DE GROENTETUIN IN A UG USTUS iail O •- Boonen en sommige koolsoorien worden geoogsi, evenals komkom mers en augurken. Bestrijding van bladluis en spint Tomaten en eeibare pompoen beginnen rijp ie worden. De aardappel staat dit jaar wel in het middelpunt der belangstelling. Rooi nooit meer dan u strikt noodig hebt, de knol len zijn reeds goed eetbaar, doch lang niet altijd voldoende uitgegroeid. Even wachten is dus de boodschap 1 flat de kilo-opbrengst per vierkanten meter dan ook niet meovalt. De boonen, die het laatste zijn gelegd, hebben vanaf 't kiemen geprofiteerd van den regen en zullen, vermoedelijk, meer opbrengen dan de eerder gelegde exemplaren. De bruine en kievitshoonen hebben ook te lijden gehad van de droogte. De peulen zijn klein gebleven, en daardoor is 't aantal inzittende boonen ook ge ring. waardoor dus de kilo-opbrengst per vierkanten meter beneden peil is. De stokboonen toonen veel beschadigd blad, als gevolg van de harde regens en den storm in 't begin van deze maand, Deed de regen op die manier eenige schade, er werd door bijna elke groen tesoort en VjOoral door eiken groente- kweeker zóó sterk naar verlangd, dat die schade voor lief wordt genomen. De storm heeft nog weer eens bewezen, dat het zaak is de boonen- stokken zeer goed vast te zetten. Op verschillende plaatsen zijn de rijen een voudig omgewaaid, waar door 't gewas sterk werd beschadigd. De regen deed vooral de te velde staande kool en andijvie goed. Nu pas beginnen deze planten, vooral de andijvie, uit te groeien. De Bredasche of kappertjeskool toont op vele plaatsen, waar de droogte niet zulk 'n gewel digen invloed had, nu reeds een kool. Deze zijn welis waar niet groot. Van buiten zijn ze hardgroen, doch van binnen prachtig geel. Als ze goed zijn, is de kool werkelijk steenhard. Van de witte kool is de „lange suikerbrood" of ■spitskool de eerste die kan worden gesneden. In tegenstelling tot de Breda sche worden hier de kooien van een behoorlijken om vang. Ook onder de roode De bloemkool is door de weersomstandigheden niet-overal goed geworden. Waar de plant uit 'n collectie afzonderlijke bloemen bestaat, kunt u uw product het best voor soepgroenten gebruiken. kooien komen nu reeds snijbare voor, zoodat de kool liefhebbers nu al reeds van hun eigen gekweekt product kunnen genieten. Heeft men vorig najaar koolzaad in den bak uitgestrooid en van 't voorjaar de zoogenaamde weeuwen uitgeplant, dan leveren deze al eenigen tijd snijbare kooien. De vroegere bloemkoolen kwamen bijna alle goed tot haar recht, de latere bloemkool komt er, dank zij de droogte en vooral dank zij de hooge temperatuur, veel minder goed af. Vele kooien zijn te vroeg gezet en daardoor veel te klein gebleven, erger is, dat er nog veel moer zijn doorgeschoten. Deze hebben het bloemkool model verloren, en bestaan nu uit een werkelijke collectie bloemen. Van deze lang niet harde kooien zijn natuurlijk nog wel eenige stukjes te gebruiken, b.v. door ze als soepgroente te gebruiken, maar best, is het toch niet. De zoogenaamde „reuzenbloemkool" kan worden uitgeplant op de plaats, waar de vroege aardappelen, dus de muizen, stonden. Valt vroeg de vorst in dan leveren ze niet veel, maar laat deze lang op zich wachten, dan kunnen er werkelijke reuzen bloem koolen worden gesneden. Noodzakelijk is, dat men de planten voldoende voedsel geeft, dus vloeimest, of als men heeft een stikstofhondenden kunstmest of salpeter, die naast kalk enkel stikstof bevat. De Chineesche kool toont nu al flinke planten, alhoewel ze nog maar enkele weken geleden werd gezaaid. Waar men ze nog niet heeft verplant, wordt het nu zoo zoetjes aan tijd. De plantafstanden bedragen onderling 40 cm. Ook deze planten zijn dankbaar voor 'n portie mest in welken vorm dan ook. De tomaten dra gen nu behoorlijke vruchten, alhoewel ze nog zoo groen zijn als gras. Staan ze op een niet beschutte plaats, dan wordt het noodzakelijk een windschut op te zetten, dat de noordenwinden tegenhoudt en de planten zooveel mo gelijk van de zonnewarmte laat profi- teeren. De bladeren zijn voor de helft weg gesneden, zoodat de zon overal dé vruchten kan raken en waardoor het chemische huishouden naar éón zijde gaat overhellen, zoodat de vruchten beginnen af te rijpen. Dit toonen zo door een gezellige gele, later roode kleur aan te nemen. Het is echter noodzakelijk er aan te denken, dat de tinten van de buitontomaten nooit zoo fel zijn als die van de kastomaat, vooral als Augustus en September veel regen schonken, wat lage tempera- De boonen voor den inmaak worden nu in be hoorlijke hoeveelheden geplukt. ITet. is zaak dit plukken met groote regelmaat te doen. Dus niet zoo eens een zak vol plukken en daarna een paar dagen wachten, en een maaltje meenemen, om na verloop van weer een week een zak vol te oogsten. Neen, het plukken moet geschieden om de drie of vier dagen. De boonen, die de maat hebben bereikt, worden dan geplukt, en de te kleine blijven hangen tot ze de maat hebben bereikt. Alleen op die manier oogst men steeds zachte boonen. Bij het inleggen is het ook absoluut niet noodig, dat het vat of de pot in één maal wordt gevuld. Wanneer men zorgt, dat de boonen onder de pekel staan, kan men ook met kleine partijtjes het vat vullen. Bij het plukken is het zaak nauw keurig toe te zien, dat geen boon, die rijp genoeg is, achterblijft. Daarom beweegt men zich t.usschen de stamboonen door, de planten steeds naar één kant overbuigend. Gaat men'daarna langs de volgende rij terug, dan worden de plantenleer teruggebogen en de nu te voorschijn komende kant wordt leeg geplukt. De droogte van den voorzomer is de schuld, dat men de boonen niet mag laten hangen totdat ze een bepaalde lengte hebben bereikt. Vooral de stam- snijboonen zijn zeer kort gebleven, maar de boo nen, die ze bevatten, geven duidelijk aan, dat ze vol groeid zijn. De witte boonen hebben in vele gevallen de normale grootte bereikt, terwijl de groene seheede slechts 10 of 15 cm lang is geworden. De sclieede of peul wordt beslist niet langer, maar wel harder, het is dus noodzakelijk de veel te korte boonen te pluk- ken. Het spreekt vanzelf, Enkele amateurtuiniers heb ben zich gewaagd aan de teelt van de suikermaïs, een smakelijk gerecht.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 24