WAAR IN NE zoek naar onze dubbele Vaderlanders neder: Een dubbele Neder- landsche draagt nog gaarne het kunstig ge haakte mutsje. In Nederland wordt een nieuw huis ge bouwd zooals alles kamen ook de stcenen te water op de plaats van bestemming. Nederlandse},e boerderij ligt als de meeste Nederlandsche boerderijen langs N edeetandsvhe sloot Een Nederland, sche poes kijkt van een Nederlandsche schuit achterdoch tig naar een vol gens haar slechts halj Nederland sehen fotograaf. nnar Het is heusch geen raadsel of een flauwe woordspel,ngNeder- Op zoek naar in Neder|and en het telt elf boerder,|en, als t ware vertegenwoordigers van de elf provinciën. Het is niet gemakkeh,k te vinden en het komt lang niet op alle kaarten voor, de weg er heen gaat over tientallen en nog eens tientallen bruggetjes en het is een smalle weg, waarop je 't stuur recht moet houden, anders aa ie kopje onder voor je het weet. Nederland zou niet Nederland heeten als het met m.dden in het water lag en men vindt het dan ook in het drassigste deel misschien van ons dierbaar vaderland: midden in het veen, aan alle kanten omringd door water in den kop^van °^»lsel' u weet wel waar al die blauwe streepjes op de kaart staan, juist ,a, allemaal slooten en vaarten en tochten en kanalen, met „sprietjes" land er tusschen. In het sch^r ontoegankelje veen gebied tusschen Ossenzijl en Blokzijl, Steenwi|k en Kuinre, daar ligt Nederland. Wetering geweest. Het ligt daar ergens in de plassen.' Hij wijst vaag naar den gezichtseinder. Plotseling kijkt, hij me aan: „Wilt u daar naar too?" Ik knik zwijgend. Moet ik hem uitleggen, dat ik „Nederland in Nederland" wel een merkwaardig plekje vind? „Er is zeker niet veel te zien," zog ik ten slotte, mijn plannen listiglijk verdoezelend. Ten slotte, je kunt nooit weten, expeditieleden wor den weieens meer door de vijandig gezinde bevolking vermoord en ik heb echt het gevoel op expeditie te zijn. Maar de goede man heeft werkelijk niets kwaads iu den zin. „Een paar boerderijen," zegt hij. „Maal ais u het wilt, fietsen, zult u een paar maal af moeten stappen." Nu, dat blijkt achter Ossenzijl, als we liet fietspad nemen langs de Kalenberger gracht. Hot is biugje op, brugje af 011 dus ook fietsje op, fietsje af. We Ja, dat zal niet meevallen," zegt een oude boer, die we aan de Linde vragen of we over Ossenzijl Nederland kunnen bereiken. „Zoo'n plaatsje moet wel bestaan, maar ik ben zelf nooit verder dan

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 14