KALOÖBRMA FETEH EN VERONICA Op DEZE plaatsen vertoonen zij zich het eerst. EEN ROMAN UIT DE BERGWERELD DOOR HANS ERNST W 20 De oog- en mondhoeken,- dat zijn de plaatsen, waar de ver raderlijke en gevreesde „kraaiepootjes", die U zoo vroeg oud maken, zieh het eerst vertoonen. Weest dus op Uw hoede en voorkom tijdig deze leelijke rimpeltjes door een afdoende huid verzorging, die de natuurlijke functie's van Uw huid ondersteunt en op doelmatige wijze aanvult. De Kaloderma schoonheids producten geven Uw huid,waarom zij vraagt. Zij zijn immers samengesteld op grond van de resultaten der laatste biologisch- cosmetische onderzoekingen en maken daardoor Uw huid stevig, frisch en soepel. Iedere vrouw, die mooi wil zijn en blijven, dient de intensieve werking van deze moderne schoonheids producten te leeren kennen. KALODERMA REINIGINGSCRÊME. een reinigingscrêmedie Uw huid mer kelijk grondig reinigt en alle stof- en vuildeeltjes uit de poriën verwijdert - de basis voor een doelmatige huidver zorging. - Doos f 0.77. - Pot f 2.04. KALODERMA GEZICHTSWATER. is meer dan een heerlijk verfrisschend en de huid sterkend gezichtsivater - het is het ideale middel tegen 'n vermoeide en verwelkte huid. Hei verleent de huid een zuivere teint en maakt haar weer jeugdig, glad en soepel.-fl.41 en f 2.10. KALODERMA ACTIEF-CRËME, een speciale voedende coldcrêmedie door haar bijzondere samenstelling een onvolledige of ontbrekende voeding der huidklieren op geheel natuurlijke wijze aanvult. Tube f 0.51 en fl.02. Pot f2.04 KALODERMA DAGCRÊME, verleent de huid een blijvende ftuivee- lig matte teinteen eerste vereischte voor een verzorgd uiterlijk. Zonder de huid-ademhaling te belemmeren be schermt zij de poriën tegen verontreini ging. Tube f 0.51 en fl.02. Pot 2.04. EEN NIEUWE WEG NAAR NIEUWE SCHOONHEID. KORTE INHOUD VAN li KT VOOK AF GAANDE Pètor Marcus, oen eenvoudige joiiKcmaTi, clic zijn «lagen slijt als herder op de /.witsorsehe A1 peiiweiden, en Veronica Biich- lcr, de. eeuitre dochter van ilen rijken Bergboor, zijn zich bewust geworden van hun innige liefde voor elkaar. Samen ftmuseeren zij zich op de kermis in Altdorf. Daarop verlieten ze de kermis en keerden terug naar het boscli. Veronica droeg haar gipsen hert otider den arm en uit Peter's zak stak de hals van de wijnflesch. Tiet was pas vier uur en ze hadden heiden dezelfde gedachte, namelijk dat ze voorloopig nog niet naar huis hoof den. Ze zochten een rustig plekje in het bosch, wat ter zijde van den weg, want ze wilden samen wijn drinken en dat behoefde niemand te zien. Peter koos een der in het rond liggende rots blokken als zitplaats voor Veronica en zotte zicli zelf op den grond, met den rug tegen den steen. Zoo, hier zitten we fijn. Den hemel zij dank, dat we weer met ons beidjes alleen zijn." Hierop zwegen ze een tijdje. „Dezen dag zal ik nooit vergeten," zei Peter eindelijk. Veronica legde hot hert naast zich in hot. mos en vouwde de handen in haar schoot. „Ja. ja," zei ze peinzend, want ze begreep niet, waarom hij dien dag nooit zou vergeten. Was er dan iets bijzonders aan dozen dag? Ze waren op de kermis geweest en hadden schijf geschoten en nu zaten ze hier, in de stilte van het bosch, maar verder was er niets bijzonders. Nee, dan was gisteravond toeli veel belangrijker. Het kwam allemaal wel een beetje onver wacht en Veronica had zich haar eersten kus heel anders voorgesteld. Het was eigenlijk heel brutaal Van Peter. Wie weet, hoe vaak hij dat al gedaan had, eenvoudig zijn arm om een meisje heen geslagen in de schemering. Zij waren immers allemaal dol op hem. Misschien zou hij morgen alweer een ander meisje kussen. Bij die gedachte voelde ze eens klaps een vlijmende pijn. En ze greep zijn haar en trok onzacht zijn hoofd achterover, zoodat hij haar moest aan kijken. Haar oogen waren donker van opwinding, „noor eens...." zei ze dreigend, „kus je ook wel eens andere meisjes?" Peter was hcelemaal verbluft over deze onverwachte Vraag. „Hoe kom je daar zoo ineens hij. Veronica?" „Geef antwoord," zei ze dringend. Peter Marcus was nog heel jong, maar hij besefte toch wel, dat ze jaloersch was. En de duivel mocht weten hoe hij op de gedachte kwam om haar een beetje te plagen. „Dat hangt er van af," zei hij lachend. Mot een ruk stond ze op. Alle kleur was uit haar gezicht geweken. Somher fonkelden haar oogen. „Zoo hen je dus?" slingerde ze hem in het gezicht. ..Nu leer ik je kennen." Haar stem trilde, ze was op het punt te gaan huilen. „Goed. dat ik eindelijk ontdek, hoe je bent." Zijn gezicht betrok, maar hij vroeg heel kalm: „Zoo? Heb je dat ontdekt? En hoe ben ik dan?" Zijn kalmte bracht haar nog meer van streek. „Gemeen hen je!" schreeuw de ze. „Kies daarvoor maar een andere uit, ik hen er niet van gediend!" Onbeweeglijk stond hij voor liaar. Ilij hoorde het woord „gemeen" en voelde, hoe het bloed hem naar de wangen steeg. Maar hij kon geen woord uitbrengen. „Je geeft me niet eens antwoord," vervolgde ze, en begon te snikken. „Nee, daarop weet ik geen antwoord. Dan is liet heter om den mond te houden." liet klonk heel koel. Ze scheen te voelen, dat ze te ver was gegaan, dat ze hem had beleedigd, want ze deed een schrede op hem toe en zag hem aan. Hij keek koppig langs haar heen. „Peter," zei ze heel zacht. En nog eens: „Peter. ."Angstig hield ze den adem in en wachtte op een antwoord. Maar er kwam niets. Toen liet Veronica liet hoofd zinken en wendde zich om. Heel langzaam ging ze heen en ze was al een heel eind tusschen de hoornen, toen liij eensklaps haar naam riep. Ze bleef staan, maar keek niet 0111. Daar grepen zijn handen haar heide schouders. Met een ruk draaide hij haar om en ze schrok bijna voor den wilden gloed, die uit zijn oogen straalde. Spreken kon hij echter niet. „Ik wilde je geen verdriet doen," zei ze eindelijk. „Ik ben niet gemeen," stootte hij heftig uit. „Nee, Peter, natuurlijk niet! Ik ben een dom kind, ik weet het. Maar daaraan moest je toch juist merken, hoeveel ik van je houd!" „Ik geloof je immers wel. Maar jij gelooft mij niet." „Jawel, Peter. Ik weet het nu heel zeker." Zij snikte van vreugde, sloeg de armen om zijn hals, trok zijn hoofd omlaag en legde haar betraande wang tegen de zijne. „Veronica," zei hij. Hoe lief en ver trouwd klonk haar naam. Liefde en vergiffenis klonken eruit. Heel gelukkig leunde zij tegen hem aan en keek naar de zon, die reeds rood begon te sche meren. „Waaraan denk je nu weer?" vroeg hij. „Dat ik je aardig vind zooals je bent, zoo koppig en onverzettelijk. Zoo moet een man zijn." Ze dronken nu beurtelings uit de flesch, kregen een kleur en werden heel vroolijk. Ze begonnen allerlei dwaze en ondoordachte plannen te maken. Hoe het later zou zijn als ze samen gingen trouwen en wat voor een bruiloft ze zouden geven. Ze spraken zelfs over de kinderen, die ze dan zouden krijgen. Ze dachten er geen oogenhlik aan, dat het heel anders zou loopen. Zelfs de anders zoo verstandige Peter verbeeldde zich, dat zijn stoute droomen in ver vulling zouden gaan. Dat er nog een Bergboor bestond, die zich uit alle macht en met alle hein ten dienste staande middelen ertegen zou verzetten, daaraan dachten ze geen van heiden. Vervolg op blz. 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 18