o\V In „De gouden Karper" TraumaPlast De juiste wondpleister en hare kenmerken Traumaplast do juiste ivondpleis ter\ „Jammer, mevrouwtje 23 Peter aarzelde nog, maar toen zei Veronica: „Geeft u ons maar een ge weer, juffrouw. Ik wil het ook eens probeeren." Zoo stonden ze zij aan zij voor de schiettent. Peter mikte rustig en be dachtzaam en trof midden in de roos. Ze schoten met hun beiden. Veronica mikte al haast even goed als Peter. Zwitsersche kinderen leeren al jong schieten. Achter hen verzamelde zich weldra een menschenmenigte. Het ge beurde niet vaak, dat men op de kermis een meisje zoo goed zag schieten. Zij vormden een knap paartje. Hun ge- I zichten gloeiden van ijver en iederen keer, dat ze de roos troffen, knikten ze elkaar lachend toe. „Bravo!" riep er plotseling iemand achter hen. „Bravo, meid!" Het was de Bergboer, Veronica's vader, die zich nu met beide ellebogen een weg door de menigte baande en een geldstuk op Ide toonbank wierp. „Wat die twee verschoten hebben, betaal ik," verklaar de hij op snoevenden toon. Een groote, forsclie man, de boer van de Berg hoeve, ondanks zijn wat gebogen schou ders. Hij had een geweldigen lichaams omvang en op den stierenek rustte een machtige kop met laag voorhoofd. Onder de borstelige wenkbrauwen, even zwart als zijn hoofdhaar en baard, fonkelden levendige, grijze oogjes. Hij ging zeer prat op zijn rijkdom en met reden: hij was twee keer getrouwd. Zijn eerste vrouw had hem twintig duizend franken meegebracht. Uit dat huwelijk had hij een zoon, Sepp ge naamd. De tweede vrouw was niet minder vermogend dan de eerste en zij had hem Veronica geschonken. Hij was nu in een goede stemming. „Hm!" meesmuilde hij, „jullie schiet lang niet slecht. En wat heb je nu ge wonnen met je geknal?" Peter kreeg een flescli wijn en Veroni ca een springend hert van gips. Lachend klopte de boer haar op den schouder. „Jammer dat jij geen jongen bent en je broer Sepp een vrouwspersoon. En ga nu maar mee, Veronica. Nu gaan we ergens zitten. Wat wil je hebben?" „Dat is me hetzelfde, vader. Maar Peter gaat ook mee!" Het kwam niet in Veronica op, te vragen of te smeeken of Peter mocht meegaan. Ze zei een voudig: hij gaat mee. Zoo was Veronica Biichler: een en al vastbeslotenheid en zelfbewustzijn. Zij kende geen omwegen en ging steeds recht op haar doel af. „Natuurlijk gaat hij mee," zei de Bergboer lachend. „Die paar worstjes, die hij eet, kunnen er nog wel af." Zoo begaf het drietal zich naar het hotel, waar de boer zijn rijtuig had ge stald, en vond nog net een plaatsje in de stampvolle gelagkamer. Peter en Veronica zaten naast elkaar en voelden zich niets op hun gemak. Ze waren veel liever alleen gebleven. „Je gaat zeker met je vader mee terug?" vroeg Peter zacht. Zij schudde het hoofd. „Ik ga weer met jou, Peter." Boer Anger was ook in de gelagkamer en toen hij deze verliet volgde Peter hem naar buiten. „Ik heb gehoord, dat u tegen Lichtmis een knecht zoekt," sprak Peter den boer aan. „Ja, Peter, dat is zoo." „Kunt u mij gebruiken, Anger?" „Als je lust hebt, waarom niet, Peter? Je bent sterk voor je leeftijd en je bont ijverig, dat weet ik. Wat wil je dan verdienen?" „Dat laat ik aan u over, boer. Zie eerst maar, hoe ik u beval." „0, daar ben ik heelemaal niet bang voor. Laten we zeggen 's winters zes frank en 's zomers acht. En het eten is goed bij ons." „Afgesproken, Anger. Ik kom!" „Dan krijg je meteen je handgeld." Hij gaf hem vier frank en klopte hem op den schouder. „Dus met Lichtmis kom je!" Toen Peter weer binnenkwam, ston den de worstjes al op tafel en de Berg boer zei: „Ziezoo, smakelijk eten. Je kunt ook met me mee terugrijden, jongen." Veronica en Peter wisselden een vluchtigen blik. „Maar eerst willen we nog eens op de kermis rondkijken," zei Veronica. „Ga. je gang. Om zeven uur rijd ik weg. Als jullie er dan niet zijn, moet je maar loopen." Dat willen we juist, dachten ze alle twee en gingen naar buiten. Ze bleven niet lang toeven op het marktplein onder het standbeeld vau Teil. Peter zocht nog een speculaashart uit, het grootste dat hij kon vinden. Er stond op geschreven: Geen kolen, geen vuurtje kan gloeien zoo heet Als heimelijke liefde, waarvan niemand weet. Veronica hing het om haar hals. Wordt vervolgd Een roman van een versmade erfenis! De Haagsche familieleden van wijlen den heer Prikker trokken hun Haagschen neus op voor zijn nalatenschap, de vervallen uitspanning „De gouden Karper,, in de omgeving van Wassenaar. Maar de kordate Lyda Manfeld, die met de heele familie niets te maken had, durfde het aan om de uitspanning verder te exploiteeren. Zij waagt er haar spaarduitjes aan en aldra wordt „De gouden Karper" het punt van samen komst voor ontelbare verliefde paartjes. Een viervoudige bruiloft bekroont dezen vroolijken roman en,... Lyda zelf is een der bruiden!! De roman In „De gouden Karper" verschijnt de volgende week in de serie Avonduur-lectuur. Prijs 16 cent. Verkrijgbaar bij onze kantoren, bezorgers en agenten. Toezending per post geschiedt alleen na overschrijving van het bedrag, verhoogd met 2y2 cent per exemplaar voor portokosten, op postrekening 142700 of na ontvangst van postwissel. PANORAMA. Geïllustreerd, weekblad met de bijbladen „Humorist", „Sjors" en „Haken en breien". Verschijnt Donderdags. Hoofdredacteur J. A. M. Douwes, Heemstede. Plaatsvervanger W. N. Stuifbergen, Haarlem. Abonnementsprijs 13 cent per week per kwartaal 1.69, franco per post 1.80 per kwartaal bij vooruitbetaling losse nummers 16 cent. (Prijsverhooging toegestaan door het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart onder nr. 17796 N.P. d.d. 23 April 1941.) Voor postabonne menten en adreswijzigingen van postabonnementen gelieve men zich uitsluitend te wenden tot het bureau te Haarlem. Bureau's HAARLEM Nassaulaan 51, Telef. Int. 13866, Giro nr. 142700. AMSTERDAM, Singel 263, Telef. Int. 33170, Giro nr. 97946. ROTTERDAM, Provenierssingel 27, Telef. Int. 47133, Giro nr. 101981. 's-GRAVENHAGE. Stationsweg 95, Telef. Int. 111666, Giro nr. 43141. UTRECHT, Biltstraat 142, Telef. Int. 13473, Giro nr. 149597. ENSCHEDE, Oldenzaalschestraat 56, Telef. Int. 2188, Giro nr. 383773. ARNHEM, Nieuwe Plein 42, Telef. Int. 24825, Giro nr. 383772. 's-HERTOGENBOSCH. Stationsweg 27, Telef. Int. 4286, Giro nr. 129750. MAASTRICHT. Stationsstraat 20, Telef. Int. 5851, Giro nr. 124690. VLISSINGEN, Badhuisstraat 5, Telef. 81. 4&De pleisterstof: dun en strak, volgt iedere beweging, is glad aanliggend, houdt de wond randen aaneen en begunstigt daardoor de ge nezing; ventileerend zonder perforatie, zoodat de wond zonder gevaar voor verontreiniging vlugger heelt. ^&Het gaaskussen: desinfecteerend, sluit de wond af, absorbeert en is in alle deelen luchtig. T1HJ Verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten. Verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten. Carl Blank, Verbandpleisterfabriek, Bonn a. Rh. Vi héél jammer van Uw mooie gebit!" Achter een schitterend blanke tan- denrij ontdekt de tandarts vaak sporen van tandsteen. Vooral bij patiënten die hun gebit niet regel matig laten nazien. Tandsteen richt groote verwoestingen aan, zonder door pijn te waarschuwen. Er be staat slechts één afdoend hulpmid del: regelmatig gebruik van Solvo- lith-tandpasta. Solvolith geeft dub bele bescherming tegen tandsteen: 1. Het verwijdert tandaanslag en voorkomt daardoor het ontstaan van tandsteen. 2. Het is samengesteld met natuur lijk Karlsbader Bronzout. Daar door wordt het reeds aanwezige tandsteen opgelost. Tandsteen vormt zich het eerst achter de snijtanden van boven- en onderkaak. Deze bruine „aanslag" aan den achterkant van den tand istand- steen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 23