M DE SPEELSCHULD VAN DEN BARON DRAGEN HET MERK De verzorgde vrouw 26 weet, dat het fundament van haar schoonheid de moderne lichaamsverzorging en een goede gezondheid is. Zij wil geen „verloren dagen" hebben en waardeert daarom de moderne Camelia-Hygiëne, die haar zekerheid, on vermoeidheid en absolute bescherming geeft. het betrouwbare verband Nederlandsche Camelia Maatschappij N.V. Amsterdam-C., Keizersgracht 453 door Lard Ivir Oe idylle tusschen freule Henriëtte van Iloteringen en jonker Louis de Beaumonde was ontsproten aan het abominabel incident met froule's draagstoel. Of noemt u het niet abominabel wanneer u in groot ornaat, met precieus opgemaakte coif fure, door het voorruitje van uw draag stoel duikt, doordat de voorste lakei over een of andere ondefinieerbare gladheid uitglijdt, van den schrik de handvaten in den steek laat en uw kostelijk zeteltje voorover schiet met alle treurige gevolgen van dien. Jonker Louis de Beaumonde was in een sleepkoets het plein opgekomen juist toen freule Henriëtte de hierboven omschreven tuimeling maakte, welke zoo nadeelig bleek voor haar uiterlijk. Met behulp van de inmiddels weer opgekrabbelde dienaren bevrijdde hij met de meeste zorg de dame uit haar netelige positie, en droeg haar naar zijn koets. Onder het voortrijden trachtte de zoo plotseling opgedoken redder het bloed te stelpen dat uit enkele schram men op haar fonkelnieuwe, maar nu deerlijk gehavende japon en crinoline sijpelde. Jonker Louis de Beaumonde had na dit ongeluk zijn intrede gedaan in den huize van Heteringen, waar hij, ondanks zijn heldhaftig optreden, geen persona grata bleek te zijn. Hij vroeg zich af, wat. hiervan wel de reden kon zijn. Intusschen dacht hij er niet aan, om even spoedig te eclipseeren als hij verschenen was, daar de sympa thie, welke de knappe Henriëtte voor hem gevoelde, van zijn kant dubbel en dwars beantwoord werd. Baron en baronesse van Heteringen voerden een bijna vorstelijken staat, en deze staat kostte in feite meer dan de baron kon opbrengen. De schulden, die hij hiervoor maken moest, trachtte hij met allerlei speculaties te bestrijden. Nu eens was hij betrokken bij een windhandel-affaire, dan weer kon men hem aan de speeltafel treffen. Vooral het hombre lachte hem toe. Daar kwam nog bij, dat hij hier heel wat invloedrijke relaties aanknoopte, met de voortdu rende kans om naast geldelijk gewin tevens maatschappelijk voordeel te verwerven Toch lachte het geluk baron van Heteringen niet altijd toe bij de kaarten, en zoo kon het dan ook gebeuren, dat hij op een ongelukkigen dag, voor hij het goed en wel besefte, zoo diep bij een plotseling opgedoken hertog van Pi- cardië in het krijt stond, dat de kans om deze schuld binnen afzienbaren tijd af te lossen redelijkerwijze gespro ken zeer miniem was. De baron kon er dan ook niets aan doen, dat er een zeer bezorgde trek om zijn mond verscheen, iets, wat niet aan het oog van den hertog ontsnapte. Toen de baron dan ook zuchtend opstond en zijn partner de hand drukte, daarbij verontschuldigend mom pelend, dat hij nu volstrekt moest gaan, daar zijn tijd beperkt was en hij niet langer blijven kon, klopte de winnaar hem joviaal op den schouder en zei gekscherend, dat hij zich geen zorgen behoefde te maken. Hij zou echter de kennismaking gaarne nog eens voort zetten. Van dien dag af was hertog Dagobert van Picardië bij baron van Heteringen aan huis gekomen, en had er kennis gemaakt met diens jongste dochter Henriëtte. Ofschoon deze laatste niet zeer op den pronkerigen Franschman van bijna middelbaren leeftijd gesteld scheen te zijn, liet de gast van zijn kant geen gelegenheid voorbijgaan om het meisje openlijk zijn genegenheid te toonen. Over de speelschuld werd den eersten tijd met geen woord gerept, doch de baron begreep zelf wel, dat hij daaraan ten slotte niet zou kunnen ontkomen. Tevens besefte hij, dat zulks zijn onder gang en het einde van de glorie van zijn gezin zou beteekenen. Hij verbleekte dan ook, toen hem op een morgen een zwaar verzegeld stuk werd overhandigd, dat bij nader inzien afkomstig bleek van den zaakwaarnemer van hertog Dago bert, waarin deze baron van Heteringen opmerkzaam maakte op de „kleine financieele vordering", die zijne hoog heid de hertog nog op den baron had, en waarvan spoedige afdoening ge- wenscht was. Zoodra dien dag de Fransche grand- seigneur zijn opwachting kwam maken, nam de baron hem mee naar zijn biblio theek, waar hij hem onder vier oogen verzocht, nog wat geduld te hebben, daar hij nu moeilijk geld kon losmaken om 't bedrag aan te zuiveren. De hertog glimlachte grootmoedig en zei, dat hij in het geheel niet meer aan het geld gedacht had. Indertijd had hij, zooals nu eenmaal zijn gewoonte was, aan zijn zaakwaarnemer meegedeeld, wat en van wien hij dien avond gewonnen had. Deze had nu zeker een maanbrief gezonden. Hijzelf hield zich niet op met die geld zaken. Natuurlijk zou hij zijn vriend graag enkele maanden uitstel geven, om niet te spreken van algeheele kwijting. De baron bezat immers wel een onderpand dat heel wat kostbaarder was dan die armzalige speelschuld. Om duidelijk te zijn, hij, hertog Dagobert van Picardië, zou schuldenaar inplaats van schuldeiseher van baron van Hote- ringen worden, indien deze hem de hand van zijn dochter Henriëtte wilde schen ken. Van dit huwelijksaanzoek, dat veel op een handelsaangelegenheid geleek, stond de baron een oogenblik perplex. „Maar hoe denkt mijn dochter over zulk een alliantie? Hebt u haar reeds gepolst op dit punt?" was zijn eerste vraag. „Och, bij ons in Frankrijk zijn het voornamelijk de ouders, die in zulke kwesties het eerste en laatste woord spreken. Ik twijfel er echter niet aan, of uw dochter zal met mij hoogst ingeno men zijn," luidde het zelfbewuste ant woord. „Als dat het geval is, durf ik u wel te verzekeren dat u mijn zegen hebt," verklaarde de baron opgelucht. „En aver de schuld spreken we niet meer," antwoordde de hertog resoluut. Van dien dag af stond het voor baron can Heteringen vast: zijn dochter Henriëtte was bestemd voor hertog Dagobert van Picardië. Zij zou de door luchtige gade van een Franschen hertog worden, vanr een man van gezag en aanzien. Bij die gedachte alleen reeds zwol zijn borst van rechtmatigen vader-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 26