EEN ONTMOETING OP DE HEI ;is voor HOOFD HANDEN? met een frisschen mond. een gezonde huid! 8 m/smsi Ons prospectus P 305/A xen- toe. (No. duide lijk vermelden). ■phbi Blikmar of pjW hoofcT moet U verder bren gen in de techniek, ook al zijn Uw handen reeds aller- vaardigst! - Voor een wetenschap pelijke opleiding zorgt PBNA. In Uw vrijen tijd wordt ge schriftelijk opge leid doorbevoegde leerkrachten. De in teressante schrifte lijke cursus met persoonlijk ka rakter. - Diploma's erkend en ge vraagd in de heele technische wereld. Vervolg van blz. 5 een dorp te bereiken. Er moesten noodig dorpen bijgebouwd worden, en er behoor den trams en bussen over de heide (e rij den. En zulke woonwagens met magere paarden en kerels, die wartaal uitsloegen, moesten verboden worden. Bah, dacht Ellen, en ze voelde zich nog kwader worden. Toen zij omkeek zag zij den wagen aan den boschrand staan, Caesar graasde er vredig naast, en het onbe stemde individu was blijkbaar bezig een vuurtje te stoken. Zoo is dat soort mensohen, en er staat overal te lezen dat daar boschbrand van komt. Bah, dacht zij. Een beker koude thee. bah. Maar intusschen was het nog steeds warm. De heide was nog steeds even leeg en verlaten, de zon stond nog steeds ongenadig te gloeien. Het kon nu wel vijf uur zijn, en het was een halven dag geleden dat Ellen kwaad wegreed; meer dan een halven dag dat zij voor het laatst iets te eten of te drin ken kreeg. Welbeschouwd zou een beker koude thee.Bali, dacht Ellen. Maar met iedere minuut, die nu verstreek, dacht zij minder onwelwillend over een beker koude thee Een kwartier later zag de zigeuner, op kijkend van zijn vuurtje, hoe zij naderbij kwam strompelen. Een kilometer loopen door vrijwel ongebaand terrein, in de zonnehitte en op hooggehakt schoeisel, is een tamelijk uitputtende bezigheid, vooral wanneer je werkelijk echt hevigen dorst en hevigen honger hebt. „Dus toch," merkte hij welwillend op. „Neemt u plaats. Maak het u ge makkelijk." Ellen zonk neer. De tocht hierheen was niet alleen vermoeiend, maar ook vernederend geweest, en haar waar digheid was op gevoelige wijze geknakt. Dit alles was de schuld van haar vader en van dezen jongeman. Het kwam bij haar op, dat drie tuinparasols zoo veel ontbering en vernedering eigenlijk niet waard waren; op dit moment was de beker koude thee, dien hij haar aan reikte, ten minste begeerlijker dan welke parasol ook. „Niet zoo gulzig," waarschuwde hij. Ellen vergat zich zoozeer, dat zij slob berde. Maar toen zij eindelijk den beker naast zich neerzette, begon hij „Nu moeten we toch eigenlijk eens praten." „Waarover?" vroeg zij, met iets van haar ouden strijdlust, want in principe was zij er beslist niet vóór om met zigeu ners te praten. „Over de toekomst," antwoordde hij ernstig. „Ik red mijzelf wel," wees ze koeltjes af. Die thee had haar gesterkt. „Best mogelijk," gaf hij toe, „maar ik niet. Kijk, hier staan aardappels, hier staat zout, en boven het vuur hangt kokend water. Het probleem,'dat mij al geruimen tijd bezighoudt, is, hoe ik die drie dingen in de juiste verhouding samen moet voegen. Ik mag zpnder overdrij ving zeggen, dat ik op mijn primus een meester ben in het bakken tan eieren, en met blikgróenten heb ik ook nooit last. Maar met do aardappels lig ik altijd overhoop." „Ik kook nooit aardappels," zei Ellen koeltjes. Hij krabde zich zorglijk achter het oor. „Dan zal ik het nog maar eens pro- beeren," klaagde hij. „Mijn aardappels slagen er altijd in te zout, óf flauw, of prak, of keihard te worden. Ik heb er verschillende kookboeken op nageslagen,- maar. „Groedenmiddag," viel Ellen hem in de rede. „Niet te danken," antwoordde hij vriendelijk. Zij was van plan geweest met statigen tred haar gestranden auto weer op te zoeken, maar de afstand was groot, zij was moe, en de schaduw hier ónder de hoornen was hoogst verkwikkend; ten slotte besloot zij dus maar liever een eindje verderop op een steen te gaan zitten en wat te rusten voordat zij den langen terugtocht aanvaardde. Intus schen kon zij van nabij gadeslaan welke moeilijkheden het. aardappelkokcn eon onhandig menscli kan berokkenen. Do zi geuner had te weinig water opgezet. Zijn aardappels staken er boven uit, maar dat scheen hij niet te merken of niet ernstig te vinden. Ellen zag met ge noegen, dat hij er een vingerhoedje zout bij deed. Vervolgens klopte hij zijn pijp uit en dacht na. Ze betrapte zich met af schuw op de gedachte, dat liij heelemaa! niet leelijk en zelfs niet onaantrekkelijk was. Hij stond een poosje in gedachten verzonken naar zijn aardappels te sta ren, schudde dan energiek het hoofd en graaide twee handenvol zout uit den zoutpot. „Ho!" gilde zij ontzet. Hij keek verbaasd op. „Bedoelde u mij?" vroeg hij. Ellen snoof en keek een anderen kant op. „Tja," hoorde ze hem voortgaan, „dat met dat zout is altijd oen lastig iets. Als u niets meer zegt, laat ik het er in plonzen, maar. Er kriebelde iets in Ellen. Ze had merkwaardigerwijze verstand van aard- appelkoken, want haar vader had haar eens in een dwaze bui naar een huishoud school gestuurd. „Een. twee. „Niet doen!" riep Ellen. „O," zei hij, en hij gooide het zout terug in den pot. „Wat dan?" „Laat mij maar," zei ze norsch. Zij had nog nooit van haar leven zoo kwaad gekeken, maar zij stond op en bemoeide zich persoonlijk met de aardappels. „Er bestaat voor een eenzamen vrij gezel niets heerlijkers dan te zien, hoe een vrouw aardappels voor hem kookt," verzekerde hij haar, terwijl zij de juiste dosis zout nam en nog wat water in de pan goot. „Hm," pruttelde Ellen. „Nu rest mij de vraag," ging hij voort, „hoe mevrouw haar ei gebakken wenscht te zien. Spiegelei, roerei, enkel of dubbel gebakken, met of zonder spek, met of zonder peper, eventueel met tomaten." „W-w-wat?" vroeg Ellen verbaasd. „Mijn ei?" „Wanneer u mij althans de eer aan wilt doen met mij te dineeren. Gebakken ei naar wensch, sperzieboónen uit blik, zelfgekookte aardappelen, fruit, kaas, koffie. Meer kan ik niet aanbieden. De kaas en de tomaten waren eigenlijk voor morgen, bij mijn broodje, maar als ik gasten heb, ken ik mezelf niet meer." Ook Ellen kende zichzelf niet meer, maar zij hield zich voor, dat dat wol van den honger zou komen. „Er liggen servetten in het kastje links in den wagen," merkte- hij op, terwijl hij zijn primus installeerde. „Ook messen en vorken trouwens. En dóór staat hot klaptafeltje." Weer zoo'n goed d^bblm^n -product! Er bestaat geen betere manier om uw zorgen te verdrijven en een opgewekt humeur te kweeken. 'n Frissche mond, gladde schoone tanden, gepoetst met die heerlijke „Andrélon"-tandcrème; waarlijk, er is geen betere inzet van den dag denkbaar. Begin er morgen ook aan en de wereld ziet er schooner voor u uit. Let hierop als u koopt Zonder voldoende vitamine F verlept de mooiste huid, - en daar ons voedsel ons niet voldoen de vitamine F toevoert, is het „schoonheidsnoodzaak", om dit tekort op andere wijze aan te vullen. Alleen Dobbelman's Castella crèmes kunnen U daarbij helpen. Iedere tube van deze verrukkelijke schoonheid scrême bevat 2000 een heden vitamine F. Zoo wordt en blijft Uw teint jong, zacht en frisch! VITAMINE COLD CRÈME CRÈMES

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 8