lien der mooie vennen in de omgeving van Oisterwijk. Foto's Panorama - do Jong (3), Panorama - van dor Ban don (2), Panorama - Valks (1.) is flit landschap, dat getuigt van oen eeuwenoude worsteling tusschen de elementaire oerkrachten der natuur. Wij kennen zelfs geen echte natuur op de breode liorston vart de Noord zee-eiland en, op Schouwen en Voorno, waar zóó sterk dc oer krachten der natuur tot ons spreken als hier; geweldige zand- massieven worden voortgestuwd. De zware woestijnruggen verton nen de machtigste bewijzen van de scheppingskracht van weer en wind, vaak in fraai gestileerde vormen. Ilooge berken, dennen, stoken tot den kop in hot zand. Heel jammer is het, dat de heldere waterplassen, die er in winter en herfst, ook na zomersche regen buien, in de dalen ontstaan, zoo spoedig weer uitdrogen: met ven nen van Oisterwijksch model zou dit gebied het summum van schoon heid kunnen opleveren. Ook dit landschap is vrij voor iedereen toegankelijk, 't, is haast niet te begrijpen. De bossehen zijn van oen eigen aard, somber en strak, als gevolg van de be- grooiing met de Oostenrijksche dennen, maar ook hier komt meer vroolijkheid en kleur door nieuwe, jonge loofhoutbosschen. Vorder vindt men dan in de boschwachterijen Eindhoven en Leende van liet Staatsboschbeheer een tiental natuurmonumenten, juweeltjes van het oude Brabant, bij de bebosschingen uitgespaard. De bekendste zijn de Hapertsche heide (die weer aansluit bij de Cartierheide van „Natuurmonu menten" en zoo een reservaat van tweehonderd ha beslaat) en do Hasselvennen. Bovendien bloef er nog ruim zeshonderd ha gespaard bij <le bebosschingen van gemeentegronden. Mettertijd wordt, heel Oost- Brabant. tot een boschrecreatiegebied! Daarbij sluiten zich naar het noordoosten en oosten het Rijk van Nijmegen en Noord-Limburg aan;ook daar zijn ware nationale parken in wording. Het groote publiek is zich er nog lang niet van bewust, hoeveel er do laatste jaren gedaan werd en nog steeds gedaan wordt. Ook daar zijn bossehen, heiden en vennen behouden. Het Geldersch Landschap is vooral actief geweest, maar niet minder de beide groote nationale lichamenmen denke aan Wolfs- en Muntberg (Staatsboschbeheer, nadat „Natuur monumenten" ze reeds oorder verwierf, doch aan het S.B.B. overdroeg), de Mooker heide („Natuurmonu menten") met onvergelijkelijk mooie uitzichten, landgoed Beek met. Bronhuizen (liet Geldersch Landschap), 't Bruuk, 'n heel schilderachtig vennen- landschap. Ook gemeenten hebben er bosch; ja, dit ongewoon mooie heuvellandschap is eigenlijk reeds één natuurmonument. En op het lioogterras langs dc Maas in Noord-Limburg weten de bezoekers, die er voor het eerst komen, niet wat zo zien! Ook onze. II aternwlen nun de Leubeek bij Nnahem. zich uiteraard voor bossehen in- teresseert, vooral voor die langs de zuidgrens. Het Vijlenorbosch is reeds „binnen", erg belang rijk, want die Limburgsche bossehen vertegenwoordigen 'n heel merkwaardig type. De Limburgers en Brabanders zijn bijzonder gehecht aan hun eigen land: mogen zij er al het schoone en bijzondere van be houden, ongerept bewaren in de stormen des tijde! De Piasmolen bij Hook is een geliefd oor<I voor de natuurliefhebbers. Op de kwestie van art. 461 „Verboden Toegang" waar over mij een lezer schreef hoop ik later nog even terug te komen. Limburgers voelen voor het natuurschoonnatuur bescherming is waarlijk een volkszaak geworden in heel Nederland. 't Is onmogelijk om melding te maken van allen „kleinarbeid" in Limburg, waar Het Limburgsch Landschap leiding geeft. In de zoo door ontginning bedreigde streek van Nederweert verwierf zij 't. Sarsven, 'n uitstekend begin, bij Epen heeft zij een carboonprofiel, de Heimansgroeve, in erfpacht. Zij slaagde er in de Ra vensvennen in Lom-Arcen te behouden, de Leubeek in haar diep geërodeerd en weelderig begroeid da! nabij Nunhem voor normali satie te behoeden. Limburg is zoo'n buitengewoon dankbaar terrein voor de natuurbescherming, omdat het gewest zoo'n merkwaardigen bodem heeft, al Midden-E'uro- peesch aandoet! Dat merk waardige wordt volkomen beseftmen weet heel nauw keurig wat er van Zuid- Limburg als natuurmonu ment. behouden moet blij ven. En toch! Hét maat schappelijke leven eischt zijn deel, de mergel van de krijtrotsen is waardevolle grondstof voor landbouw en industrie, men kan liet. ge bruik daarvan niet beletten. Maar daar verdwijnt de Sint-Pietersberg en verliest hot Gouldal steeds meer van zijn bekoring. Vergeet men niet. te veel do andere industrie, boven reeds- ge noemd Van den Sint-Pietersberg blijft nu de steile wand langs den weg en liet. kanaal naar het zuiden in stand en daarmede een heel merkwaardige flora van orchideeën, die daar huneenige groeiplaats in Neder land bezittenook de ruïne Lichtenberg zal er blijven getuigen van haar romantisch verleden en in de groote holte binnen in den berg, wat zal daarmede ge beuren Zal er een pronkstuk van landschapskunst van gemaakt worden, zoodat later iedereen da t nog mooier vindt dan den eigenlijken berg? Alles is mogelijk. In elk geval, er zit. een opgaande lijn in de Lim burgsche bedrijvigheid. Dat heeft vooral do gemeente Heerlen kortgeleden bewezen door het Imstonrader bosch aan te koopen door middel van onteigening. Daarbij komt. dan ook het Staatsboschbeheer, dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 25