DE DONDERSTEEN Een Drentsch verhaal door Halbo C. Kool maar ook voor Uw oogen! BAD KISSINGEN Felle zon is voor Uw oogen zeker geen ontspanning, maar schadelijk. Neophan-glas beschut Uw oogen, zonder afbreuk te doen aan de schoonheid deonatuur. U ziet alles aangenaam, prettig en rustig in de volle natuurlijke kleuren. Geef ook Uw oogen vacantie, draag een: Neophan-brillen vanal I 3.40 Brochures en adressen Auermaatschappij, Afd. Neophan Voorhaven 43 - Rotterdam W. De geschiedenis van Jan en Li is eigenlijk heel weinig romantisch, al zat Jan zelf altijd stikvol romantiek, maar het verhaal van Ebbe en Annechien het moge dan al een soort verheten grimmigheid bezitten is toch wel de moeite van het vertellen waard, en op onwaarschijnlijke manier een exempel geworden van de overoude wijsheid, dat goed voorbeeld goed doet volgen. Jan, Wim en Henk waren voor den drommel geen kinderen meer, maar, oude schoolkameraden en alle drie nog vrijgezel, waren zij er in hun vacantie op zijn ouderwets gezamenlijk op uitge trokken: een fietstocht naar Drente, de tent mee, in de tweede helft van Augustusstralend weer en paarse heide. Het was haast te warm en te mooi, toen zij na een flinken rit van drie dagen twee overnachtingen onderweg tegen den middag aankwamen waar zij wilden blijven, vlak bij het keuter- boerderijtje van baas Julfring. Tot zoover was alles wonderwel ge gaan, maar nu scheen er een kink in den kabel te zullen komen. „Alles is mogelijk," zuchtte Henk ten minste in wanhoop, en hij lei zoo'n overdreven nadruk op dat eerste woord je alles dat Wim, puffend van de hitte en kribbig (gestemd jegens zijn makker, die de haringen voor de tent niet kon vinden, nérgens kon vinden, desondanks in een hoonenden lach uitbarstte: „Alles is mogelijk? Ilaha! Behalve dan dat jij ooit zou weten, waar je de spullen laat, of dat het bin nen het uur zou gaan regenen „Alles is mogelijk," hield Henk kop pig vol, „waarom zou jij zo niet hebben, als ik ze niet heb of Jan?" liet hij er op verzoeningsgezinden toon op volgen. Bij deze suggestie keek Wim, die er voor bekend stond, dat hij zijn zaakjes altijd heel secuur voor elkaar had, onthutst op, en toen om naar Jan, die er met do schop op uit was gegaan om even uit zicht van de tent een afval- kuil voor drie man gedurende ander halve week te graven. Maar daar kwam hij reeds weer aan. Zonder schop, zag Wim eensklaps tot zijn bevreemding. Tóch met iets in zijn handen, en hij liep veel vlugger dan je je bij deze hitte en van Jan kon voorstellen Wim zette een hand voor zijn mond en riep: „De haringen!" En toen riep hij nog eens: „En je schop!" Doch Jan scheen niet naar zijn woorden te luis teren; hij zwaaide alleen met. zijn arm en liep op hetzelfde sukkeldrafje voort, warm en rood van hitte, haast en op winding. „Kijk eens!" riep hij al, toen hij nog' verscheidene passen van hen af was: „Kijk eens!" Hij bleef staan en deed zijn handen heel voorzichtig open, alsof daarin een levend wezen gevangen zat, dat elk oogenblik dreigde te ont snappen. Henk en Wim rekten hun halzen uit, eerbiedig op een afstandje, want je kou met dien Jan nooit weten. Hun verbeelding riep al een kluwen adders in die open handen op, of op zijn minst een onbekende salamandersoort,. Maar de gespannen verwachting maakte op hun gezichten plaats voor teleurge stelde verbazing, toen zij goed hadden gezien wat Jan daar in zijn handpalmen hielddat het niets anders was dan een steen, een doodgewone, vrij groote steen, van ietwat uitzonderlijken vorm, glad, ellipsvormig, met een dikken en oen dunnen kant, aan het eene einde min of meer toegespitst, aan de tegen zijde afgeknot en met hier, dichtbij den kant, een zuiver rond gat er dwars doorheen. Eindelijk vroeg Wim heel nuchter: „Nou, en? Is dat een haring? Waar heb je dan de andere?" „Een haring?" herhaalde Jan de vraag op minachtenden toon: „Een haring? Een scheermes, man! Dit is hét scheermes!" „Scheermes? Wat scheermes?" kwam Henk tusschenbeide. „Zeg liever, waar je de haringen hebt gelaten!" „0, de haringen zitten in mijn linker achtertasch," antwoordde Jan prompt, achteloos, „maar dit isVerder kwam hij niet, want reeds stoven Wim en Henk weg, om het hardst naar zijn fiets, voor de haringen. „Hét scheermes, van Ellert en Bram- mert," mompelde Jan nog, alleen voor zijn eigen ooren. Toen wikkelde hij den steen in zijn zakdoek en vervolgens borg hij zijn vondst op in zijn akten- tasch. nu eerst de tent helpen op zetten Zaken gaan vóór het meisje Er wds inderdaad een meisje, bij wijze van verrassing. Zij heette Li, juffrouw Li, en had voor twee vacantieweken pension besproken bij baas Julfring, waar;de drie kampeerders dozen eersten avond zouden meeëten, wat de pot schafte. Henk en Wim lieten zich, na den vermoeienden dag in de brandende zon en op het gloeiende zand, den landelijken maaltijd best smaken, maar Jan schoen het volkomen aan eetlust te ontbreken. Hij roerde zijn rechtmatige deel nauwelijks aan, doch zat maar naar juffrouw Li te staren, alsof hij een won der zag, met halfopen mond. Li droeg een bril en had, althans in de oogen van Henk en Wim, een nogal frikkerig uiterlijk. Nu had Jan zich wel vaker aan vrouwspersonen vergaapt, zonder dat het ooit veel kwaad had gekund, maar hij had toch, volgens het oordeel van zijn beide vrindep, nog nooit zoo'n slechten smaak aah den dag ge legd als ditmaal. Juffrouw Li zelf word een beetje verlegen onder deze al te openhartige en overvloedige bewonde ring; zij voelde zich in Jan's blik als verdronken. Na het eten, terwijl het gezelschap nog wat zat na, te praten en vrouw Julfring een bakje troost aan het zetten was, verdween Jan plotseling in de richting van de tent, om even later terug te komen, met den steen in zijn zakdoek. Henk en Wim grinnikten wat, maar de vrouwelijke pensiongast legde een ongewone belangstelling aan den dag. Zij zette haar bril af en boog heel ver over. naar Jan en den steen. „Ja," knikte baas Julfring, na een vluchtigen blik op den steen te hebben geworpen, „een dondersteen. Daar zijn ze gek op, hier in de buurt. En een ver halen dat ze er over weten te vertellen!" „Een dondersteen, Julfring?" vroeg Jan. „Dit is toch een scheermes! Dit moet hét scheermes zijn, van Ellert en Brammert, durf ik wedden." Juffrouw Li glimlachte eens en vroeg, Weer zoo'n goed d^bblm^n-product! Vitamine F-gebrek is een dage lij ksch verschijnsel. Flet ken merkendst symptoom Een ver leppende huid. Een teint, dat zijn jeugd verliest. Voorkom vitamine F-gebrek. Herstel ieder vitamine F-tekort. Dobbelman's vitamine F crèmes bevatten 2000 eenheden vitamine F in iedere tube. De schoonheidscrêmes, die de oorzaak van huid-verlepping opheffen. Zoo wordt en blijft uw teint stralend-jong en frisch Betrouwbaar - Onschadelijk - Vervaardigd te

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 8