstolen
blik, die zijn weg moest zoeken langs
den zwaren rug van de douairière, over
het tafeltje van den heer en mevrouw
Kippel en onder de magere km van
mijnheer Tejlemans door.
Verdere toenadering was onmogelijk.
De douairière had Vera gehuurd om
haar, en niet om mij gezelschap te
houden. Bovendien wenschte mevrouw
de douairière mij niet te kennen. Ik
was geen familie van haar. Ik was geen
familie van familie van haar; en zelfs
was ik geen familie van een familie, waar
zij ooit van gehoord had. Wanneer ik
te dicht in haar buurt ging zitten
draaide ze mij plechtig haar vleezigen
rag toe en belemmerde mij zooveel
mogelijk het uitzicht op haar gezel
schapsdame. De eenigen, waarmee de
douairière zich af kon geven in het
pension, waren de Van Zwaey tot
Spronghs en majoor b.d. Karrepoort
met zijn overjarige dochter Helena.
De Van Zwaey tot Spronghs waren
keurige menschenmijnheer van Zwaey
tot Sprongh was lang en dun en droeg
een lorgnet, mevrouw van Zwaey t.ol
Sprongh was lang en dun en droeg een
face-a-main, en zelfs wanneer ze smokten
bij den pudding kon je hooren, dat zij 'n
beschaafd accent hadden. Demajoorb.d.
Karrepoort viel weliswaar iets minder
in de termen, en wanneer hij smekte.
klonk het heslist niet beschaafd, maar
hij was ton minste van een familie,
waar zij wel eens wat van gehoord had,
en dat waren de Kippels 'niet, en dat
was .mijnheer Teilemans niet, al was
hij dan ook gepensionneerd hoofdamb
tenaar, en dat was de familie Passer
met vader, moeder en vijf kinderen niet,
en ik was het niet. Voonil ook ik niet.
En nu ik zoo tien dagen blikken gewis
seld had met Vera en hopeloos verliefd
was geworden, had ik besloten dat er
iets moest veranderen. Dezen middag,
tijdens mijn strandwandeling, had ik
mijzelf beloofd dat er iets zou verande
ren; ik moest, met Vera spreken.
En met dit vaste voornemen betrad
ik de eetzaal.
„Wel, wel, mijnheer, mijnheer,"
groette mevrouw Prak, de eigenares van
Vreugdenlust, „zóó laat met dit weer
ik héb de soep nog voor u laten
bewaren m aai'
Welke bedenking achter dit maar
verborgen was kwam ik niet te weten,
want ik had mij de zaal al in begeven.
De zeven leden der familie Passer waren
te zeer verdiept in een geschil over soep
balletjes om mij op te merken en te groe
ten. Bennie Passer had vier soepballetjes
gehad, en pa Passer had vier soepbal
letjes; dat was hoogst onbillijk, want
ma en Marietje en Annie en Gerrit. en
Koos hadden er maar drie gekregen.^
Juffrouw Daalder, die daar naast
gezeten was, groette mij daarentegen
allerliefstjuffrouw Daalder had a.1 twin
tig jaar geleden den huwbaren leeftijd
bereikt, en liet mij bij iedere passende
gelegenheid merken, dat het haar niet
onwelkom zou zijn wanneer ik, als een
zame jongeman in Vreugdenlust, liaar
eenige aandacht zou schenken.
Majoor Karrepoort gorgelde iets in
een lepel tomatensoep, en dat beteeken-
de zeker goedenavond; Helena Karre
poort. sloeg haar oogen neer en bloosde.
De Van Zwaey tot. Spronghs zagen mij
niet eens, en maakten de allerverfijndste
slobbergeluidenmaar de douairière
was zoo goed haar hoofd even heen en
weer te wiegen op haar onderkinnen en
achternekken, ten tecken dat ze mij
gezien en herkend had. En Vera.
maar laat me. niet over Vera praten,
want dan koin ik nooit klaar.
Voor het oogenblik kon ik niets anders
verzinnen dan dat ik Vera eenige blik
ken toewierp die getuigden van mijn
wanhoop en mijn vastberadenheid. En
V-era. -glimlachte even, haast onrnerk
baar. Zij had een kuiltje in haar rechter
wang.
„Ja, juffrouw?" vroeg mevrouw de
douairière.
/T
7/y
„Dat zoo iets mogelijk is I"
Schleussner
werelds oudste fotoehemische fabriek