TraumaPlast iPoreus, m&arpnderperforatie E Traumaplast de juiste wondpleister <rcn SHAMPODOR SHAMPODOR-BLOND 23 jezelf tot inkeer bent gekomen. Je bent toch ton slotte mijn dochter, hè?" „Daarom heb ik ook net zoo'n harden kop als u," antwoordde zij zoo vlug, dat do Bergboer moest lachen en zich nog een glas keTsonbrandowijn in schonk. „Vandaag komt Wastl Reitenberger van den Griesberg hier," zei hij goed geluimd. „Zoo? Komt die hier?" vroeg Vero nica omkijkend. „Die wil immers de vossen koopen?" „Ja, daar heeft hij inderdaad interesse voor. Het zijn ook prachtige dieren. Maar de hoofdreden van zijn bezoek is dat niet. Je snapt me wel." „Ja, ja, ik begrijp het. Hoe laat komt hij?" „Om een uur of twee, denk ik." „Dan ga ik meteen naar boven om me klaar te maken." Veronica zei het op eigenaardigen toon, hetgeen haar vader echter niet opmerkte. Hij keek haar na en knikte voldaan. Toen zijn vrouw even later in de kamer kwam, verklaarde hij: „En. moeder, wat zeg je er van? Veronica heeft niets meer tegen Wastl Reitenberger en zal hem nemen. Goed, dat ik dat net gisteren gehoord heb." Zijn vrouw ging hoofdschuddend weg. Om twee uur reed Wastl Reitenberger het erf op. Sepp spande de bruinen uit en bracht ze in den stal. „Vader is in de kamer,"zei hij, en Wastl ging meteen naar binnen. In de gang bekeek hij zich nog eens en knikte tevreden. In de donkere jas met de zilveren knoopen zag hij er keurig uit. Aan het ruikertje rozemarijn, dat hij in het knoopsgat droeg, konden de Büchlers zien wat de reden was van zijn bezoek. De boerin kwam uit de keuken. „Goedenmiddag, vrouw Büohler," groette Wastl. „Goedenmiddag, Wastl. Ga maar in de kamer. De boer is er al." Ze ging met hem naar binnen, waar de boer hem begroette. Daarop wendde hij zich tot zijn vrouw: „Vooruit, moeder, haal eens een flesch wijn. Ga zitten, Wastl, en doe of je thuis bent." Zij zetten zich aan de tafel en spraken eerst over alle mogelijke onderwerpen, over het hout, over het vee, over de warmte buiten en over de politiek. Dan viel er een pauze. Wastl schraapte tel kens zijn keel. Men kon merken, dat hij iets wilde zeggen, maar niet wist hoe hij beginnen moest. Hij boog het hoofd wat achterover en zei: „Jullie kunt zeker wel begrijpen waarvoor ik vandaag kom. Kort en goedik wilde vragen of ik jullie Veronica tot vrouw kan krijgen!" Gelukkig, het was er uit! De jonge boer veegde zich het zweet van het voorhoofd en haalde diep adem. „Tja, Wastl," huichelde de boer, „daarop waren we niet voorbereid. Aan zooiets hadden we heelemaal niet ge dacht. Maar ik vermoed, dat we het wel eens zullen worden. Ik voor mij heb er niets tegen. Ik weet, dat je een brave kerel bent. En moeder zal er ook wel niets tegen hebben. Wanneer zou hot kunnen gebeuren?" „Me dunkt, dat we niet te lang moe ten wachten. Ik houd er niet van, de dingen uit te stellen. In den herfst zou me wel lijken." „In orde," knikte de boer, „ik vind het ook beter om zulke dingen niet te lang uit testellen. Kom, moeder, roep Veronica!" De boerin wierp hem een angstigen blik toe en ver het de kamer. „Daar komt het nu maar op aan," meende Wastl. „Waarop?" „Op Veronica, bedoel ik. Ten slotte gaat het om haar. Het kon wel zijn, dat zo me niet mocht lijden." „Stel je voor, Wastl. Een knappe jon gen als jij." De deur ging open en Veronica ver scheen op den drempel. Haar ranke gestalte teekende zich scherp af tegen den donkeren achtergrond. Zij vestigde haar blauwe oogen op den jongen boer. Zelfs de Bergboer bekeek haar met verbazing, want hij had zijn Veronica nog nooit zoo mooi gevonden. Haar gezicht was vandaag wat bleek. En ze had zich keurig gekleed, constateerde haar vader met voldoening. Ze droeg 'n donkerblauwen, geplooiden rok, waar onder men nog net haar witte kousen en lage, zwarte schoenen kon zien. Daarbij droeg ze een zwart fluweelen keursje en een fijne, witte blouse. Langzaam trad ze op de tafel toe en reikte den jongen boer de hand. „Goe denmiddag, Reitenberger:" De Bergboer straalde over zijn heele gezicht en hij trok een stoel bij voor Veronica. Ze bleef echter staan. Het werd heel stil in de kamer, tot Wastl eindelijk zachtjes zei: „Je moeder zal je wel gezegd hebben waarove: het gaat?" „Ja, moeder heeft het gezegd." „Nu dan, hoe denk je er over, Vero nica?" Toen Veronica geen antwoord gaf, vervolgde hij„Je behoeft vandaag niet dadelijk ja te zeggen als het je te onverwacht komt. Dan kom ik over veertien dagen nog eens terug." „Nee," zei Veronica., en leunde met beide handen op het tafelblad. Ze boog zich wat vöorover en keek hem vast in de oogen, terwijl ze voortging: „Nu je er toch eenmaal bent, Wastl, kunnen we de zaak beter meteen in orde bren gen." Muist, dat zeg ik ook," viel de Berg boer haar in de rede. „Want het is niet noodig, dat je den tocht tweemaal maakt. Je bent een beste jongen, Wastl, en je verdient een vrouw, die je van ganscher harte lief heeft. Zie, je moet niet boos op me zijn als ik je alles ronduit zeg. Ik zou nooit voor je kunnen wezen wat ik zijn moest, want ik heb mijn hart reeds lang aan een ander geschonken. Ik zal dien ander ook nooit opgeven, daarvoor zit het te diep bij me. Of zou je het soms beter vinden als ik ja zei en je nam, ter wijl ik van een ander hield? Aan wien ik dag en nacht dacht? Nee, Wastl, dat heb je niet verdiend. Ik hoop, dat je inij begrijpt, want het zou me spijten als we hierdoor kwade vrienden werden Meer heb ik niet te zeggen." Ze trad achteruit. „Maar ik wel," brulde haar vader, vertoornd opspringend. Hij kon echter niet meer verhinderen, dat Veronica snel de kamer verliet, in de gang een omslagdoek greep en naar buiten stormde. De boerin jammerde zacht. De boer riep kwaad: „Begin jij nu ook? Dat is nou je dochter. Als je .haar beter had opgevoed, zou het niet gebeurd zijn. Je mag Wastl wel vergiffenis vragen." „Waarom?" vroeg Reitenberger kalm, „er is geen sprake van vergiffenis. Ik neem 't. jullie heelemaal niet kwalijk, ook Veronica niet. Integendeel, ik stel liet op prijs dat ze zoo eerlijk en op recht met me gesproken heeft." Hij schoof achter de tafel vandaan en stond voor lien, den hoed tusschon de eeltige vingers draaiend. „Er is niets aan te doen en we zullen er verder niet over praten. Ze wil me eenvoudig niet heb ben. Waarom zouden we haar dat Vervolg op blz. 26 •vj K O </j «8 r* «B is de pleister stof van Traumaplast. Tezamen met het desinfecteerende gaaskussen als een reinigend filter werkende. Traumaplast sluit de wond tegen verontreiniging af en houdt haar luchtig zoodat zij vlugger geneest. T2 H3 Verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten. Carl Blank, Verbandpleisterfabriek, Bonn a. Rh. Q> c/i V) ff ezond hoor geelt U

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 23